Plan: | Buitengebied Beek 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0888.BPBUITENGEBIED11-VA01 |
Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie 50 dB(A)" geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens dienen voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte voor industrie.
Op de gronden gelegen binnen de de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie 50 dB(A)' en 'geluidzone - industrie 50-55 dB(A)' behorende bij het industrieterrein, mogen geen nieuwe woningen, dan wel nieuwe andere geluidgevoelige bebouwing worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding "luchtvaartverkeerzone" geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens dienen voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte voor de luchtvaart.
Op de gronden gelegen binnen de op de verbeelding aangegeven "luchtvaartverkeerzone (35 Ke-contour )", zijnde de zone behorende bij de 35 Ke-contour mogen woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen in de zin van het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart slechts worden opgericht, indien wordt voldaan aan het bepaalde in hoofdstuk 3 titels 1 en 2 van genoemd besluit.
Op de gronden gelegen binnen op de verbeelding aangegeven "luchtvaartverkeerzone (47 BKL-contour )", zijnde dezone behorende bij de 47 Bkl-contour mogen woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen in de zin van het Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart slechts worden opgericht, indien wordt voldaan aan het bepaalde in hoofdstuk IV artikelen 8 en 9 van genoemd besluit.
Ter plaatse van de aanduiding "milieuzone - bodembeschermingsgebied Mergelland" geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens dienen voor de bescherming van de bescherming van de kwaliteit van de bodem en het grondwater en de waarden daarvan. De regels ter bescherming van de bodem, zoals vermeld in Hoofdstuk 2, paragraaf 3 van de omgevingsverordening Limburg zijn in het Bodembeschermingsgebied Mergelland van toepassing.
Er mag geen bebouwing plaatsvinden waarmee de kwaliteit van de bodem en de waarden daarvan onevenredig wordt verminderd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding " milieuzone - geurzone" geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige geurbron.
Er mag geen toename plaatsvinden van geurgevoelige objecten of functies, tenzij ze behoren tot de inrichting zelf
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding " milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied"geldt dat die gronden - naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en) en aanduidingen - tevens bestemd zijn voor het behoud van de kwaliteit van het grondwater als onderdeel van de drinkwatervoorziening en voor de waterhuishouding, met daarbijbehorende bouwwerken.
Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van het behoud van de kwaliteit van het grondwater als onderdeel van de drinkwatervoorziening en van de waterhuishouding.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 38.5.5 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduiding veilligheidszone - lpg geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige lpg-installatie.
Er mag geen toename plaatsvinden van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de inrichting waartoe ook het vulpunt lpg behoort.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
Ter plaatse van de aanduidingen 'vrijwaringszone - molenbiotoop 0 - 100 m' en 'vrijwaringszone – molenbiotoop 100 - 400 m' gelden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element de volgende bepalingen:
Voor de bouwhoogte van nieuw op te richten gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 38.7.2 teneinde hogere gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde op te richten, mits de vrije windvang en het zicht op de molen reeds beperkt zijn door bebouwing. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het College van Burgemeester en Wethouders van Beek aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
c. het ophogen van gronden.
Het in artikel 38.7.4 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in artikel 38.7.4 , zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het College van Burgemeester en Wethouders van Beek aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - weg (0-50 meter)" gelden voor die gronden in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald de navolgende aanvullende regels.
Op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding " vrijwaringszone - weg (0-50 meter) " mogen geen gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht, anders dan ten behoeve van verkeersgeleiding en vervangende nieuwbouw, behoudens het bepaalde in artikel 'Verkeer - Wegverkeer ' van de planregels.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - weg (50-100 meter)' gelden voor die gronden in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald de navolgende aanvullende regels.
Op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding ' Vrijwaringszone - weg (50-100 meter)' mogen geen gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht, anders dan ten behoeve van verkeersgeleiding en vervangende nieuwbouw, behoudens het bepaalde in artikel 'Verkeer - Wegverkeer' van de planregels.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 38.9.2 ten behoeve van het oprichten van bebouwing als toegestaan ingevolge de ter plaatse op de verbeelding aangewezen bestemmingen en voor zover de verkeersbelangen niet onevenredig worden aangetast, gehoord de wegbeheerder.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige spoor.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden opgericht, dan wel aarden wallen worden aangelegd dan wel bomen of houtwas worden aangeplant.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 38.10.2 teneinde de afstand van bebouwing tot het spoor te verkleinen, mits de belangen vanuit railverkeer niet in het gedrang komen. Hiertoe dient de beheerder van de spoorweg te worden gehoord.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.