Plan: | Heuvelse hof |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0866.BP00161-0301 |
De provincie Noord Brabant heeft een structuurvisie voor haar grondgebied opgesteld. In deze structuurvisie zijn de hoofdlijnen van het ruimtelijke beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040) opgenomen.
Het plangebied is in de structuurvisie aangeduid als een stedelijk concentratiegebied met een zoekgebied voor verstedelijking. Dit betekent dat voor deze locatie vanuit provinciaal oogpunt geen overwegende bezwaren zijn tegen de invulling met woningbouw van dit gebied.
De zoekgebieden voor verstedelijking zijn vastgelegd in de Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant. De keuze voor de zoekgebieden verstedelijking is tot stand gekomen na een integrale afweging vanuit de gebiedskwaliteiten samen met gemeenten en waterschappen. Uitbreiding van de kernen is noodzakelijk, omdat de mogelijke inbreidingslocaties niet in voldoende ruimte voorzien om het gemeentelijk woningbouwprogramma te kunnen realiseren. Gekeken is welke locatie geschikt is voor uitbreiding. De zuidrand van de kern Waalre bestaat uit duurzaam buitengebied, het is niet wenselijk om hier stedelijke ontwikkelingen te realiseren. De oostrand bestaat ook hoofdzakelijk uit duurzaam buitengebied. Voor het gebied ten zuiden van het sportpark en ten noorden van de Molenstraat geldt dit in mindere mate. De noordelijke rand van Waalre is in ontwikkeling met de nieuwbouwwijk Waalre Noord. Hier wordt een subtiele overgang gerealiseerd van de kern Waalre naar het buitengebied. Hier is dus ook geen ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Wat overblijft is de westzijde van de kern. De overgang tussen de wijk Deelshouten en het buitengebied is momenteel een harde rand. De gemeente ziet hier graag een duidelijke overgang van de kern naar het buitengebied. De uitvoering van onderhavig plan voorziet hierin.
Hoofdstuk 2 van de Verordening Ruimte ('Bevordering van de ruimtelijke kwaliteit') is van belang voor het project. Hierin staat beschreven dat een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied, bij moet dragen aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het daarbij betrokken gebied en de naaste omgeving. Er moet in het bestemmingsplan aangetoond worden dat de aanwezige en potentiƫle kwaliteiten van het landschap (bodem, water, natuur, landschap, cultuurhistorie en recreatie) verbeterd worden.
De nieuwe woningen worden zorgvuldig ingepast in de bestaande omgeving. Momenteel is er geen mooie overgang van de wijk Deelshouten naar het buitengebied aanwezig. Tevens bestaat er geen relatie tussen de woningen van de wijk Deelshouten en de woningen aan de Heuvelstraat. Door de realisatie van de nieuwe woningen ontstaat dit wel. De ruimtelijke kwaliteit van gebied wordt hierdoor versterkt. Verder is er met de ontwikkelaar van het plan afgesproken dat, in ruil voor het bouwen van woningen in het buitengebied, er een geldbedrag wordt gestort in een gemeentelijk landschapsfonds. Dit komt overeen met hetgeen beschreven is in artikel 2.2 van de Verordening Ruimte: 'Indien een kwaliteitsverbetering, als bedoeld in het eerste lid, niet is verzekerd, wordt het bestemmingsplan slechts vastgesteld indien een passende financiƫle bijdrage in een landschapsfonds is verzekerd en wordt over de werking van dat fonds regelmatig verslag gedaan in het regionaal ruimtelijk overleg'.
Conclusie
In de Verordening Ruimte staan regels waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. De onderwerpen die in de verordening staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is rekening gehouden met hetgeen beschreven is in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en de Verordening Ruimte van de provincie Noord Brabant.
Het plangebied is aangeduid als zoekgebied voor nieuwe woningbouw. De realisatie van circa 50 woningen past derhalve binnen dit beleid. Hiermee wordt voldaan aan het gestelde inde Structuurvisie Ruimtelijke Ordening.
De woningen worden in het buitengebied gebouwd. Ter compensatie van de afname van landelijk gebied, stort de ontwikkelaar een bedrag in een fonds voor landschappelijke ontwikkeling. Hiermee wordt voldaan aan het gestelde in de Verordening Ruimte.