direct naar inhoud van Artikel 14 Overige regels
Plan: Spechtenlaan fase II, Odiliapeel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0856.T09210094A-0401

Artikel 14 Overige regels

14.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  • a. de afdekking van gebouwen, zoals bepaald in 10.3;
  • b. de bouwhoogte en/of de goothoogte van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals bepaald in artikel 3 tot en met 7;
  • c. de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bepaald in artikel 3 tot en met 7.

14.2 Voorwaarden

De nadere eisen als bedoeld in dit artikel mogen slechts worden gesteld indien dit noodzakelijk is:

  • a. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de directe omgeving;
  • c. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de verkeersveiligheid;
  • d. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de sociale veiligheid;
  • e. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de milieukwaliteit, brandveiligheid en rampenbestrijding.

14.3 Verwijziging algemeen toetsingskader

Voor de aspecten waarmee rekening gehouden moet worden bij de toetsing van de begrippen stedenbouwkundige en beeldkwaliteit, milieukwaliteit, verkeersveiligheid, sociale veiligheid brandveiligheid en openbare veiligheid en woon- en leefklimaat gelden de in 14.4 tot en met 14.9 genoemde criteria gelden in ieder geval als (mede)toetsingskader voor het stellen van nadere eisen.

14.4 Stedenbouwkundige en beeldkwaliteit

Ten aanzien van de stedenbouwkundige en beeldkwaliteit kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  • a. de verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • b. de verhouding tussen de hoogte en de breedte van de gebouwen;
  • c. de samenhang van de bouwvorm, bouwmassa, hoogte en breedte van gebouwen met de directe omgeving;
  • d. de situering van de gebouwen op het bouwperceel.

14.5 Milieukwaliteit

Ten aanzien van de milieukwaliteit kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  • a. de mate van hinder voor de omliggende functies;
  • b. de gevolgen voor de externe veiligheid; hieronder wordt verstaan het overlijdensrisico als gevolg van activiteiten met gevaarlijke stoffen;
  • c. de gevolgen van de aanwezigheid van gevoelige functies voor de hinderlijke functies;
  • d. de gevolgen voor flora en fauna in relatie met de omgeving;
  • e. de gevolgen voor de bodem- en grondwaterkwaliteit.

14.6 Verkeersveiligheid

Ten aanzien van de verkeersveiligheid kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  • a. de mate van toename van de verkeersintensiteit als gevolg van het gebruik van de gronden;
  • b. de aansluiting van in- en uitritten op de openbare weg;
  • c. de gevolgen voor het zicht op de openbare weg c.q. fiets- en voetpaden;
  • d. de aanwezigheid van voldoende laad- en losruimte;
  • e. de aanwezigheid van voldoende parkeervoorzieningen op eigen terrein.

14.7 Sociale veiligheid

Ten aanzien van de sociale veiligheid kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  • a. de mogelijkheden voor de verbetering van toezicht op en de overzichtelijkheid en toegankelijkheid van een sociaal onveilige plek;
  • b. de mate waarin de toezicht op en de overzichtelijkheid en toegankelijkheid van een openbare ruimte wordt ingeperkt.

14.8 Brandveiligheid en rampenbestrijding

Ten aanzien van de brandveiligheid en rampenbestrijding kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  • a. de aanwezigheid van vluchtwegen;
  • b. de bereikbaarheid van de bouwwerken;
  • c. de beschikbaarheid en bereikbaarheid van adequate blusmiddelen.

14.9 Woon- en leefklimaat

Ten aanzien van het woon- en leefklimaat kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  • a. de toename van het verkeer en de parkeerbehoefte;
  • b. overlast door lawaai, stank en/of trillingen;
  • c. de bezonning;
  • d. het uitzicht;
  • e. privacy.