direct naar inhoud van Artikel 6 Groen
Plan: Veghel-Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0860.VE03aa000000BP2010-OH01

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. gazons, bermen en beplanting;
  • c. houtopstanden;
  • d. paden;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. evenementen;
  • g. waterlopen en waterpartijen;
  • h. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen - woonwagenstandplaats 5' en 'specifieke vorm van wonen - woonwagenstandplaats 6' , maximaal 1 woonwagenstandplaats per aanduiding;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - dierenverblijf', een dierenverblijf;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'verkeer', een fietstunnel met een diepte van 4 m¹;

met de daarbij behorende:

  • k. voorzieningen van algemeen nut, niet groter dan 15 m².

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op of in de in 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.

6.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut zijn toegestaan;
  • b. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 15 m²;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m¹.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van verlichtingsarmaturen en vlaggenmasten mag niet meer dan 8 m¹ bedragen;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m¹;
  • c. de hoogte van de andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5 m¹ bedragen.

6.2.4 Woonwagenstandplaatsen

Ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen - woonwagenstandplaats 5' en 'specifieke vorm van wonen - woonwagenstandplaats 6' gelden, in afwijking van het bepaalde in 6.2.2 en 6.2.3 de volgende regels:

  • a. het aantal woonwagenstandplaatsen mag per aanduiding niet meer bedragen dan 1;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen behorend bij de woonwagenstandplaats mag niet meer bedragen dan 3 m¹;
  • c. de oppervlakte behorend van gebouwen als bedoeld in sub a mag niet meer bedragen dan 30 m²;
  • d. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag voor:
    • 1. verlichtingsarmaturen en vlaggenmasten niet meer dan 8 m¹ bedragen;
  • e. erf- en terreinafscheidingen niet meer bedragen dan 2 m¹;
            • a. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 5 m¹ bedragen.

6.2.5 Dierenverblijf

Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van groen – dierenverblijf’ gelden in afwijking van het bepaalde in 6.2.2 en 6.2.3 de volgende regels:

  • a. de totale maximale oppervlakte aan gebouwen bedraagt 150 m²;
  • b. de maximale bouwhoogte van gebouwen bedraagt 5 meter;
  • c. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag voor:
    • 1. verlichtingsarmaturen en vlaggenmasten niet meer dan 8 m¹ bedragen;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen niet meer bedragen dan 2 m¹;
    • 3. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 5 m¹ bedragen.

 

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van de aanleg van parkeervoorzieningen onder de volgende voorwaarden:

  • a. aangetoond wordt dat er op eigen terrein en directe omgeving ten minste binnen een straal van 50 m¹ onvoldoende ruimte aanwezig is om in de parkeerbehoefte van de beoogde activiteit of functie te voorzien;
  • b. aangetoond wordt dat geen onevenredige aantasting van groen en ecologische waarden plaatsvindt;
  • c. rekening gehouden wordt met de waterhuishouding;
  • d. de verkeersveiligheid niet in het geding komt;
  • e. de parkeervoorziening moet grenzen aan de bestemming 'Verkeer'.

6.5 Wijzigingsbevoegdheid
6.5.1 Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat er uitsluitend gewijzigd mag worden in 'Wonen' met de nadere aanduiding 'tuin' of 'erf'. Het toevoegen van een bouwvlak is niet toegestaan.

De wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de inrichting van de openbare ruimte;
  • c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.

 

6.5.2 Aanduidingen 'specifieke vorm van wonen - woonwagenstandplaats'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een aanduiding als bedoeld in 6.1 sub h te verwijderen indien de activiteit ter plaatse gedurende een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat deze activiteit op korte termijn wordt voortgezet.