Artikel 16 Recreatie
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. behoud, herstel en/of ontwikkeling van aanwezige landschappelijke waarden;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – luchtballon', voor de uitoefening van activiteiten gericht op verblijfs- en dagrecreatie, waaronder in ieder geval wordt verstaan een ontvangstkantoor met medische voorzieningen, faciliteiten voor recreatief (nacht)verblijf, circus- en staftenten, een keuken met eetzaal met binnentheater, een openluchttheater met tribune, een zwembad, een skelterbaan, een skatebaan, één speelveld (gras) ca. 620 m², één sportveld (gras) ca 275 m² en twee multivelden ca. 670 m² per veld en overige sport- en speelvoorzieningen,
met daaraan ondergeschikt:
-
c. opslag van bij de bestemming behorende materialen, verhardingen, groen- en parkeervoorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Voor het bouwen van gebouwen, gelden de volgende regels:
-
a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met uitzondering van tenten (wigwams) ten behoeve van recreatief (nacht)verblijf, voor zover het betreft de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – luchtballon;
-
b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
-
c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 en 9 meter, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval deze aangehouden dient te worden;
-
d. op eigen terrein, dan wel op eigen terrein binnen een straal van 100 meter van het betreffende bouwplan, dient te worden voorzien in de eigen parkeerbehoefte;
16.2.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen het aangegeven bouwvlak ten hoogste 4 meter bedragen;
-
b. buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt de maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 2,5 meter;
-
c. de hoogte van speel- en sportvoorzieningen en verlichtingsarmaturen mag maximaal 6 meter bedragen.
16.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
b. een goede woonsituatie (wooncomfort, kwaliteit woongenot van directe omgeving);
-
c. de verkeersveiligheid;
-
d. de sociale veiligheid;
-
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
f. de brandveiligheid;
-
g. de parkeerruimte op eigen terrein.
16.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.2.1 sub d voor het voorzien van (een deel van) de parkeerbehoefte in het openbaar gebied mits:
-
a. het fysiek niet mogelijk is doordat niet in bereikbaar kan worden voorzien;
-
b. het niet ten koste gaat van (bestaande) parkeergelegenheid ten behoeve van wonen;
-
c. het elders op eigen terrein niet mogelijk is de parkeerbehoefte op te lossen.
16.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
-
a. de uitoefening van een bedrijf, met dien verstande dat binnen de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – luchtballon' is toegestaan:
-
1. het bedrijfsmatig organiseren van therapeutische vakanties voor kinderen met een handicap zoals astma, voedselallergie, eczeem, obesitas, diabetes;
-
2. het bedrijfsmatig beheren, bouwen en onderhouden van terrein en gebou-wen; het ombouwen van een oud legercomplex tot een multifunctionele ac-commodatie en het beheren, exploiteren en onderhouden hiervan;
-
3. het bedrijfsmatig faciliteren van bijvoorbeeld voeding en materialen voor groepen, gezinnen en organisaties die ook graag gebruik willen maken van het terrein en hiermee de in dit lid onder 1, 2 en 3 genoemde doelstelling van De Luchtballon respecteren, ondersteunen c.q. aanvullen.
-
b. de opslag en verkoop van motorbrandstoffen;
-
c. seksbedrijven;
-
d. het plaatsen van kampeermiddelen, anders dan tenten (wigwams);
-
e. bewoning van gebouwen;
-
f. van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte.
16.6 Afwijken van de gebruiksregels (n.v.t.)
16.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.7.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
-
a. het verwijderen van houtgewas, het slechten van houtwallen en bosjes en het verwijderen van landschapselementen als boomgroepen dan wel solitaire bomen;
-
b. het aanleggen en verharden van wegen of paden en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m²;
16.7.2 het in 16.7.1 bepaalde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
-
a. het normale beheer en onderhoud betreffen;
-
b. op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn;
16.7.3 de werkzaamheden als bedoeld in 16.7.1 zijn slechts toegestaan, indien door de daarvan hetzij direct, dan wel indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast.
16.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk (n.v.t.)
16.9 Wijzigingsbevoegdheid (n.v.t.)