Artikel 31 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan ten aanzien van:
-
a. de bebouwing van niet voor 'Wonen' aangewezen gronden met gebouwen en andere bouwwerken, ten dienste van het openbare nut met een hoogte van niet meer dan 3,50 meter en een inhoud van niet meer dan 50 m3;
-
b. het afwijken van de voorgeschreven minimum en maximum maten, voor zover daarvoor geen bijzondere afwijkingsbevoegdheid in deze regels is opgenomen en mits deze niet meer dan 10% veranderen.