Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Technische herziening Buitengebied, Zeelberg 47
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0858.BPZeelberg47-VA01

Toelichting

1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Op 25 mei 2014 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over de beroepen die ingesteld zijn tegen het bestemmingsplan Buitengebied 2013 van de gemeente Valkenswaard. In die uitspraak is een termijn van 26 weken gesteld om het bestemmingsplan, op de onderdelen waaraan rechtskracht is onthouden, te repareren. Deze eerste termijn van 26 weken heeft de gemeente niet gehaald. De gemeente was namelijk van mening dat alle bestreden punten juridisch gezien verzekerd waren en daardoor de noodzaak tot herziening niet aanwezig was. Twee van de appellanten hebben, tegen het niet voldoen aan de verplichting, opnieuw beroep aangetekend en zijn door de Raad van State in het gelijk gesteld. De Raad van State heeft vervolgens gesteld op 17 juni 2016 een nieuwe termijn aan de gemeente gesteld voor de noodzakelijke reparatie, dit maal met een boeteclausule.
 
Met één van de appellanten is de gemeente tot een minnelijke oplossing gekomen. Deze appellant heeft ingestemd met het herzien van de regels in de voorgenomen herziening van het bestemmingsplan buitengebied ('Buitengebied 2'). Deze appellant zal dus niet opnieuw naar de Raad van State gaan om de gemeente in gebreke te stellen en de boete te vorderen.
 
Met de andere appellant is, ook na herhaalde pogingen, geen overeenstemming bereikt. Hij houdt vast aan de gestelde datum van de Raad van State. In onderhavig bestemmingsplan worden daarom de regels deels herzien. Het gegrond verklaarde beroep richt zich op het gebruik van stallen voor het huisvesten van dieren in twee lagen, de afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van kuilvoerplaten buiten het bouwvlak en de uitbreidingsmogelijkheden van bebouwing in intensieve veehouderijen in extensiveringsgebied op het perceel Zeelberg 47. De regels van het bestemmingsplan 'buitengebied' blijven voor het overige onverkort van toepassing.
1.2 Ligging plangebied
Het plangebied is gelegen aan de Zeelberg 47, in het buurtschap Zeelberg ten zuidoosten van de kern Valkenswaard.
 
Globale ligging plangebied (rode druppel, Bron: maps.google.nl)
 
Het plangebied van de onderhavige technische herziening sluit, logischerwijs, aan bij de huidige planbegrenzing. Op de navolgende afbeelding is deze begrenzing weergegeven:
 
Globale begrenzing plangebied (rode omkadering, Bron: maps.google.nl)
1.3 Geldend bestemmingsplan
Ter plaatse van het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Buitengebied'. Dit bestemmingsplan is op 27 juni 2013 vastgesteld door de raad van de gemeente Valkenswaard. Voorliggend bestemmingsplan is een technische herziening van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied'. Het geldende bestemmingsplan blijft dan ook onverkort van kracht, met uitzondering van de bepalingen in artikel 5.4.1, artikel 5.6.3 en artikel 40.1, waar een aanvulling in de regels plaatsvindt specifiek voor het plangebied.
 
Uitsnede geldend bestemmingsplan met globale plangrens (rode omkadering)
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 worden de aanpassingen op het bestemmingsplan buitengebied zoom puntsgewijs beschreven waarbij wordt aangegeven op welke wijze het bestemmingsplan wordt bijgesteld. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de economische uitvoerbaarheid en in hoofdstuk 4 op de juridische aspecten van het bestemmingsplan. Ten slotte wordt de procedure beschreven in hoofdstuk 5.

2 Aanpassingen op het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied'
Begripsbepaling grondgebonden veehouderij
De eerste aanpassing betreft de vervanging van het begrip '1.44 grondgebonden veehouderij:' door het begrip zoals dat is opgenomen in de provinciale Verordening ruimte 2014. Vanwege rechtsonzekerheid was daar rechtskracht aan onthouden.
 
Artikel 1.44 komt daarmee als volgt te luiden:
 
1.44 grondgebonden veehouderij:
een veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie;
 
Uitsluiten dubbellaagse stallen
De tweede aanpassing betreft een aanpassing van artikel '5.4.1 Strijdig gebruik' in de specifieke gebruiksregels van artikel 5 'Agrarisch met waarden', waardoor het huisvesten van vee in meer dan één bouwlaag wordt uitgesloten, behoudens volière- en scharrelstallen voor legkippen.
 
In artikel 5.4.1 wordt onder a een nieuwe sub 1 ingevoegd, waarmee het artikel als volgt komt te luiden:
 
5.4.1 Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
  1. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor:
    1. het huisvesten van vee in meer dan één bouwlaag, met uitzondering van volière- en scharrelstallen voor legkippen waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden;
    2. glastuinbouwbedrijven;
    3. kamerverhuur;
    4. seksinrichtingen;
    5. de opslag van goederen anders dan ten behoeve van de bestemming;
    6. de opslag van goederen buiten de bebouwing met een totale opslaghoogte van meer dan 4 meter;
    7. lichtmasten en lichtreclame, dit met uitzondering van lichtmasten ten behoeve van de verkeersfunctie, paardenbakken en erfverlichting;
  2. het gebruik van bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
Uitsluiten gebruik afwijkingsbevoegdheid voor ruw- en kuilvoeropslagen
De derde aanpassing betreft een aanpassing van artikel '5.6.3 Voorwaarden voor verlenen omgevingsvergunning' waardoor het gebruik van de opgenomen afwijkingsbevoegdheid voor de realisatie van ruw- en kuilvoeropslagen en andere vergelijkbare voorzieningen voor de agrarische bedrijfsvoering in de regels wordt uitgesloten.
 
In artikel 5.6.3 wordt een nieuwe sub b ingevoegd, waarmee het artikel als volgt komt te luiden:
 
5.6.3 Voorwaarden voor verlenen omgevingsvergunning
De in artikel 5 lid 6.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
  1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de ecologische en/of landschappelijke, cultuurhistorische en waterhuishoudkundige waarden van de gronden;
  2. en voor zover met betrekking tot de onder sub a en b genoemde activiteiten, het verlenen van de omgevingsvergunning geen betrekking heeft op (de mogelijkheid tot) het gebruik voor ruw-/ kuilvoeropslagen en andere vergelijkbare voorzieningen voor de agrarische bedrijfsvoering.
Uitsluiten uitbreiding bebouwing intensieve veehouderijen in extensiveringsgebied
De vierde aanpassing betreft een aanpassing van artikel '40.1 Algemeen' in de 'Algemene afwijkingsregels' waardoor uitbreiding van bebouwing van intensieve veehouderijen in extensiveringsgebied wordt uitgesloten.
 
In artikel 40.1 wordt sub a aangevuld, waarmee het artikel als volgt komt te luiden:
 
40.1 Algemeen
In afwijking van de desbetreffende bepalingen van het plan kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning verlenen voor:
  1. geringe afwijkingen van de in het plan voorgeschreven maten ten aanzien van afstand tussen woningen, van afstand tot zijdelingse perceelsgrenzen, van bebouwde oppervlakten, alsmede van de goot- en bouwhoogte van gebouwen met ten hoogste 10 %. Deze omgevingsvergunning kan niet worden verleend, voor zover de aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwen een uitbreiding van bebouwing van intensieve veehouderijen in extensiveringsgebied betreft.

3 Economische uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van 'afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
  1. het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  2. het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
  3. het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
Planspecifiek
Voor deze technische herziening zijn algemene middelen in de begroting opgenomen voor de herziening van bestemmingsplannen. Daarmee is het kostenverhaal verzekerd.

4 Juridisch plan
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
 
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
 
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan. Tot slot maakt een eventuele bijlage onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.

5 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende een periode van zes weken, van 28 april t/m 8 juni 2016, ter inzage gelegen. Daarvan is openbare kennisgeving gedaan in de Staatscourant en Kempener Koerier. Gedurende deze zienswijzeperiode zijn 2 zienswijzen ingediend.
 
In de Nota van zienswijzen, die als bijlage bij dit plan is gevoegd, zijn de zienswijzen besproken en voorzien van een gemeentelijke beantwoording.
 
Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.