Plan: | Waalre |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0866.BP00162-0301 |
Het bestemmingsplan 'Waalre' zal op een meer flexibele manier omgaan met de bouwmogelijkheden op het perceel, om zo beter tegemoet te komen aan de woonwensen. Deze bouwmogelijkheden worden toegelicht aan de hand van de bouwmogelijkheden op het perceel, de bouwmogelijkheden van hoofdgebouwen en de bouwmogelijkheden van bijgebouwen.
De bouwmogelijkheden per perceel zijn:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen zijn in dit bestemmingsplan 3 zaken geregeld, te weten:
De goothoogtes die golden in de vijf bestemmingsplannen zijn in dit bestemmingsplan overgenomen. In dit bestemmingsplan is ervoor gekozen géén bouwhoogte op te nemen. Deze bouwhoogte volgt uit de bouwverordening (max. 15 meter) en wordt vanuit welstand (en architectonische kwaliteit) nader gestuurd.
De hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. De diepte van het bouwvlak wordt bepaald door het woningtype waarbij de volgende woningtypes kunnen worden onderscheiden:
De woningtypes worden niet als aanduiding op de verbeelding weergegeven.
De afstand van hoofdgebouwen tot de perceelsgrens bij vrijstaande woningen dient minimaal 3 meter aan weerszijden te zijn. Bij halfvrijstaande woningen dient dit minimaal 3 meter aan één zijde te zijn en bij hoekwoningen van rijwoningen is ofwel de huidige afstand tot de zijdelingse perceelsgrens geconserveerd (daar waar deze 3 meter of minder tot de zijdelingse perceelsgrens is) of opgerekt tot 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrens (daar waar deze meer dan 3 meter uit de zijdelingse perceelsgrens lag). Uitgaande van de minimale afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens is de situering van het bouwvlak bepaald. Bij vrijstaande woningen dient minimaal aan één zijde een strook onbebouwd te blijven van minimaal 3 meter breed.
Figuur 4.3.2.3. Bouwmogelijkheden
Hieronder zijn de bouwmogelijkheden voor het bouwen van bijgebouwen benoemd:
In het verleden lag de goothoogte op 3,3 meter en de bouwhoogte op 5,5 meter. De goothoogte levert in de praktijk geen problemen op, de bouwhoogte en/of de kapvorm des te meer. Burgers hebben veelal behoefte om onder de kap een volwaardige woonfunctie onder te brengen. Doordat de oude bouwregels voorschreven dat er een kap moest komen in plaats van een volwaardige verdieping dienden zich allerlei praktische problemen aan. De bruikbare woonruimte onder de kap is beperkt. Middels creatieve kapvormen of buitensporige dakkapellen werd getracht deze ruimte geforceerd te vergroten. Om onder een kap toch een volwaardige woonfunctie te kunnen realiseren wordt een verhoging van de toegelaten goothoogte tot 3,5 meter en van de bouwhoogte tot 6 meter mogelijk gemaakt. Er mag in bijgebouwen echter geen sprake zijn van een zelfstandige woning
Figuur 4.3.3 Bijgebouwen
Om bewoners de mogelijkheid te geven de woning aan te passen aan veranderende woonwensen is ervoor gekozen de bouwmogelijkheden op de kavels te verruimen, met een maat die past bij aard en schaal van de betreffende kavel. Echter dit kan alleen wanneer er op omliggende percelen geen schade wordt ondervonden van de verruiming van de bouwmogelijkheden. Om die reden is een verruiming altijd bekeken in relatie tot de huidige stedenbouwkundige en planologische situatie. Wanneer men op belendende percelen geen hinder ondervindt en wanneer de verruiming past binnen de stedenbouwkundig structuur - denk hierbij bijvoorbeeld aan ligging in of doorkruising van rooilijnen - is deze verruiming toegepast in dit bestemmingsplan. Op de percelen waar dit kan leiden tot een planologische verslechtering, blijft de bestaande situering van het bouwvlak het uitgangspunt. Dit is echter alleen het geval als de feitelijke bebouwing ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan Waalre niet reeds illegaal was.