direct naar inhoud van 5.3 Duurzaamheid
Plan: Lage Heide wonen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0858.BPlageheidewonen-VA01

5.3 Duurzaamheid

Bij de planontwikkeling van de locatie 'Lage Heide wonen' is in een vroegtijdig stadium het aspect 'duurzaamheid' meegenomen en heeft dus een uitdrukkelijke plaats gekregen binnen het plangebied.

In het rapport 'Duurzaam en comfortabel wonen in Lage Heide - van ambitie tot uitvoering', opgesteld door de SRE Milieudienst in december 2009 wordt beoogd een helder beeld te schetsen van de inpassing van duurzaamheid in het plan 'Lage Heide wonen'. Het rapport is opgenomen als bijlage bij voorliggend bestemmingsplan. De reikwijdte van het document heeft betrekking op het stellen van ambities, het benoemen van concrete maatregelen en het borgen van de benoemde ambities. Het rapport dient als een beleidsmatige basis voor het op te stellen beeldkwaliteitplan alsmede het bestemmingsplan.

In het rapport worden het stedenbouwkundig en gebouwniveau onderscheiden. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat Warmte Koude Opslag (WKO) op wijkniveau alsmede de toepassing van biomassa binnen het plangebied niet tot de mogelijkheden behoort. Derhalve is in het rapport vooral verder ingezet op gebouwgebonden en individuele opties.

Duurzame stedenbouw

Op stedenbouwkundig niveau worden diverse duurzaamheidsthema`s onderscheiden. Hierbij valt onder meer te denken aan:

  • behoud watergebonden natuur;
  • het afkoppelen van verhard oppervlak;
  • inspelen op bestaande natuurlijke elementen;
  • creëren van ecologische verbindingen;
  • het stimuleren van groene afscheidingen bij tuinen;
  • het bevorderen van langzaam verkeer binnen de wijk;
  • aandacht voor sociale veiligheid;
  • aandacht voor levensloopbestendig bouwen;
  • zongerichte verkaveling;
  • compact bouwen.

Met een groot aantal van de bovengenoemde thema's is rekening gehouden bij de uitwerking van de verkavelingsopzet. Daarnaast worden de onderwerpen nader uitgewerkt in het beeldkwaliteitplan. Ook wordt een en ander meegenomen in voorliggend bestemmingsplan.

Cradle to Cradle

De centrale gedachte van de 'Cradle to Cradle'-filosofie is dat alle gebruikte materialen, na hun gebruik in een bepaald product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Concreet houdt dit voor de nieuwe woonwijk in dat in het beeldkwaliteitplan voorwaarden worden gesteld aan materiaalgebruik en dakhellingen.

Duurzaamheid op gebouwniveau

Zoals uit eerdere onderzoeken is gebleken is het toepassen van collectieve voorzieningen in de nieuwe woonwijk technisch niet mogelijk dan wel niet rendabel. Derhalve wordt ingezet op de toepassing van gebouwgebonden maatregelen.

Belangrijkste uitgangspunt is om het gebied van energieprestatie uit te gaan van een EPC-eis van 0,6. Dit is een reële ambitie, omdat in 2011 deze norm zal worden opgenomen in het Bouwbesluit.

In het rapport 'Duurzaam en comfortabel wonen in Lage Heide - van ambitie tot uitvoering' worden de volgende maatregelen benoemd:

  • isolatie (gevel/dak/begane vloer);
  • zonwering;
  • LTV-verwarming (lage temperatuur verwarming);
  • zonneboiler;
  • zonnepanelen;
  • warmtepompensystemen;
  • UHR-ketel (ultra hoog rendement).

Uitvoering

In het rapport 'Duurzaam en comfortabel wonen in Lage Heide - van ambitie tot uitvoering' worden de maatregelen beschreven op het gebied van duurzaamheid, zoals deze worden toegepast in de verdere uitwerking van het plan 'Lage Heide wonen'. Samengevat wordt het volgende voorgesteld:

  • qua duurzaamheid wordt op gebouwniveau ingezet op een EPC-norm van 0,6;
  • het opnemen van een aparte paragraaf in het bestemmingsplan;
  • het opnemen van kwaliteitscriteria op het gebied van duurzaamheid in het exploitatieplan;
  • het opnemen en reguleren van duurzaamheidsmaatregelen in de het beeldkwaliteitplannen.