Plan: | Spoorzone West 2012 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2012010-e001 |
Sinds het einde van de jaren zeventig vormt de Wet geluidhinder (Wgh) het juridische kader voor het Nederlandse geluidbeleid. De Wgh bevat een uitgebreid stelsel van bepalingen ter voorkoming en bestrijding van geluidhinder door wegverkeer, railverkeer en industriƫle activiteit. Het stelsel is gericht op het voorkomen van nieuwe geluidgehinderden.
Binnen het plangebied worden op het terrein van de voormalige Vormenfabriek nieuwe geluidgevoelige bestemmingen gerealiseerd welke gelegen zijn binnen de volgende zones van wegen zoals bedoeld in hoofdstuk VI van de Wet geluidhinder (hierna Wgh): Hart van Brabantlaan, St. Ceciliastraat.
Ingevolge artikel 82 van de Wgh geldt voor nieuwe woningen een voorkeurgrenswaarde van 48 dB. Voor deze nieuwe woningen is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (Oranjewoud d.d. 31 oktober 2012, projectnummer 0257523.00, revisie 00) en heeft een toetsing aan de normen uit de Wgh plaatsgevonden. (zie Bijlage 7 Akoestisch rapport ontwikkeling Vormenfabriek )
Uit het akoestisch onderzoek blijkt:
De maximaal toelaatbare grenswaarde van 63 dB voor een binnenstedelijke situatie wordt niet overschreden, zowel t.g.v. de Hart van Brabantlaan als t.g.v. de St. Ceciliastraat.
Maatregelen om de geluidbelasting te reduceren (b.v. toepassen stiller wegdek, beperken verkeersintensiteit, verlagen rijsnelheid, toepassen schermen) ontmoeten overwegende bezwaren van verkeerskundige, financiƫle en stedenbouwkundige aard. Door het toepassen van geluidarm wegdek op de hart van Brabantlaan respectievelijk de St. Ceciliastraat kan de geluidsbelasting met circa 4 dB worden gereduceerd, echter niet tot aan de voorkeurgrenswaarde.
Bovendien is het toepassen van stiller wegdek niet mogelijk vanwege het groot aantal kruisingen (veel wringend verkeer). Het plaatsen van schermen in stedelijk gebied is stedenbouwkundig niet wenselijk.
Om het bouwplan mogelijk te maken is het noodzakelijk om hogere grenswaarden vast te stellen.
De geluidsbelastingen afkomstig van het wegverkeer waarvoor hogere waarden moeten worden vastgesteld zijn weergegeven in tabel 5.1 van het akoestisch rapport. Bij het verlenen van hogere waarden worden aanvullende voorwaarden gesteld met als doel een goed akoestish woon- een leefklimaat te waarborgen (zie het kopje gemeentelijke geluidsbeleid) .
De geplande nieuwbouw is gelegen binnen de geluidzone van de spoorlijn Tilburg-Breda. Voor het realiseren van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen geldt een voorkeurgrenswaarde van 55 dB conform artikel 4.9 van het Besluit geluidhinder. Artikel 4.11 van het Besluit geluidhinder biedt burgemeester en wethouders de mogelijkheid hogere waarden vast te stellen tot een waarde van maximaal 68 dB.
Voor de geplande nieuwbouw is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (Oranjewoud d.d. 31 oktober 2012, projectnummer 0257523.00, revisie 00) en heeft een toetsing plaatsgevonden aan de normen uit de Wgh. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat op alle rekenpunten van het plangebied de voorkeursgrenswaarde ten gevolge van railverkeerslawaai wordt overschreden. De maximale geluidsbelasting ten gevolge van railverkeer bedraagt 67 dB. De maximaal toelaatbare grenswaarde van 68 dB t.g.v. railverkeer wordt niet overschreden. (zie Bijlage 7 Akoestisch rapport ontwikkeling Vormenfabriek)
Bron- en overdrachtsmaatregelen om de geluidsbelasting te reduceren tot aan de voorkeurgrenswaarde zijn onderzocht en bieden geen soelaas. Vermindering aan de bron door beperking van de intensiteit is vervoerskundig niet mogelijk. Raildempers zijn op grote delen van het traject daar waar mogelijk al aangebracht. Bovendien wordt hierbij opgemerkt dat door het toepassen van raildempers de overschrijding van de voorkeurgrenswaarde niet ongedaan gemaakt wordt.
Het plaatsen van een akoestisch scherm ligt niet binnen de invloedsfeer van de initiatiefnemer van het bouwplan.
Om het bouwplan mogelijk te maken is het noodzakelijk om hogere grenswaarden vast te stellen.
De geluidsbelastingen afkomstig van het railverkeer waarvoor hogere waarden moeten worden vastgesteld zijn weergegeven in tabel 5.2 van het akoestisch rapport. De in tabel 5.2 aangegeven rekenresultaten zijn inclusief toepassing van de wettelijke plafondcorrectiewaarde van +1.5 dB.
Om (de geplande) woningbouw in het plangebied mogelijk te maken is door het college een besluit hogere waarden genomen. Dit besluit is bij dit bestemmingsplan gevoegd.
In het Besluit hogere waarden zijn, conform het gemeentelijk geluidsbeleid, de volgende voorwaarden gesteld:
In het akoestisch onderzoek zijn tevens de effecten van alle geluidbronnen tezamen onderzocht in het kader van een goede ruimtelijke ordening. De gecumuleerde geluidbelasting exclusief toepassing van de wettelijke aftrek volgens artikel 110g Wgh bedraagt maximaal 68 dB aan de noordkant van het plangebied. De gecumuleerde geluidbelasting leidt gezien de stedelijke omgeving niet tot een onaanvaardbare geluidsbelasting. Daarnaast zal de toekomstige bebouwing aan de noordkant zorgen voor (een vorm van) afscherming aan de zuidkant van het plangebied als gevolge van de hoge geluidbelasting ten gevolge van de Hart van Brabantlaan en het spoor. Dit in combinatie met de aan het hogere waarden-besluit gestelde voorwaarden, leidt naar onze mening dat er een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gerealiseerd kan worden.
In het plangebied is de vestiging uitgesloten van bedrijven die vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen en Vergunningen Besluit (c.q. de desbetreffende bijlage bij de Wabo). Hoofdstuk V "Zones rond industrieterreinen" van de Wet geluidhinder is hierdoor niet van toepassing.
Als gevolg van de nabijheid van het militaire vliegveld Gilze-Rijen gelden in delen van Tilburg geluidcontouren (de zogenaamde Ke-contouren). Deze contouren liggen niet over het plangebied.