Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen op basis van artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet Ruimtelijke Ordening om een verplaatsing van een corsobouwplaats te bewerkstelligen, door verwijdering van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - corsobouwplaats' en het toekennen van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - corsobouwplaats'op de verbeelding binnen de bestemmingen waarbij de volgende regels gelden:
- De aanduiding op de planverbeelding ter hoogte van de oude corsobouwplaats wordt verwijderd;
- De (permanente) opslagruimten moeten worden verplaatst naar de nieuwe locatie of worden gesloopt;
- De verplaatsing kan niet plaatsvinden ter hoogte van de volgende aanduidingen:
1. Wro - Zone ecologische verbindingszone;
2. Wro - Zone zoekgebied beekherstel;
3. Wro - Zone reserveringsgebied waterberging.
d. Er mag één corsotent worden gebouwd met dien verstande dat:
1. de oppervlakte bedraagt maximaal 650 m²;
2. de bouwhoogte bedraagt maximaal 12 m;
3. de corsotent mag van mei tot en met september van een kalenderjaar in stand worden gehouden.
e. Er mag een permanente corso-opslagruimte worden gebouwd met dien verstande dat:
1. de oppervlakte bedraagt maximaal 250 m²;
2. de goothoogte bedraagt maximaal 3,5 m en de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 m;
3. de afstand tot de weg waaraan wordt gebouwd mag niet minder dan 15 m bedragen.