direct naar inhoud van 1.2 De opzet van het bestemmingsplan
Plan: Kern Beek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPKERNBEEK10-VA01

1.2 De opzet van het bestemmingsplan

De structuur van bestemmingsplannen dient vanaf 1 januari 2010 te voldoen aan de “Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen” (SVBP 2008). Dit houdt in dat met name de verschijningsvorm en een aantal begrippen zijn gestandaardiseerd. De vigerende bestemmingsplannen voldoen hier niet (meer) aan. Vandaar dat het voorliggende bestemmingsplan digitaal is opgesteld en gestandaardiseerd.

Het onderhavige bestemmingsplan voldoet aan de “Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannnen” (SVBP 2008). Aansluitend is gekozen voor een methodiek, die qua typologie en systematiek zoveel mogelijk aansluit op de bestemmingsplannen elders in de gemeente Beek zodat er op termijn sprake is van een uniforme bestemmingsregeling.

Het bestemmingsplan zal voorzien in een juridische regeling die in het gebruik door burgers en door de gemeente voldoende flexibiliteit biedt, maar binnen duidelijke juridische kaders, waardoor de aan het plan te verbinden rechtszekerheid niet in het geding komt.

In artikel 1.2.1 lid 2, 3.1.3 en 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) staat omschreven wat een bestemmingsplan tenminste moet omvatten. Dat zijn de volgende onderdelen:

Verbeelding: Op de (zowel analoge als digitale) verbeelding, met IMRO-ID NL.IMRO.0888.BPKERNBEEK10-VA01, zijn de bestemmingen in het plangebied weergegeven. Deze bestemmingen zijn gerelateerd aan de in de planregels opgenomen juridische regeling.

Planregels: Hierin is het gebruik van de binnen het plangebied aangegeven gronden en bouwwerken juridisch geregeld. Per bestemming zijn doelen of doeleinden aangegeven. In het Bro zijn standaarden opgenomen voor de planregels van het overgangsrecht en de anti-dubbeltelregeling.

Toelichting: De toelichting bevat een verantwoording van de in het plan gemaakte keuze van bestemmingen. Tevens wordt aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding. De resultaten van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro krijgen een plaats in de toelichting, evenals een omschrijving op welke wijze burgers en maatschappelijke instellingen bij de voorbereiding van het plan zijn betrokken. In artikel 3.2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt voorgeschreven dat een bestuursorgaan bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis vergaart omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen. De overige onderdelen van de toelichting geven invulling aan het bepaalde in dit artikel.

In het bestemmingsplan ligt, voor het grootste deel van de gronden, de nadruk op het beheer van de bestaande situatie.