direct naar inhoud van 4.9 Natuur
Plan: Veghels Buiten - Noordoost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0860.VE04ad000000BP2012-OH01

4.9 Natuur

Normstelling en beleid

Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones. De EHS is op provinciaal niveau uitgewerkt, in de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS).

Binnen de EHS geldt een 'nee, tenzij'-regime: nieuwe plannen, projecten of handelingen zijn niet toegestaan indien deze de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant aantasten, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Voor ingrepen die aantoonbaar aan de criteria voldoen geldt het vereiste dat de schade zoveel mogelijk moet worden beperkt door mitigerende maatregelen. Resterende schade dient te worden gecompenseerd.

Flora- en faunawet (Ffw)

Wat de soortenbescherming betreft, is de Ffw van belang. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Ffw bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier- en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfsplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik, gelden voor sommige, met name genoemde soorten, de verbodsbepalingen van de Ffw niet. Er is dan sprake van vrijstelling op grond van de wet. Voor zover deze vrijstelling niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie (ELI). Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien:

  • er sprake is van een wettelijk geregeld openbaar belang;
  • er geen alternatief is;
  • geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort.

Natuurbeschermingswet 1998

Uit het oogpunt van gebiedsbescherming is de Natuurbeschermingswet 1998 van belang. Deze wet onderscheidt drie soorten gebieden, te weten:

  • a. door de minister van EL&I aangewezen gebieden, zoals bedoeld in de Vogel- en Habitatrichtlijn (Natura 2000);
  • b. door de minister van EL&I aangewezen beschermde natuurmonumenten;
  • c. door Gedeputeerde Staten aangewezen beschermde landschapsgezichten.

De wet bevat een zwaar beschermingsregime voor de onder a en b bedoelde gebieden (in de vorm van verboden voor allerlei handelingen, behoudens vergunning van Gedeputeerde Staten of de minister van EL&I. De bescherming van de onder c bedoelde gebieden vindt plaats door middel van het bestemmingsplan. De speciale beschermingszones hebben een externe werking, zodat ook ingrepen die buiten deze zones plaatsvinden en verstoring kunnen veroorzaken, moeten worden getoetst op het effect van de ingreep op soorten en habitats.

Onderzoek en conclusie

Gebiedsbescherming

Binnen het plangebied aan oostzijde van het plangebied is het Blankens Kerkhof gelegen, waar het waterwingebied is gelegen. Dit grote boscomplex is zowel in de EHS als in de GHS beschermd als bestaand bos- of natuurgebied met als natuurdoeltype 'bos met verhoogde natuurwaarde'. Een deel van het bos is in het plangebied gelegen.

Uit het natuuronderzoek dat voor Veghels Buiten is uitgevoerd (Flora- en faunaonderzoek 2006 en 2009, Besluit-MER 2010) blijkt dat Veghels Buiten niet is gelegen binnen of grenst aan gebieden die beschermd zijn in het kader van de Habitatrichtlijn of Vogelrichtlijn (Natura 2000). Evenmin is in het plangebied of de directe omgeving ervan sprake van beschermde natuurmonumenten. De dichtstbijzijnde Natura 2000-gebieden liggen op minimaal 16 km afstand (Vlijmens Ven, Moerputten & Bossche Broek, Kampina & Oisterwijkse vennen). Gezien deze grote afstand en het consoliderende karakter van het bestemmingsplanVeghels Buiten - Noordoost, is geen sprake van verlies of aantasting van deze beschermde natuurgebieden.

Het plangebied Veghels Buiten – Noordoost maakt zelf geen onderdeel uit van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Wel grenst het plangebied in het oosten aan het boscomplex Blankens Kerkhof. Dit is een groot boscomplex, waar het waterwingebied van Brabant Water is gesitueerd. Dit boscomplex is binnen de EHS beschermd als bestaand bos- of natuurgebied met als natuurdoeltype 'bos met verhoogde natuurwaarde'. Dit bosgebied blijft onaangetast en wordt niet beïnvloed door het nieuwe, consoliderende bestemmingsplan Veghels Buiten - Noordoost .

Soortenbescherming

In het Besluit-MER (2010) en de onderliggende flora- en faunaonderzoeken (Grontmij, 2006, 2009) is een overzicht gegeven van de binnen Veghels Buiten aanwezige beschermde planten- en diersoorten. Dit overzicht is weergegeven in tabel 4.4.

Tabel 4.4 Beschermde soorten flora en fauna in Veghels Buiten

Soortgroep   Aantal   Waargenomen
beschermde soorten  
Mogelijk aanwezige beschermde soorten  
Planten   1   Brede wespenorchis
(FF 1)  
FF 1: Gewone Vogelmelk, Grasklokje
FF 2: Lange ereprijs, Waterdrieblad  
Vleermuizen   1   Gewone dwergvleermuis (FF 3)   FF 3: Ruige dwergvleermuis, Laatvlieger, Rosse vleermuis, Baardvleermuis, Gewone grootoorvleermuis, Franjestaart  
Overige zoogdieren   5   Konijn, Mol, Gewone bosspitsmuis, Bunzing
(FF 1)  
FF 1: Aardmuis, Bosmuis, Egel, , Haas, Hermelijn, Huisspitsmuis, Ree, Rosse Woelmuis, Tweekleurige Bosspitsmuis, Veldmuis, Vos, Wezel
FF 2: Eekhoorn  
Broedvogels   1   Roek (FF 3)   Overige broedvogels (FF 3)  
Amfibieën   2   Bruine kikker, Gewone pad
(FF 1)  
FF 1: Kleine watersalamander, Middelste groene kikker
FF 2: Alpenwatersalamander  
Overige diersoorten   -   -   -  

Zoals uit tabel 4.4 blijkt zijn binnen Veghels Buiten verschillende beschermde planten- en diersoorten aangetroffen. Indien de uitvoering van het bestemmingsplan mogelijk leidt tot overtreding van de Flora- en faunawet met betrekking tot vogels of zwaar beschermde soorten, dienen mitigerende of compenserende maatregelen te worden getroffen om overtreding van de wet te voorkomen. Aangezien het bestemmingsplan consoliderend van aard is, staat de Flora- en faunawet de vaststelling van het bestemmingsplan Veghels Buiten - Noordoost niet in de weg. Wel is in algemene zin sprake van de verplichting om aantasting van beschermde soorten te voorkomen. Daartoe kan het bij ingrepen in het gebied nodig zijn om voor bepaalde soorten aanvullend onderzoek uit te voeren. Dit wordt hieronder per soortgroep kort toegelicht.

Planten

Tijdens het veldonderzoek is binnen het gebied Veghels Buiten één beschermde plantensoort waargenomen, de Brede wespenorchis (FF1). Voor deze soort geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen een vrijstelling. In het verleden zijn echter ook andere beschermde soorten aangetroffen. Wanneer zwaarder beschermde soorten (FF2) worden aangetast door een ruimtelijke ingreep, is wel een ontheffing nodig en dienen de werkzaamheden volgens een goedgekeurde gedragscode te verlopen.

Vleermuizen

Tijdens de veldinventarisaties zijn in het plangebied drie soorten beschermde vleermuizen waargenomen, maar mogelijk komen ook andere soorten voor. Alle vleermuizen behoren tot de zwaarst beschermde categorie (FF3). Bij de sloop van gebouwen en het kappen van bomen kunnen vaste rust- en verblijfplaatsen of fourageergebieden van vleermuizen verloren gaan. Met het verdwijnen van lijnbeplanting kunnen migratieroutes worden onderbroken. Bij een eventuele sloop van gebouwen, kap van (oude) bomen of het veranderen van de landschapsstructuur, is het derhalve noodzakelijk om per object met zekerheid vast te stellen of deze van betekenis zijn voor vleermuizen. Indien bosschages die van belang kunnen zijn voor vleermuizen worden gekapt moet een ontheffing aangevraagd. Daartoe dient het compensatiebeginsel volgens het “nee- tenzij” principe te worden uitgewerkt.

Overige zoogdieren

In het plangebied is een aantal algemene beschermde soorten zoogdieren waargenomen (FF1). Voor deze soorten hoeft bij ruimtelijke ingrepen geen ontheffing te worden aangevraagd en is vervolgonderzoek niet nodig. Voor de Eekhoorn (FF2) is het plangebied mogelijk leefgebied. Voor deze soort is het van belang om bij ruimtelijke ingrepen nader onderzoek uit te voeren naar mogelijke vaste rust- en verblijfplaatsen. Indien deze worden aangetroffen is een ontheffing nodig en moet volgens een goedgekeurde gedragscode worden gewerkt.

Broedvogels

In een populierenbosje ten zuiden van de Erpseweg, buiten het plangebied, is een Roekenkolonie van circa 50 nesten waargenomen. Nesten van Roekenkolonies zijn jaarrond beschermd.

Tijdens de veldinventarisaties zijn geen jaarrond beschermde individuele vaste nesten of horsten van broedvogels waargenomen. Wanneer tijdens de uitvoering jaarrond beschermde nesten worden aangetroffen, dienen deze gespaard te blijven aangezien hiervoor geen ontheffing mogelijk is.

Op basis van habitatgeschiktheid vormt het plangebied mogelijk het leefgebied van beschermde broedvogels. Maatregelen die nadelige effecten hebben op broedvogels, zoals het verwijderen van vegetatie en grondwerkzaamheden, dienen altijd buiten het broedseizoen plaats te vinden. Afhankelijk van de soort duurt het broedseizoen van medio maart tot medio juli. Ten aanzien van Steenuil, Kerkuil en Boomvalk zal bij ingrepen in het gebied aanvullend onderzoek moeten worden uitgevoerd.

Amfibieën

Binnen het plangebied zijn alleen algemene beschermde soorten waargenomen (Bruine kikker, Gewonde pad), waarvoor geen ontheffing nodig is. Daarnaast is het plangebied mogelijk leefgebied van de Alpenwatersalamander. Wanneer deze soort wordt aangetroffen, dienen werkzaamheden te worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde gedragscode.

Overige diersoorten

Beschermde vissen zijn niet aangetroffen in het plangebied. Vestiging van beschermde vissoorten is echter niet geheel uit te sluiten omdat in principe geschikte biotopen aanwezig zijn. Wanneer bestaande wateren worden gedempt is aanvullend visonderzoek noodzakelijk.

Er zijn geen beschermde reptielen of ongewervelden in het plangebied waargenomen. Gezien de biotoopvoorkeur en verspreiding van deze soorten worden deze ook in de toekomst niet verwacht.