direct naar inhoud van Artikel 44 Algemene wijzigingsregels
Plan: Buitengebied 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0865.vghBPbuitengebied-OH01

Artikel 44 Algemene wijzigingsregels

44.1 Algemene wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  • a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijding mag echter niet meer maximaal 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met maximaal 10% worden vergroot;
  • b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter maximaal 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met maximaal 10% worden vergroot.

44.2 Wijziging ten behoeve van ontwikkeling van Natuur

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen in de bestemmingen Bos, Natuur en/of Water, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. aangetoond is dat een aaneengesloten natuurgebied van voldoende omvang en zodanige begrenzing kan ontstaan;
  • b. aangetoond is dat de aangrenzende/omringende gronden, met een blijvende agrarische bodemexploitatie, doelmatig als zodanig geëxploiteerd kunnen blijven worden;
  • c. de regels van de bestemmingen Bos, Natuur en/of Water worden van overeenkomstige toepassing verklaard met dien verstande dat wanneer gewijzigd wordt in de bestemming Water dit uitsluitend ten behoeve van de beekdalontwikkeling mag geschieden. In geval de bestemming gewijzigd wordt in de bestemming Bos, mogen de gronden niet ten behoeve van bosbouw worden aangewend.

44.3 Wijzigen van de bestemming binnen de aanduiding 'landgoederen'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de onderliggende bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'landgoederen' te wijzigen in Agrarisch met waarden - Kampen- of hoevenlandschap, Wonen -2 en Wonen-3 met bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de gronden zijn gelegen binnen de aanduiding 'landgoederen';
  • b. het betreft een uitruil van bestemmingen binnen de aanduiding 'landgoederen';
  • c. geen wezenlijke wijziging van de uiterlijke verschijningsvorm van de betreffende bebouwing inhouden;
  • d. geen opslag van goederen in de open lucht inhouden of met zich meebrengen, en;
  • e. in vergelijking met het voormalige gebruik geen onevenredige verkeersbelasting op aangrenzende wegen en paden met zich meebrengen;
  • f. het bepaalde in artikel 4, 28 en 29 is van overeenkomstige toepassing;
  • g. de uitbreidingsmogelijkheden van omliggende, bestaande agrarische bedrijven mogen door de wijziging niet onevenredig worden aangetast;
  • h. het aantal woningen binnen het bouwvlak niet mag worden vergroot
  • i. de oppervlakte van de bestemmingen mag niet vergroot worden;
  • j. de verandering is milieuhygiënisch aanvaardbaar.

44.4 Woningsplitsing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen te wijzigen:

  • a. om binnen aaneengesloten bebouwing van een bestaande woning, een tweede woning toe te staan, mits:
    • 1. het een pand betreft, welke aangewezen is als monument of beeldbepalend pand;
    • 2. er dient een legale (bedrijfs)woning aanwezig te zijn. Deze woning wordt bestemd als 'Wonen';
    • 3. de splitsing is mede gericht op het behoud of herstel van de bebouwing;
    • 4. indien op het perceel is aangegeven dat maximaal 2 woningen zijn toegestaan, is extra woning niet toegestaan;
    • 5. de inhoud van het bestaande gebouw mag niet worden vergroot;
    • 6. de inhoud van beide woningen na splitsing elk ten minste 350 m³ bedraagt;
    • 7. voormalige bedrijfsgebouwen dienen te worden gesloopt tot oppervlakte van maximaal 100 m² resteert per woning;
    • 8. de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
    • 9. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden worden niet onevenredig worden aangetast;
    • 10. er geen nadelige gevolgen optreden voor ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven;
    • 11. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn;
    • 12. de aanwezige cultuurhistorische waarden behouden blijven en waar mogelijk versterkt worden;
    • 13. de ontwikkeling is in overeenstemming met artikel 2.1 en 2.2 (zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsverbetering van het landschap) van de Verordening Ruimte Noord-Brabant, zoals opgenomen in de bijlagen;
  • b. ten behoeve van het behoud van een cultuurhistorisch pand te wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits:
    • 1. het een pand betreft welke aangewezen is als monument of beeldbepalend pand;
    • 2. de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat;
    • 3. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden worden niet onevenredig worden aangetast;
    • 4. er geen nadelige gevolgen optreden voor ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven;
    • 5. de ontwikkeling dient hydrologisch neutraal te zijn;
    • 6. de aanwezige cultuurhistorische waarden behouden blijven en waar mogelijk versterkt worden;
    • 7. de ontwikkeling is in overeenstemming met artikel 2.1 en 2.2 (zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en kwaliteitsverbetering van het landschap) van de Verordening Ruimte Noord-Brabant, zoals opgenomen in de bijlagen.

44.5 Wijzigen naar bestemming 'Wonen - 1'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Detailhandel' en 'Horeca' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de gronden zijn gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'bebouwde kom Cromvoirt';
  • b. er mag maximaal één woning binnen de bestemming 'Wonen - 1' worden gerealiseerd;
  • c. het toevoegen van de woning dient te passen in het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  • d. er dient legale bebouwing aanwezig te zijn;
  • e. de bedrijfsactiviteiten dienen te zijn beëindigd;
  • f. de overtollige (bedrijfs)bebouwing wordt gesloopt;
  • g. de woning inpasbaar is vanuit het stedenbouwkundige beeld;
  • h. de bestaande natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • i. de verandering milieuhygiënisch aanvaardbaar is.