direct naar inhoud van Artikel 6 Sport
Plan: Wagnerplein 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2012027-e001

Artikel 6 Sport

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Functies

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sport, met uitzondering van buitenzwembaden, ijsbanen, schietinrichtingen, openlucht-skelter- en kartbanen, autocircuits, motorcrosstereinen e.d. en modelvliegvelden;
  • b. recreatief medegebruik en evenementen;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. bouwwerken van algemeen nut.
6.1.2 Aanduidingen

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de voor 'Sport' aangewezen gronden tevens bestemd voor verkeersvoorzieningen t.b.v. wegverkeer en verblijf.

6.1.3 Bijbehorende voorzieningen

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. kantines en restauratieve voorzieningen;
  • b. parkeer-, stallings- en verkeersvoorzieningen;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. speelvoorziening;
  • e. tuinen en erven;
  • f. objecten voor beeldende kunst;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde,

voor zover deze behoren bij en ondergeschikt zijn aan de onder 6.1.1 en 6.1.2 genoemde functies.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Naast de in deze bestemming opgenomen bouwregels wordt verwezen naar de algemene bouwregels met bijbehorende bijlagen opgenomen in artikel 12 en de overige regels opgenomen in artikel 18.

6.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende algemene regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Indien geen bouwvlak is aangegeven, geldt het bestemmingsvlak als zodanig.
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen ondergeschikte delen van een bouwwerk, voor zover gelegen binnen het bestemmingsvlak, het bouwvlak overschrijden.
  • c. het bebouwingspercentage mag niet meer dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum bedragen.
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum bedragen.
  • e. het bouwen van ondergrondse bouwwerken is toegestaan.
6.2.3 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen van bouwwerken van algemeen nut gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht.
  • b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 meter.
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 meter bedragen.
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 5 meter bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen.
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in elk geval gerekend:

  • a. de uitoefening van enige tak van handel, nijverheid of dienstverlening daaronder begrepen een ambachtelijk of industrieel bedrijf;
  • b. het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • c. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • d. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • e. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van buitenschoolse kinderopvang;
  • g. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning.
6.4.2 Toegestaan afwijkend gebruik

Incidenteel - op basis van een daartoe verleende evenementenvergunning - van de bestemming sport afwijkend gebruik t.b.v. zomeractiviteiten, spelen, theater, festival e.d. is toegestaan.

Tevens is -op basis van een daartoe verleende evenementenvergunning - ten behoeve van incidenteel en kortstondig afwijkend gebruik van sportcomplexen (zowel overdekt als in de openlucht), het plaatsen van tijdelijke onderkomens e.d. toegestaan ten behoeve van feestactiviteiten met een besloten karakter waarbij tevens een directe relatie bestaat met de (sport)vereniging, met dien verstande dat:

  • a. aan deze vergunning voorwaarden kunnen worden verbonden ter beperking van onaanvaardbare overlast van de (woon)omgeving, onder meer voor wat betreft parkeren, geluidhinder, situering van tijdelijke onderkomens e.d.;
  • b. overnachtingen in welke vorm dan ook, niet zijn toegestaan.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Binnenplans afwijken t.b.v. buitenschoolse kinderopvang bij sportcomplexen

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in 6.4.1 sub f ten behoeve van buitenschoolse kinderopvang bij sportcomplexen die zijn gelegen binnen de bebouwde kom, onder de navolgende voorwaarden:

  • a. de ruimte voor buitenschoolse opvang dient ondergeschikt te zijn aan de bestaande en binnen de bestemming nog mogelijk te realiseren bebouwing ten behoeve van de betreffende sportvereniging/club op het sportcomplex;
  • b. de onbebouwde gronden welke deel uitmakende van het sportcomplex mogen tevens gebruikt worden als speelterrein behorende bij de buitenschoolse kinderopvang.
6.5.2 Voorwaarden

Omgevingsvergunning als bedoeld in 6.5.1 wordt slechts verleend onder de volgende voorwaarden:

  • a. de ruimte voor buitenschoolse opvang dient ondergeschikt te zijn aan de bestaande en binnen de bestemming nog mogelijk te realiseren bebouwing ten behoeve van de betreffende sportvereniging/club op het sportcomplex;
  • b. er mag geen sprake zijn van een ontoelaatbare verkeersaantrekkende werking en er moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • c. de realisering van de ruimte voor buitenschoolse opvang moet verder aanvaardbaar zijn op grond van landschappelijke en mogelijk nog andere van belang zijnde stedenbouwkundige aspecten, alsmede milieuaspecten, zoals externe veiligheid.