direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer - Wegverkeer
Plan: Buitengebied Beek 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPBUITENGEBIED11-VA01

Artikel 15 Verkeer - Wegverkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor " Verkeer - Wegverkeer " aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeersdoeleinden;
  • b. fietspaden;
  • c. geluidwerende voorzieningen;
  • d. verhardingen, parkeren, bermen en groenvoorzieningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van water - overkluisde watergang" tevens voor een overkluisde watergang inclusief de bij de watergang behorende onderhoudstroken van 4 meter aan weerszijden van de watergang;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. infrastructuurgerelateerde voorzieningen.

Een en ander met bijbehorende voorzieningen.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Op de tot " Verkeer - Wegverkeer " bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, evenmin zijnde verkooppunten voor motorbrandstoffen.

15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 meter bedragen met uitzondering van straatmeubilair waarvan de bouwhoogte maximaal 16 meter mag bedragen;
  • b. ze dienen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming te passen.

15.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    • 1. de natuurlijke en/of landschappelijke waarden van het gebied;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. het karakter en/ of de ensemble waarden van panden en elementen met de dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 7. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.

Een en ander op basis van een landschappelijke inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit en op het behouden en versterken van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap. .

  • b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering van de landschappelijke en/of stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
  • c. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 41.1 van toepassing.