Plan: | Piushavengebied 2009, 6e wijziging (Nieuw Jeruzalem B) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.WYZ2015003-e001 |
Op 23 april 2013 is het wijzigingsplan Piushavengebied 2009, 2e wijziging (Nieuw Jeruzalem) vastgesteld. Dit betrof een wijziging van het bestemmingsplan Piushavengebied 2009. De bestemming Bedrijfsterrein werd gewijzigd in de bestemmingen Wonen, Wonen-Gestapeld, Groen en Verkeer en Verblijf.
Basis voor dit wijzigingsplan was het plan Nieuw Jeruzalem van Triborgh en Tiwos. Dit plan behelsde de bouw van circa 115 woningen door Tiwos en tussen de 309 en 375 woningen door Triborgh.
De planontwikkeling is ter hand genomen en door Tiwos is een deel van hun plan gerealiseerd en door Triborgh is Blok A en Blok B van hun ontwikkeling genaamd "Aan de Waterkant" in ontwikkeling en Blok A in uitvoering genomen.
In Blok B waren in het oorspronkelijke plan patiowoningen met de mogelijkheid van een verdieping voorzien. Daarop was ook de bestemmingsregeling afgestemd, namelijk een maximale bouwhoogte van 7 meter en een bebouwingspercentage van 81%.
Bij het in de markt zetten van dit product blijkt dat er op zich wel belangstelling is voor de patiowoningen maar dat dit door allerlei omstandigheden niet heeft geleid tot een daadwerkelijk afname van de woningen. Na ruim 1 jaar verkooptijd heeft dit tot 0% verkoop geleid.
Daarop is door Triborgh besloten de plannen aan te passen en in dit blok, zoals ook in blok A, grondgebonden woningen in 2 lagen met kap, 3 lagen en 3 lagen met kap te ontwikkelen. Deze bebouwing past prima in de omgeving, maar qua hoogte niet in het wijzigingsplan Piushavengebied 2009, 2e wijziging (Nieuw Jeruzalem).
Om in de toekomst meer rekening te kunnen houden met fasering, is de contour van de parkeergarage onder Blok D vergroot in de richting van het Wilhelminakanaal. Zo kan er, indien nodig, een logische knip tussen de blokken C en D worden gelegd. De geplande groenvoorziening schuift hiermee ook op en krijgt ter plaatse van de parkeergarage een ander karakter.
In de Wet ruimtelijke ordening (artikel 3.6 lid 3) staat dat een wijzigingsplan, zolang de bestemming nog niet verwezenlijkt is, kan worden vervangen door een nieuwe wijziging.
Dit wijzigingsplan is opgesteld om de andere invulling van blok B en de andere situering van de parkeergarage mogelijk te maken.
plan dat basis was voor de 2e wijziging
Nieuw concept plan als basis voor deze wijziging
Het plangebied omvat Blok B van Aan de Waterkant in Nieuw Jeruzalem in het Piushavengebied en wordt globaal begrensd door de Amstellandstraat in het noorden, het Wilhelminakanaal in het oosten, de Beijerlandstraat in het zuiden en Twentestraat in het westen.
Dit bestemmingsplan vervangt gedeeltelijk:
Piushavengebied 2009, 2e wijziging (Nieuw Jeruzalem) vastgesteld 23 april 2013.
In het bestemmingsplan Piushavengebied 2009 zijn de voorwaarden voor de wijziging van de bestemmingen opgenomen:
Deze voorwaarden zijn:
In het volgende hoofdstuk is de waterparagraaf opgenomen.
Het parkeren vindt grotendeels in openbaar gebied plaats. De parkeeroplossing is in de in paragraaf 1.1 opgenomen nieuw concept plan aangegeven en deze is getoetst en de parkeeroplossing voldoet aan de parkeernormen.
Aan de overige voorwaarden werd voldaan bij de vaststelling van het wijzigingsplan Piushavengebied 2009, 2e wijziging (Nieuw Jeruzalem). De in het onderhavige wijzigingsplan mogelijk gemaakte aanpassing van patiowoningen naar grondgebonden woningen in maximaal 3 lagen met kap is dermate beperkt dat de motivering en de uitkomsten van onderzoeken die in het wijzigingsplan Piushavengebied, 2e wijziging zijn opgenomen ook op deze wijziging van toepassing zijn.
Voor de motivering dat voldaan wordt aan de wijzigingsvoorwaarden en de verdere onderbouwing van dit plan wordt verwezen naar bijlage 1 waarin de hoofdstukken 3 tot en met 6 van de toelichting van het wijzigingsplan Piushavengebied 2009, 2e wijziging (Nieuw Jeruzalem) is opgenomen. Deze hoofdstukken van de toelichting dienen hier als ingelast te worden beschouwd.
Bestaand watersysteem
Het plangebied is gelegen in het stroomgebied van de Beneden Dommel en Zandleij en behoort zowel kwalitatief als kwantitatief tot het beheergebied van Waterschap de Dommel.
De terreinhoogte in het plangebied is grotendeels ongeveer 13,50+ en aan de zuidkant daalt het geleidelijk tot 13,25+ ter hoogte van de brug van de Meierijbaan.
Bestaande terreinhoogten
De samenstelling van de bodem is globaal bekend:sterk lemig matig fijn zand. Onder de deklaag (ca. 10 m dik) ligt de eerste watervoerende pakket (ca. 50 m dik), bestaande uit grof zand. In mei 1999 is een oriënterend waterbodemonderzoek in de Piushaven uitgevoerd. De bodem is met name vervuild met zware metalen als Zink en Cadmium met verontreinigingklasse 3 en 4. Daarnaast dragen Nikkel, PAK, en organische Chloor verbindingenbij aan de vervuiling.
Bestaande ontwateringdiepte
Het plangebied ligt aan het Wilhelminakanaal en de Piushaven. Dat eerste is in beheer van Rijkswaterstaat (nautisch, objecten en waterkwantiteit) en het waterschap De Dommel (waterkwaliteit); de haven is in beheer van de gemeente (nautisch, objecten en waterkwantiteit) en het waterschap De Dommel (waterkwaliteit). Er is geen ander relevant oppervlaktewater in / nabij het plangebied. Beide waterpartijen hebben een streefpeil van ongeveer 12,50+ Enkel bij hoge afvoeren uit Eindhoven gaat het peil omhoog tot 12,60+ Momenteel is Rijkswaterstaat en de betrokken waterschappen bezig om het bestaande beheerovereenkomst te actualiseren. In het kader van deze actualisatie, de verbreiding van het Wilhelminakanaal, de herstructureringen in de Piushaven en het nieuwe waterbeleid is het lozen van hemelwater op het kanaal een kans voor de verwerking van hemelwater.
Het plangebied bevindt zich volledig in bestaande stedelijk gebied. Aan de noordelijke en oostelijke rand is het Wilhelminakanaal en de Piushaven zeer prominent aanwezig. Het kanaal en het natuur- / recreatiegebied Moerenburgvallen binnen de Keurbeschermingsgebieden, waarvoor antiverdrogingsbeleid geldt.
Keurbeschermingsgebieden
In de bestaande situatie ligt een gemengd rioolstelsel in de omgeving van het plangebied. Het vuil- en regenwater worden gezamenlijk verzameld, en vanaf de perceelgrens aangesloten op de hoofdriolering. Het vuilwater wordt verpompt via het gemaalcomplex Moerenburg richting de rioolwaterzuiveringsinstallatie Tilburg. Beide installaties zijn in beheer van waterschap De Dommel.
Het plangebied heeft een bruto oppervlakte van ongeveer 3.726 m². De voormalige fabrieken in de locatie Kanaalzicht zijn gesloopt; momenteel wordt het gebied heringericht met nieuwe straten en woningbouw. Het bestemmingsplan is vastgesteld met de volgende oppervlakten voor de te wijzigen blok B:
Bestaande situatie Oppervlakten |
Afgewaterde oppervlakte (m²) |
Dak | 1.440 |
Tuinen | 1.536 |
Verharding openbaar | 0 |
Waterberging | 0 |
Onverhard openbaar | 750 |
Totaal | 3.726 |
* Geschat: 20% wordt verhard / op termijn aangebouwd
Niet alle oppervlakten voeren hetzelfde af. Er treedt altijd een verlies bij de inloopproces, in verband met bevochtiging, verdamping, plasvorming, infiltratie, enz. Globaal berekend zou de netto afvoerende oppervlakte ongeveer maximaal ongeveer 1.800 m² zijn.
Duurzaam waterbeheer
Beleidskader
De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat er in tegenstelling tot vroeger, meer rekening gehouden moet worden met water. Het huidige beleid van het rijk, de provincie, de waterbeheerder en de gemeente is gericht op een duurzaam waterbeheer. Belangrijk in deze aanpak is het realiseren van veerkrachtige watersystemen die weer de ruimte krijgen, het niet afwentelen van knelpunten in tijd of plaats, de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren', en het reserveren van de ruimte die nodig is voor de wateropgave.
Sinds 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De KRW stelt doelen voor een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlakte- en grondwater in 2015. De EU stelt de normen voor prioritaire stoffen. De ecologische doelstellingen zijn regionaal vastgesteld in het Stroomgebiedbeheersplan Maas. De grondwatervoorraad moet stabiel zijn en natuurgebieden mogen niet verdrogen door een te lage grondwaterstand.
In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben rijk, provincies, waterschappen en gemeenten afgesproken dat de watersystemen in 2015 op orde moeten zijn wat betreft waterkwantiteit (WB21), -kwaliteit en ecologie (KRW).
Wat het regionale beleid betreft, beheert Rijkswaterstaat het Wilhelminakanaal, de provincie de grondwatervoorraden en de waterschappen het oppervlaktewater. Het Provinciale Waterplan 2010 - 2015 beschrijft het strategische waterbeleid. De uitvoering van de Europese KRW-doelstellingen is daarin opgenomen. Parallel aan het provinciale beleid, zoeken de waterpartners samen met de betrokken
landbouw-, natuur- en andere organisaties samen naar passende oplossingen om deze KRW-doelstellingen te realiseren.
Het waterschap De Dommel heeft het Waterbeheerplan 'Krachtig Water' 2010 - 2015 vastgesteld, in dezelfde periode als het Nationale Waterplan 2010 - 2015 en het bovengenoemde Provinciale Waterplan 2010 - 2015. Het plan beschrijft de doelen en inspanningen van het waterschap, en maakt een indeling in zes thema's: droge voeten, voldoende water, natuurlijk water, schoon water, schone waterbodem en mooi water. Naast dit beheerplan beschikt het waterschap over verschillende beleidsregels en van de Keur waterschap De Dommel 2015, die van belang is voor eventuele ontwikkelingen.
Het waterbeleid van de gemeente Tilburg is vastgelegd in de Structuurvisie Water en Riolering (SWR), met daarin opgenomen het GRP voor de periode 2010 - 2015, met een visie voor de komende 30 jaar. Bij de totstandkoming van dit beleid zijn de waterbeheerders nauw betrokken. De SWR vervangt het Waterplan (1997), het Waterstructuurplan (2002) en het Gemeentelijk Rioleringsplan (2005-2009), en werkt de nieuwe wet- en regelgeving uit, voornamelijk wat de nieuwe zorgplichten betreft voor het regen- en grondwater, en het actuele rijks-, het provinciale en het regionale beleid.
De visie hanteert de in het Waterplan (1997) vastgestelde algemene doelstellingen voor de lange termijn, gebaseerd op de duurzaamheidgedachte:
Deze visie is samengesteld op basis van bijdragen van burgers, gemeenteraad, en betrokken waterbeheerders. Uit de visie vloeit de opgave voort voor de komende jaren. Als uitwerking van de visie zijn er opgaven geformuleerd en strategische keuzes gemaakt, die gelden als randvoorwaarden voor de ruimtelijke ontwikkelingen in Tilburg. Deze randvoorwaarden geven onder andere invulling aan het water als ordenend principe.
Afwegingen
Het plangebied was voor de sloop van de fabrieken nagenoeg volledig verhard, voornamelijk dak. Bij de ontwikkelingen van Kanaalzicht - Jeruzalem is een nieuwe inrichting gepland. Bij het plangebied wordt de bebouwing aangepast. De af te wateren oppervlakte neemt toe met ongeveer 100 m² ten opzichte van de geplande situatie. Deze oppervlakten in de nieuwe situatie zijn op basis van de plankaart weergegeven in onderstaande tabel.
De ondergrondse parkeergarage onder de groene oppervlakte langs het kanaal wordt verruimd; de inrichting op maaiveld is bedoeld als onderdeel van de groene strook langs het Wilhelminakanaal en dan ook onverhard.
Bestaande situatie Oppervlakten |
Afgewaterde oppervlakte (m²) |
Dak | 1.160 |
Tuinen * | 1.816 |
Verharding openbaar | 0 |
Waterberging | 0 |
Onverhard openbaar | 750 |
Totaal | 3.726 |
* Geschat: 20% wordt verhard / op termijn aangebouwd
Niet alle oppervlakten voeren hetzelfde af. Er treedt altijd een verlies bij de inloopproces, in verband met bevochtiging, verdamping, plasvorming, infiltratie, enz. Globaal berekend is de netto afvoerende oppervlakte ongeveer 1.900 m².
Het plangebied ligt binnen de ontwikkeling Kanaalzicht - Jeruzalem. Dit plan houdt in een grootschalige herinrichting / stadsvernieuwing. De regenwaterafvoer wordt afgekoppeld van de gemengde riolering en afgevoerd via een reeds aangelegde / nog aan te leggen secundaire afwateringssysteem (blauwe aders). Dat betekent dat het vuil- en regenwater per woning inpandig gescheiden verzameld wordt en aangeboden bij de perceelgrens. In het (nieuwe) openbare gebied komt de gescheiden riolering te liggen. Het regenwater stroomt in de plansituatie richting het waterpark Moerenburg. Als de berging in het waterpark volledig benut is, stroomt het water over richting de Nieuwe Leij.
Conform de beleidskeuzes in de SWR is de bergingsopgave 10 mm voor bestaande afvoerende oppervlakten en 40 mm voor oppervlakten boven de bestaande afvoerende oppervlakte. Dat betekent voor het plangebied een bergingsopgave van ongeveer 19 m³.
Aangezien er nieuwe regenwater riolering aangelegd wordt, is deze opgave te realiseren in de leidingen van het nieuwe regenwaterstelsel. De gemeente kiest in de Structuurvisie Water en Riolering voor geen centrale infiltratiesystemen vanwege de hoge kosten en versnippering van het beheer en de beheersing van deze voorzieningen. Een andere mogelijkheid om deze opgave te realiseren, indien die eerste aanpak technisch onhaalbaar blijkt te zijn, is (een deel van) de wateropgave af te kopen, zodat de gemeente de berging compenseert.
Verondersteld dat de maatgevende extreme neerslag (T100) een bui is met een volume van 79 mm en een duur van 24 uur (Stochastenmethode), faalt de afvoersysteem en ontstaat grootschalig water op straat, terwijl een deel verwerkt in het regenwater stelsel van de Blauwe Aders wordt. In die situatie is de streef het watersysteem zodanig in te richten dat er geen onacceptabele schade ontstaat bij wateroverlast. Gesteld dat dit gebeurt als de woningen overstroomd worden, kan het overtollige regenwater op straat geborgen worden. Aan de hand van theoretische berekeningen zou dit overtollige regenwater een waterdiepte op straat van ongeveer 15 cm. In de praktijk is de situatie niet eenvoudig in te schatten. In dit plan speelt de ligging naast het Wilhelminakanaal en de Piushaven een gunstige rol, waardoor geen overmatige wateroverlast verwacht wordt in deze extreme scenario's.
Om eventuele onacceptabele schade te voorkomen in het plangebied dient er rekening gehouden met een zekere hoogteverschil tussen de percelen en de openbare ruimte. De kruin van de weg mag hiervoor niet hoger te zijn dan 5 cm onder de terreinhoogte van het openbaar gebied ter hoogte van de perceelgrens (T-hoogte). Uit het Basis rioleringsplan blijkt dat het regenwater tot / nabij de oppervlakte stijgt bij buien met een herhalingstijd van 2 jaar.
Dit alles betekent voor het plangebied dat de aanleghoogte van het openbaar gebied niet lager aangelegd mag worden bij eventuele herinrichting van het openbaar gebied. Uitgaande van een minimaal verval van 10 cm in particulier terrein, moeten de T-hoogten minimaal 5 cm boven de kruin van de weg komen liggen.
Watersysteem
Voor het watersysteem in het plangebied gelden de volgende randvoorwaarden:
Watertoets
Aangezien er nauwelijks sprake is van invloed op de waterbelangen in het plangebied, hebben waterschap De Dommel en gemeente besloten de watertoets maximaal verkort te volgen. Hierdoor wordt deze waterparagraaf direct verwerkt in het ontwerpplan, zoals in eerder gemaakte afspraken om het vooroverleg vereenvoudigd te volgen. Het waterschap heeft dan ook geen voorlopig wateradvies. Het advies van het waterschap in het kader van de watertoets, wordt dan ook (direct) verstrekt bij de terinzagelegging van het ontwerp wijzigingsplan. Bij brief van 29 juli 2015 heeft het waterschap ingestemd met het plan.
De Wet ruimtelijke ordening schrijft voor dat bij een wijzigingsplan een exploitatieplan dient te worden vastgesteld, tenzij
De gemeente heeft hierbij de onderzoeksverplichting om de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan te toetsen.
De initiatiefnemer heeft een planschadeverhaalsovereenkomst ondertekend en de leges voor het wijzigingsplan betaald. Hiermee is het kostenverhaal voor de gemeente voor de medewerking aan dit wijzigingsplan en de economische uitvoerbaarheid voldoende verzekerd. Er behoeft geen exploitatieplan te worden opgesteld.
De verantwoordelijkheid en het risico van de vastgoedexploitatie van dit plan ligt bij de ontwikkelaar. De planaanpassing is ingegeven door de marktomstandigheden. Het product dat nu aangeboden wordt komt overeen met de woningen in blok A die nagenoeg allemaal verkocht zijn. Het is derhalve aannemelijk dat het plan uitvoerbaar is.
Gelet op bovenstaande is het onderhavige plan economisch uitvoerbaar.
Aangezien er geen Rijks- en provinciale belangen gemoeid zijn met dit wijzigingsplan is toezending aan de betreffende instanties niet nodig.
Het kwaliteitsteam Piushaven heeft ingestemd met de aanpassingen van de plannen.
Aangezien het een beperkte aanpassing van de plannen betreft heeft er een beperkte vorm van burgerparticipatie plaats gevonden. De kopers van de woningen in Blok A zijn via de website "Aan de Waterkant" geïnformeerd over aangepaste plannen. Er heeft een overleg plaatsgevonden met een delegatie van buurtbewoners. Er is tevens een nieuwsbrief verzonden naar belangstellenden en kopers van woningen in " Aan de Waterkant ".
Over de totale planontwikkeling van Nieuw Jeruzalem is een informatie/inloop bijeenkomst gehouden op 18 mei 2015.
Het ontwerp wijzigingsplan heeft, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.9a. van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), gedurende zes weken ter inzage gelegen, te weten van 29 juni 2015 tot en met10 augustus 2015. Tijdens deze periode zijn er geen zienswijzen ingediend.
In dit wijzigingsplan worden de regels van het moederplan "Piushavengebied 2009" van toepassing verklaard. De regels bij het wijzigingsplan bestaan uit 3 artikelen.
In het eerste artikel wordt de bij het wijzigingsplan behorende verbeelding benoemd en wordt geregeld dat deze voor dit perceel in de plaats treedt van de verbeelding behorende bij het bestemmingsplan "Piushavengebied 2009". Op de verbeelding is de bestemming "Wonen" en "Verkeer en Verblijf" toegekend aan het betreffende perceel.
Per november 2014 is het verwijzen naar de parkeernormen uit de Bouwverordening niet meer mogelijk. Parkeernormen dienen voortaan in de ruimtelijke plannen opgenomen te worden. Derhalve zijn in dit wijzigingsplan de regeling van de normen voor parkeren opgenomen in artikel 2 en de bijlage. Er kan en zal meegewerkt worden aan de opgenomen binnenplanse afwijking van de verplichting van parkeren op eigen erf. Uit het concept plan blijkt dat het parkeren opgelost wordt op de openbaar te maken wegen.
In het derde artikel worden de regels van het bestemmingsplan "Piushavengebied 2009" van toepassing verklaard.
.
Voor dit wijzigingsplan dient de procedure zoals opgenomen in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening te worden gevolgd. Deze procedure verloopt als volgt:
a. het ontwerp wijzigingsplan ligt gedurende zes weken ter inzage;
b. burgemeester en wethouders geven tevoren kennis van de terinzagelegging;
c. de kennisgeving houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het schriftelijk kenbaar maken van zienswijzen bij het college tegen het ontwerp wijzigingsbesluit, gedurende onder a. genoemde termijn;
d. indien tegen het ontwerp wijzigingsplan zienswijzen zijn kenbaar gemaakt, wordt het besluit met redenen omkleed;
e. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen hebben kenbaar gemaakt de beslissing daaromtrent mede en stellen het wijzigingsplan, al dan niet gewijzigd, vast.