direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: Mosaïque-Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0893.BP10021MOSACNBG-VA01

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan-huis-verbonden beroepen, waarbij de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen ten hoogste 40% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning bedraagt met een maximum van 60 m²;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterberging- en infiltratievoorzieningen.
9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

9.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. binnen het bouwvlak, ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'twee-aaneen', zijn uitsluitend twee-aaneengebouwde woningen toegestaan;
    • 2. 'vrijstaand', zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan;
    • 3. 'gestapeld', zijn uitsluitend gestapelde woningen toegestaan
  • c. nieuwe woningen zijn, behoudens herbouw ter plaatse, niet toegestaan;
  • d. per bouwperceel is maximaal 1 woning toegestaan, splitsing van een bouwperceel ten behoeve van nieuwbouw van een tweede woning is niet toegestaan;
  • e. het bebouwingspercentage van het bouwperceel voor hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en andere bouwwerken, welke hoger zijn dan 1 meter gemeten vanaf het aansluitend terrein mag niet meer dan 60 bedragen;
  • f. het bepaalde onder e is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • g. de voorgevel van een hoofdgebouw dient te worden gebouwd in dan wel maximaal 3 meter achter de naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak;
  • h. de horizontale diepte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 12 meter bedragen, met dien verstande dat de horizontale diepte van een vrijstaand hoofdgebouw niet meer dan 15 meter mag bedragen;
  • i. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt:
  • bij vrijstaande woningen minimaal 2,5 meter aan beide zijden;
  • bij twee-aan-eengebouwde woningen en eindwoningen bij aaneengebouwde woningen 2,5 meter aan één zijde;
  • j. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;

9.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de maximale goothoogte bedraagt 3,2 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt 5 meter;
  • d. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen in op of minimaal 1 meter afstand van de zijdelingse perceelsgrens worden opgericht;
  • e. indien een aan- en uitbouw, bijgebouw of overkapping met één gevel of één wand op de perceelsgrens wordt opgericht bedraagt de maximale bouwhoogte aan de zijde van de betreffende gevel 3,2 meter;
  • f. de minimale afstand tot de naar de weg gekeerde bouwgrens bedraagt 1 meter;
  • g. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen, mits het bebouwingspercentage onder 9.2.1 sub e niet wordt overschreden, bedraagt:
    • 1. bij bouwpercelen met een totale oppervlakte tot 300m2: 60 m²
    • 2. bij bouwpercelen met een totale oppervlakte van 300 m2 tot 500 m2: 80 m²
    • 3. bij bouwpercelen met een totale oppervlakte van 500 m2 tot 750 m2: 90 m²
    • 4. bij bouwpercelen met een totale oppervlakte van 750 m2 tot 1000 m2: 100 m²
    • 5. bij bouwpercelen met een totale oppervlakte van 1000 m2 of meer: 150 m²

9.2.3 Bouwen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens

Voor het bouwen van gebouwen in of op de gronden gelegen voor de naar de weg

gekeerde bouwgrens gelden de volgende bepalingen:

  • a. op de gronden gelegen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens zijn uitsluitend erkers toegestaan, met dien verstande dat deze niet toegestaan zijn aan de zijgevel, tenzij het een hoekwoning betreft;
  • b. de breedte van een erker bedraagt aan de voorzijde maximaal 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • c. de maximale hoogte van een erker bedraagt het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • d. de maximale diepte van de erker bedraagt maximaal 1,25 meter, met dien verstande dat de erker minimaal 2,5 meter van de perceelsgrens verwijderd is;
  • e. op een erker is een afscheiding toegestaan met een hoogte van 1 meter gemeten vanaf de bovenkant erker.

9.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens mag maximaal bedragen:
    • 1. voor een gesloten erfafscheiding ten hoogste 1 meter;
    • 2. voor open hekwerken in de zijdelingse perceelsgrens, voor zover niet gesitueerd in de voortuin ten hoogste 2 meter;
    • 3. voor pergola's 2,5 meter.
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde bouwgrens mag maximaal 2 meter bedragen;
  • c. de maximale bouwhoogte van een overkapping bedraagt 4 meter, met dien verstande dat er slechts 1 overkapping per bouwperceel gerealiseerd mag worden, met een maximale oppervlakte van 30 m² en enkel opgericht mag worden binnen het bouwvlak;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 meter bedragen.
9.3 Specifieke gebruiksregel

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. een aan huis verbonden bedrijf;
  • b. permanente of tijdelijke bewoning voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • c. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • d. kamerbewoning;
  • e. seksinrichtingen.

9.4 Afwijken van de gebruiksregels

9.4.1 Aan-huis-verbonden bedrijf

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.3 sub a voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf in een hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie moet in overwegende mate gehandhaafd blijven. Dit betekent dat:
    • 1. de woning moet blijven voldoen aan het Bouwbesluit en de bouwverordening;
    • 2. degene die de gebruiker is van de woning, ook degene is die het aan huis verbonden bedrijf uitoefent;
    • 3. de bedrijfsvloeroppervlakte mag niet meer bedragen dan 50 m²;
  • b. het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren c.q. geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of de buurt. Dit betekent dat:
    • 1. geen medewerking wordt verleend aan bedrijven die vergunnings- of meldingsplichtig zijn krachtens de milieuwetgeving, tenzij het gebruik de woonfunctie niet zal aantasten;
    • 2. activiteiten die in de regel worden uitgeoefend op een industrieterrein of bedrijventerrein niet zijn toegestaan in de woning;
    • 3. geen verstoring mag plaatsvinden in de evenwichtige opbouw in de voorzieningenstructuur;
    • 4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
    • 5. geen vanaf het openbaar gebied zichtbare reclame-uitingen worden aangebracht, tenzij het een reclame-uiting betreft die voldoet aan het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening en die niet is aan te merken als een bouwwerk.

9.4.2 Mantelzorg

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.3 sub c voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijbehorende bouwwerken bij een woning als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. op het perceel al een woning aanwezig is;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
  • d. per woning maximaal één omgevingsvergunning ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden verleend;
  • e. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de woning dient te hebben. Het gebruik van een vrijstaand bijbehorende bouwwerk als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is;
  • f. maximaal 75 m² van hoofdgebouw en/of bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning.