direct naar inhoud van Artikel 9 Centrum 2
Plan: Woonkernen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0881.BPwoonkernen2013-VG01

Artikel 9 Centrum 2

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemeen

De voor 'Centrum 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven van categorie 1 en 2, als genoemd in bij deze regels behorende Bijlage 1;
  • b. cultuur en ontspanning;
  • c. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • d. (zakelijke) dienstverlening;
  • e. horeca van categorie 1 en 2;
  • f. horeca van categorie 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  • g. kantoren;
  • h. maatschappelijk;
  • i. wonen;

met daaraan ondergeschikt:

    • 1. mantelzorg, overeenkomstig artikel 9.5.3;
    • 2. groenvoorzieningen;
    • 3. terrassen;
    • 4. parkeervoorzieningen;
    • 5. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
9.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 34.2.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Op de voor 'Centrum 2' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 9.1 genoemde bestemming, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de daarbij behorende bijgebouwen;
  • c. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • d. per bouwperceel is maximaal 1 woning toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' waar maximaal 15 woningen zijn toegestaan.
9.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen gebouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag tot maximaal 100% worden bebouwd;
  • c. de voorgevel van de bebouwing wordt geplaatst in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • d. de grenzen van het bouwvlak mogen worden overschreden door erkers, luifels, balkons en dergelijke, mits:
    • 1. de diepte gemeten vanaf de bouwvlakgrens niet meer dan 1,50 meter bedraagt;
    • 2. de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de woning of bestaande bebouwing;
    • 3. de goothoogte maximaal gelijk is aan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer + 0,30 meter;
  • e. gebouwen worden voor minimaal 50% van het hoofdgebouw/bouwvlak met een kap van maximaal 60° afgedekt;
  • f. de goothoogte bedraagt maximaal 7,00 m;
  • g. de bouwhoogte bedraagt maximaal 12,00 m;
  • h. voor de maatvoering van de bijgebouwen wordt verwezen naar artikel 9.2.3;
  • i. voor de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt verwezen naar artikel 9.2.4.
9.2.3 Bijgebouwen

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bijgebouwen, overkappingen/carports en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en carports bedraagt maximaal 100 m², met dien verstande dat de grond ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' voor maximaal 50% mag worden bebouwd;
  • c. bijgebouwen worden plat of met een kap van maximaal 60° afgedekt;
  • d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
  • e. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 5,00 meter;
  • f. de afstand van een vrijstaand bijgebouw tot het hoofdgebouw en eventuele aan het hoofdgebouw aangebouwde dan wel aan te bouwen bijgebouwen dient ten minste 3,00 meter te bedragen;
  • g. voor de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt verwezen naar maar artikel 9.2.4.
9.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. binnen de bestemming mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde en overkappingen/carports worden gebouwd;
  • b. overkappingen/carports worden op een afstand van minimaal 1,00 meter achter de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • c. de bouwhoogte vana carports bedraagt maximaal 3,00 meter;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend achter de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen;
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 5,00 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 meter bedraagt en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 meter bedraagt.
9.3 Nadere eisen

Niet van toepassing.

9.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing.

9.5 Specifieke gebruiksregels
9.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het plaatsen van meer dan 1 onderkomen en/of kampeermiddel en van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens;
  • b. buitenopslag, behalve als dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte tijdelijke gebruik en dan niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • c. woningsplitsing,
  • d. horeca van categorie 3, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
  • e. horeca van categorie 4 en 5.
9.5.2 Situering functies

De in artikel 9.1 genoemde functies zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond (inclusief bijgebouwen), met uitzondering van wonen.

9.5.3 Mantelzorg/inwoning

Mantelzorg/inwoning bij een woning is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de mantelzorgvoorziening is bedoeld voor de huisvesting van één huishouden;
  • b. de behoefte aan mantelzorg is aangetoond en de persoonsgebondenheid is gebleken;
  • c. er ontstaat geen zelfstandige woning;
  • d. het oppervlak van de mantelzorgvoorziening bedraagt maximaal 80 m²;
  • e. de mantelzorgvoorziening leidt niet tot een onevenredige aantasting van de omgeving;
  • f. zodra de noodzaak van de mantelzorgvoorziening is komen te vervallen, wordt het gebruik als woonruimte beëindigd.
9.6 Afwijken van de gebruiksregels
9.6.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van een horecabedrijf

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 9.1, ten behoeve van de vestiging van een horecabedrijf, elders dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', mits:

  • a. het een horecabedrijf van maximaal categorie 3 of 4 betreft;
  • b. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. op eigen terrein in de extra parkeerbehoefte kan worden voorzien;
  • d. vooraf een positief advies is verkregen van de brandweer en/of de hulpdiensten.
9.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing.

9.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing.

9.9 Wijzigingsbevoegdheid

niet van toepassing.