direct naar inhoud van Artikel 38 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Beek 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPBUITENGEBIED11-VA01

Artikel 38 Algemene aanduidingsregels

38.1 geluidzone - industrie 50 dB(A)
38.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - industrie 50 dB(A)" geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens dienen voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte voor industrie.

38.1.2 Specifieke gebruiksregels

Op de gronden gelegen binnen de de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie 50 dB(A)' en 'geluidzone - industrie 50-55 dB(A)' behorende bij het industrieterrein, mogen geen nieuwe woningen, dan wel nieuwe andere geluidgevoelige bebouwing worden opgericht.

38.1.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.

38.2 luchtvaartverkeerzone
38.2.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding "luchtvaartverkeerzone" geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens dienen voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte voor de luchtvaart.

38.2.2 luchtvaartverkeerzone (35 Ke-contour )

Op de gronden gelegen binnen de op de verbeelding aangegeven "luchtvaartverkeerzone (35 Ke-contour )", zijnde de zone behorende bij de 35 Ke-contour mogen woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen in de zin van het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart slechts worden opgericht, indien wordt voldaan aan het bepaalde in hoofdstuk 3 titels 1 en 2 van genoemd besluit.

38.2.3 luchtvaartverkeerzone (47 BKL-contour )

Op de gronden gelegen binnen op de verbeelding aangegeven "luchtvaartverkeerzone (47 BKL-contour )", zijnde dezone behorende bij de 47 Bkl-contour mogen woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen in de zin van het Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart slechts worden opgericht, indien wordt voldaan aan het bepaalde in hoofdstuk IV artikelen 8 en 9 van genoemd besluit.

38.3 milieuzone - bodembeschermingsgebied Mergelland
38.3.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding "milieuzone - bodembeschermingsgebied Mergelland" geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens dienen voor de bescherming van de bescherming van de kwaliteit van de bodem en het grondwater en de waarden daarvan. De regels ter bescherming van de bodem, zoals vermeld in Hoofdstuk 2, paragraaf 3 van de omgevingsverordening Limburg zijn in het Bodembeschermingsgebied Mergelland van toepassing.

38.3.2 Bouwregels

Er mag geen bebouwing plaatsvinden waarmee de kwaliteit van de bodem en de waarden daarvan onevenredig wordt verminderd.

38.3.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.

38.4 milieuzone - geurzone
38.4.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding " milieuzone - geurzone" geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige geurbron.

38.4.2 Bouwregels

Er mag geen toename plaatsvinden van geurgevoelige objecten of functies, tenzij ze behoren tot de inrichting zelf

38.4.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.

38.5 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
38.5.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding " milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied"geldt dat die gronden - naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en) en aanduidingen - tevens bestemd zijn voor het behoud van de kwaliteit van het grondwater als onderdeel van de drinkwatervoorziening en voor de waterhuishouding, met daarbijbehorende bouwwerken.

38.5.2 Bouwregels

Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van het behoud van de kwaliteit van het grondwater als onderdeel van de drinkwatervoorziening en van de waterhuishouding.

38.5.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, geldt de volgende regel:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 2,5 m bedragen.

38.5.4 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in 38.5.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming;
  • b. het bepaalde in 38.5.2 en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde niet meer dan 6 meter mag bedragen.

38.5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren of ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 10 m²;
  • c. het aanbrengen van drainage;
  • d. het graven, vergraven, verbreden of dempen van watergangen en poelen;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

38.5.6 Uitzonderingen op verbod

Het in 38.5.5 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het aanbrengen van leidingen uitsluitend ten behoeve van de aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet;
  • b. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.

38.5.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.

38.6 veilligheidszone - lpg
38.6.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding veilligheidszone - lpg geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige lpg-installatie.

38.6.2 Specifieke gebruiksregels

Er mag geen toename plaatsvinden van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, tenzij ze behoren tot de inrichting waartoe ook het vulpunt lpg behoort.

38.6.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.

38.7 vrijwaringszone - molenbiotoop
38.7.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduidingen 'vrijwaringszone - molenbiotoop 0 - 100 m' en 'vrijwaringszone – molenbiotoop 100 - 400 m' gelden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element de volgende bepalingen:

38.7.2 Bouwregels

Voor de bouwhoogte van nieuw op te richten gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt het volgende:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop 100 m' mag geen bebouwing aanwezig zijn, hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek van die molen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop 400 m' mag de maximale hoogte niet meer bedragen dan op basis van de 1 op 30 regel in het direct aansluitende stedelijk gebied is toegestaan. Dit betekent dat de maximale hoogte niet meer mag bedragen dan 1/30 van de afstand tussen bouwwerk en het middelpunt van die molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek.

38.7.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 38.7.2 teneinde hogere gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde op te richten, mits de vrije windvang en het zicht op de molen reeds beperkt zijn door bebouwing. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het College van Burgemeester en Wethouders van Beek aan te wijzen onafhankelijke deskundige.

38.7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan de ingevolge artikel 38.7.2 toegestane bouwhoogte voor gebouwen;
  • b. het hebben of aanleggen van beplantingen die hoger wordt dan de bouwhoogte die ingevolge artikel 38.7.2 voor bouwwerken is toegestaan;

c. het ophogen van gronden.

38.7.5 Uitzondering op verbod

Het in artikel 38.7.4 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke het normale onderhoud, beheer en gebruik van de gronden betreffen.

38.7.6 Afwegingskader

De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in artikel 38.7.4 , zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het College van Burgemeester en Wethouders van Beek aan te wijzen onafhankelijke deskundige.

38.8 vrijwaringszone - weg (0-50 meter)
38.8.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - weg (0-50 meter)" gelden voor die gronden in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald de navolgende aanvullende regels.

38.8.2 Bouwregels

Op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding " vrijwaringszone - weg (0-50 meter) " mogen geen gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht, anders dan ten behoeve van verkeersgeleiding en vervangende nieuwbouw, behoudens het bepaalde in artikel 'Verkeer - Wegverkeer ' van de planregels.

38.9 Vrijwaringszone - weg (50-100 meter)
38.9.1 Algemeen

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - weg (50-100 meter)' gelden voor die gronden in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald de navolgende aanvullende regels.

38.9.2 Bouwregels

Op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding ' Vrijwaringszone - weg (50-100 meter)' mogen geen gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht, anders dan ten behoeve van verkeersgeleiding en vervangende nieuwbouw, behoudens het bepaalde in artikel 'Verkeer - Wegverkeer' van de planregels.

38.9.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 38.9.2 ten behoeve van het oprichten van bebouwing als toegestaan ingevolge de ter plaatse op de verbeelding aangewezen bestemmingen en voor zover de verkeersbelangen niet onevenredig worden aangetast, gehoord de wegbeheerder.

38.10 vrijwaringszone - spoor
38.10.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - tevens bestemd zijn voor de bescherming van het woon-, leef- en verblijfsklimaat in verband met een (nabij) aanwezige spoor.

38.10.2 Bouwregels

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden opgericht, dan wel aarden wallen worden aangelegd dan wel bomen of houtwas worden aangeplant.

38.10.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 38.10.2 teneinde de afstand van bebouwing tot het spoor te verkleinen, mits de belangen vanuit railverkeer niet in het gedrang komen. Hiertoe dient de beheerder van de spoorweg te worden gehoord.

38.10.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.