direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Veghel-West, deelgebied Hoogstraat-Oranjewijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0860.VE02al000000BP2012-VG01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen waaronder tevens begrepen buitenschoolse opvang en kinderdagopvang, met daaraan ondergeschikt dienstverlening alsook detailhandel, kantoren, congresfuncties en horeca-activiteiten ten dienste van het met de bestemming beoogde gebruik;

met de daarbij behorende:

  • b. tuinen, erven en terreinen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. voorzieningen van algemeen nut;
  • f. wegen, straten en paden;
  • g. waterlopen en waterpartijen;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. werken, geen bouwwerken zijnde zoals de aanleg van verhardingen ten behoeve van paden (waaronder brandgangen), in- en uitritten, terrassen en de aanleg van siertuin en/of gazon, alsmede parkeerplaatsen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op of in de in 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.

10.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, behoudens het bepaalde in sub e;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij een maximum bebouwingspercentage is aangegeven. Indien een maximum bebouwingspercentage is aangegeven, geldt dat het bouwvlak maximaal tot het aangeduide bebouwingspercentage mag worden bebouwd;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • e. de gebouwen zijn buiten het bouwvlak toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. de oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 100 m² per bouwperceel;
    • 2. gebouwen zijn niet toegestaan voor de voorste bouwvlakgrenzen;
    • 3. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter.

10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen voor de voorste bouwvlakgrens mag niet meer dan 1 m¹ bedragen;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen gelegen achter de voorste bouwvlakgrens mag niet meer dan 2 m¹ bedragen;
  • c. de hoogte van verlichtingsarmaturen en vlaggenmasten mag niet meer dan 8 m¹ bedragen;
  • d. de hoogte van de andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak mag niet meer dan 5 m¹ bedragen;
  • e. de hoogte van de andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak mag niet meer dan 2,5 m¹ bedragen.

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.