direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Beeker Hoek, herziening 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0888.BPBEEKERHOEK09-VA01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sociale, maatschappelijke en culturele functies;
  • b. verhardingen;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. bijbehorende voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.2.2 Gebouwen

Regels met betrekking tot gebouwen:

  • a. het bebouwingspercentage per bouwperceel mag maximaal 60% bedragen;
  • b. de goothoogte van gebouwen maximaal 4,00 meter mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan de gebouwde goothoogte vermeerderd met 4 meter bedragen;
  • d. de dakhelling maximaal 60° mag bedragen;
  • e. de voorgevel moet worden geplaatst evenwijdig aan de as van de Dr. Schaepmanlaan.

10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Regels met betrekking tot bouwwerken, geen gebouw zijnde:

  • a. de bouwhoogte mag maximaal 6,00 m. bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen, welke maximaal 2,00 m. hoog mogen zijn, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen tussen de weg en enige gevel van een gebouw maximaal 1,00 m. mag bedragen;
  • b. ze dienen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming te passen.

10.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de milieusituatie;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 5. de sociale veiligheid;
    • 6. de externe veiligheid.
  • b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
  • c. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 30.1 van toepassing.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt tenminste verstaan het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in artikel 10.1:

  • a. voor industriële doeleinden;
  • b. voor detailhandel en groothandel;
  • c. voor transport- en/of garagebedrijven;
  • d. voor horecadoeleinden;
  • e. voor kantoordoeleinden;
  • f. voor permanente of tijdelijke bewoning.