direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk - 2
Plan: Voorburg en omgeving
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.vghBPvoorburgeo-OH01

Artikel 10 Maatschappelijk - 2

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bibliotheek;
  • b. gezondheidszorg;
  • c. kinderopvang;
  • d. onderwijs;
  • e. openbare dienstverlening;
  • f. praktijkruimte;
  • g. religie;
  • h. verenigingsleven;
  • i. welzijnsinstelling;
  • j. zorginstelling;
  • k. ondersteunende horeca ten dienste van het in de bestemming beoogde gebruik tot maximaal 100 m² vloeroppervlakte;
  • l. ondersteunende dienstverlening ten dienste van het in de bestemming beoogde gebruik tot maximaal 50 m² vloeroppervlakte;
  • m. ondergeschikte detailhandel ten dienste van het in de bestemming beoogde gebruik tot maximaal 50 m² vloeroppervlakte;
  • n. aan de hoofdfunctie ondergeschikte voorzieningen, zoals verkeers- en groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen, erven en terreinen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen
  • a. Bestaande bebouwing welke in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar ten tijde van de ter inzage legging van dit plan afwijkt van één of meer bouwregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. In dit geval mag de bestaande bebouwing worden gehandhaafd maar niet worden vergroot.
  • b. Parkeervoorzieningen dienen in voldoende mate op eigen terrein te worden gerealiseerd overeenkomstig de normering van de gemeentelijke Parkeernota.

10.2.2 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. Gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ een afwijkend bebouwingspercentage is aangegeven.
  • c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goothoogte’ een afwijkende goothoogte is aangegeven.
  • d. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 15 meter, tenzij ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte’ een afwijkende bouwhoogte is aangegeven.
  • e. Gebouwen dienen voor tenminste 70% in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd.
  • f. In afwijking van het bepaalde onder a. mogen gebouwen van ondergeschikte aard, zoals een fietsenberging en dergelijke, buiten het bouwvlak worden gebouwd tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m2 per bouwperceel; de goot- en bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3,5 meter respectievelijk 5 meter bedragen.

10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met uitzondering van het bepaalde in b en c.
  • b. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel.
  • c. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel mag niet meer bedragen dan 1 meter.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. horeca, anders dan genoemd in de bestemmingsomschrijving;
  • b. detailhandel, anders dan genoemd in de bestemmingsomschrijving;
  • c. wonen;
  • d. opslag van goederen en materialen, anders dan in verband met het toegelaten gebruik;
  • e. opslag van goederen en materialen vóór de naar de openbare weg gekeerde zijde van het bouwvlak.

10.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.2.1 onder b, mits:

  • a. de noodzakelijke parkeervoorzieningen op eigen terrein in onvoldoende mate kunnen worden gerealiseerd en op andere wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien.
  • b. de situering van de parkeerplaatsen het stedenbouwkundig beeld van de omgeving, de verkeersveiligheid en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet onevenredig aantast.

10.5 Wijzigingsbevoegdheid
10.5.1 Wijziging naar wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Maatschappelijk - 2' wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits:

  • a. de maatschappelijke activiteiten ter plaatse zijn beëindigd;
  • b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • c. er in voldoende parkeervoorziening op eigen terrein kan worden voorzien overeenkomstig de normering van de gemeentelijke Parkeernota;
  • d. geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen, of gelet op de aard en de omvang van het wijzigingsplan, met noodzakelijk (milieu)onderzoek is aangetoond dat het plan alsnog uitvoerbaar is;
  • e. de woningen inpasbaar zijn vanuit stedenbouwkundig beeld;
  • f. in het wijzigingsplan bouwvlakken, de aanduiding ‘bijgebouwen', bouw- en goothoogten, aantallen, soort woningen en andere van belang zijnde regels worden aangegeven.