Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen' voor zover het de voormalige bedrijfswoning betreft, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels:
- de sexinrichting is volledig beëindigd;
- indien er sprake is van een locatie dat aan minimaal 2 zijden grenst aan de bestemming 'Agrarisch-Boomteeltontwikkelingsgebied' wordt aangetoond dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de huidige en toekomstige intensivering van het gebied;
- de oppervlakte van het nieuwe bestemmingsvlak 'Wonen' mag nooit meer bedragen van 5.000 m2;
- de bestaande voormalige bedrijfsgebouwen dienen te worden gesloopt, waarbij:
1. maximaal 200 m2 aan bijgebouwen behouden mag blijven;
2. cultuurhistorisch waardevolle gebouwen met de aanduiding 'cultuurhistorische waarde' mogen niet
worden gesloopt;
3. in afwijking van het bepaalde onder 1. mag maximaal één bestaand bijgebouw (constructief één geheel)
dat groter is dan 200 m2 en maximaal 500 m2 is, behouden blijven, mits er per 50 m2 dat het bestaande
bijgebouw groter is dan 200 m2 er minimaal 250 m2 aan voormalige bedrijfsbebouwing wordt gesloopt;
4. in afwijking van het bepaalde onder 1 en 3 kan het college besluiten om in bepaalde gevallen waar
maatwerk gevraagd wordt, meer m2 toe te staan tot maximaal 600 m2, indien het bedrijfsgebouw
bestaat uit één schuur of loods welke bouwkundig één geheel is en niets te slopen is tot 200 m2;
e. het aantal woningen mag niet worden vermeerderd;
f. in afwijking van het bepaalde onder e. is splitsing toegestaan met dien verstande dat:
1. woningsplitsing is uitsluitend toegestaan bij voormalige boerderijgebouwen met de aanduiding
'cultuurhistorische waarde';
2. de voormalige boerderij mag gesplitst worden in maximaal twee woningen;
3. de beide woningen dienen minimaal een inhoud te hebben van 400 m3;
4. de aanduiding 'twee aaneen' zal worden opgenomen.
g. indien de aanduiding 'twee aaneen' is opgenomen of indien deze aanduiding niet is opgenomen, maar er
ten tijde van de vaststelling van dit plan wel sprake was van een aaneengebouwde woning, wordt deze
behouden, wat inhoudt dat de voormalige bedrijfswoningen niet vrijstaand mogen worden gebouwd;
h. de woning(en) mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering en
ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven;
i. er is sprake van een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid;
j. de bouw- en gebruiksregels zoals genoemd in artikel 22
Wonen zijn overeenkomstig van toepassing.