direct naar inhoud van Artikel 8 Woongebied
Plan: Spoorzone West 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2012010-e001

Artikel 8 Woongebied

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1 Functie

De voor 'woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in de vorm van grondgebonden woningen;
  • b. wonen in de vorm van gestapelde woningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • c. toegangs- en (gebieds)ontsluitingswegen, verblijfsgebied en langzaamverkeersroutes;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. parkeer-, stallings- en verkeersvoorzieningen;
  • f. geluidwerende voorzieningen;
  • g. groen- en speelvoorzieningen;
  • h. objecten voor beeldende kunst;
  • i. bouwwerken van algemeen nut.
8.1.2 Aanduidingen
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' zijn de voor woongebied aangewezen gronden mede bestemd voor de daarbij weergegeven functie(s) met dien verstande dat deze functies uitsluitend mogen worden gerealiseerd in de eerste bovengrondse bouwlaag;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn de voor woongebied aangewezen gronden mede bestemd voor een ondergrondse en/of bovengrondse parkeergarage;
8.1.3 Bijbehorende voorzieningen

De voor 'woongebied' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • b. tuinen en erven;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. bed & breakfast tot maximaal 2 kamers;
  • e. een beroepsmatige activiteit als een aan huis verbonden beroep;
  • f. in- en uitritten, in- en uitgangen, trappen, trappenhuizen, liften, hellingbanen, bewakings- /portiersloges e.d. alsmede bordessen met bijbehorende trappen e.d.,

voor zover deze voorzieningen behoren bij en ondergeschikt zijn aan de onder 8.1.1 en 8.1.2 genoemde functies.

8.1.4 Hogere grenswaarden

Bij het realiseren van de toegelaten bestemming en/of functies moet worden voldaan aan de van toepassing zijnde vastgestelde hogere grenswaarde (zie Bijlage 6 Beschikking Wet geluidhinder) en de daarin opgenomen voorwaarden.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen

Naast de in deze bestemming opgenomen bouwregels wordt verwezen naar de algemene bouwregels met bijbehorende bijlagen opgenomen in Artikel 11 en de overige regels opgenomen in Artikel 17.

8.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd;
  • c. gestapelde woningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de bouwaanduiding 'gestapeld';
  • d. de bouwdiepte van grondgebonden woningen mag niet meer bedragen dan 12 meter gemeten vanaf de voorgevel;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan het met de maatvoeringsaanduiding op de verbeelding aangegeven maximum met dien verstande dat de bouwhoogte van grondgebonden woningen gesitueerd op straatpeil niveau niet meer mag bedragen dan 10 m en de bouwhoogte van grondgebonden woningen voor zover gesitueerd op een bovengrondse parkeergarage maximaal 13 m mag bedragen;
  • f. de maximaal brutovloeroppervlakte voor wonen bedraagt 14.000m² waarvan:
  • g. binnen de op de verbeelding weergegeven 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen mogen maximaal 45 grondgebonden woningen en maximaal 80 gestapelde woningen worden gerealiseerd;
  • h. de brutovloeroppervakte van de functie 'dienstverlening' bedraagt maximaal 2.500m²;
  • i. de bouwhoogte van een bovengrondse parkeergarage mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • j. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat indien aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd deze gesitueerd dienen te zijn achter de voorgevel van het hoofdgebouw en de afstand tot de (verlengde) voorgevel van het hoofdgebouw minimaal 3 meter bedraagt;
  • k. aan- en uitbouwen bijgebouwen mogen uit maximaal 1 bouwlaag bestaan;
  • l. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag niet meer dan 60m² bedragen, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
  • m. ten aanzien van de hoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen:
    • 1. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen met een platte afdekking mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de hoofdbebouwing vermeerderd met een dakconstructie van maximaal 0,50 meter, met een maximale totale hoogte van 4,5 meter;
    • 2. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen met een platte afdekking mag ten hoogste 3 meter bedragen, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
    • 3. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een schuine kap mag al dan niet in de bouwperceelsgrens ten hoogste 3 m bedragen, de bouwhoogte ten hoogste 4,5 meter waarbij de afschuiningshoek maximaal 45° mag bedragen, tenzij anders op de verbeelding is aangegeven.
8.2.3 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen van bouwwerken van algemeen nut gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht;
  • b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m;
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
8.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen. Deze hoogte geldt ook voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gebouwd op een bovengrondse parkeergarage gemeten van de bovenkant van de parkeergarage;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen. Deze hoogte geldt ook voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover gebouwd op een bovengrondse parkeergarage;
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    • 7. parkeergelegenheid op eigen terrein.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
  • c. de vorm, de afmetingen en de plaatsing van de derde bouwlaag boven een hoogte van 6 m boven het straatpeil in verband met een goede ruimtelijke afstemming op het overwegend aanwezige straatbeeld.
8.4 Afwijken van de bouwregels
8.4.1 Binnenplans afwijken t.b.v. bouwen op gronden voor de voorgevel

Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de voorwaarden in 8.4.2, omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van:

  • a. het bepaalde in 8.2 voor erkers met dien verstande dat:
    • 1. ten opzichte van de voorgevel:
      • de breedte maximaal 2/3 deel van de breedte van de voorgevel bedraagt,
      • de diepte maximaal 1,5 m bedraagt,
      • de hoogte één bouwlaag of maximaal 3 m betreft;
    • 2. de uitbouw transparant moet worden uitgevoerd;
    • 3. op de perceelscheiding dan wel op maximaal 2 m uit de perceelscheiding sprake kan zijn van een ondoorzichtige wand;
  • b. de in 8.2.4 opgenomen maximumhoogte van erf- en terreinafscheidingen, bij bijzondere in stedenbouwkundig opzicht afwijkende situaties, zulks tot een hoogte van maximaal 2 m;
8.4.2 Voorwaarden

Omgevingsvergunning voor het binnenplans afwijken van de bouwregels kan slechts worden verleend indien:

  • a. de bebouwingskarakteristiek van de straat dan wel het architectonisch ontwerp niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • c. de brandveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. de milieusituatie niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • f. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • g. de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • h. vanuit stedenbouwkundig oogpunt in beginsel rekening wordt gehouden met eventuele zichthoeken vanuit belendende percelen.
8.5 Specifieke gebruiksregels
8.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • b. het gebruik van een woning voor de huisvesting van meer dan 5 personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur) anders dan toegelaten op grond van 8.1.1 en 8.1.2;
  • c. de uitoefening van enige tak van handel, nijverheid of dienstverlening daaronder begrepen detailhandel, ambachtelijk of industrieel bedrijf, anders dan toegelaten op grond van 8.1;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken als geluidshinderlijke inrichting of risicovolle inrichting;
  • e. het splitsen van een (grondgebonden) woning in twee of meer zelfstandige woonruimten;
  • f. het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • g. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • h. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • i. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
  • j. het gebruik van gronden en bouwwerken voor zelfstandige kantoren of zelfstandige kantoorruimten.
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
8.6.1 Binnenplans afwijken t.b.v. onzelfstandige wooneenheden

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in 8.5.1 sub b ten behoeve van het maximaal aantal gehuisveste personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur) - in een woning - indien:

  • a. de betreffende woning zodanig is gesitueerd dat bewoning door meer dan 5 personen in onzelfstandige wooneenheden aanvaardbaar is, dit in relatie tot omliggende woningen;
  • b. voldoende is of kan worden voorzien in parkeergelegenheid voor de bewoners van de betreffende woning;
  • c. aannemelijk is dat op geen enkele andere wijze overlast wordt veroorzaakt.
8.6.2 Binnenplans afwijken t.b.v. bedrijfsmatige activiteiten

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in 8.5.1 ten behoeve van de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten, zoals genoemd in milieucategorie 1 en 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de bij de regels behorende Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten, in de woning en/of bijgebouw(en) met dien verstande dat:

  • a. degene die de activiteit uitoefent, tevens de bewoner is van de woning;
  • b. de bedrijfsuitoefening in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt is aan de woning en de woonomgeving;
  • c. geen omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid welke op grond van artikel 2.1, lid 1, onder e. van de Wabo vergunningplichtig is, tenzij het betreffende gebruik door middel van het stellen van voorwaarden wel verantwoord is;
  • d. geen sprake is van ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe omgeving aanwezige beroepsvestigingen;
  • e. op geen enkele andere wijze overlast wordt veroorzaakt;
  • f. voldoende is of kan worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers;
  • g. geen detailhandel plaatsvindt, anders dan in ter plaatse vervaardigde goederen;
  • h. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag zijn, met een maximum van 80 m2.
8.6.3 Binnenplans afwijken aantal kamers t.b.v. bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het binnenplans afwijken van het bepaalde in 8.1.3 ten behoeve van het toestaan van bed & breakfast in maximaal 4 kamers.