direct naar inhoud van Artikel 10 Recreatie
Plan: Kern Klein en Groot Genhout - herziening 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPKLEGROGENHOUT12-VA01

Artikel 10 Recreatie

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvelden, ter plaatse van de aanduiding 'sportveld';
  • b. maximaal 1 kantine;
  • c. kleedruimtes;
  • d. verhardingen;
  • e. parkeer- en groenvoorzieningen;
  • f. openbare nutsvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige doeleinden.

Een en ander met bijbehorende voorzieningen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op de voor 'recreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. woningen met de daarbij behorende bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.2.2 Gebouwen

Regels met betrekking tot gebouwen:

  • a. de gebouwen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "maximum bebouwingspercentage" bedraagt het bebouwingspercentage maximaal zoveel als met de betreffende aanduiding is aangegeven;
  • c. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer dan 5 meter bedragen.

10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 meter bedragen, met uitzondering van erf-afscheidingen die maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn, voorzieningen voor de openbare verlichting en vlaggenmasten die maximaal 8,00 m. hoog mogen zijn en ballenvangers die maximaal 12,00 m. hoog mogen zijn.
  • b. ze dienen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming te passen.

10.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    • 1. de landschappelijke waarden van het gebied;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. het karakter en/ of de ensemble waarden van panden en elementen met de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering van de landschappelijke en/of stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
  • c. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 24.1 van toepassing.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.2 Wro, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 10.1, meer in het bijzonder:

  • a. voor detailhandel;
  • b. voor horecadoeleinden, uitgezonderd de kantine;
  • c. voor permanente of tijdelijke bewoning;
  • d. voor opslagdoeleinden, uitgezonderd opslag verband houdende met de sportbeoefening