9.4 Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), gedurende zes weken ter inzage gelegen, te weten van 4 februari tot en met 18 maart 2013. Tijdens deze periode zijn er 4 zienswijzen ingediend. Deze worden hieronder zakelijk weergegeven, met daarbij het uiteindelijke standpunt van het gemeentebestuur ten aanzien van die zienswijzen.
N.B: in verband met de toepassing van de Wet bescherming persoonsgegevens zijn de zienswijzen van natuurlijke personen geanonimiseerd weergegeven (zulks o.a. n.a.v. een bericht van de VNG van 2 oktober 2009).
Zienswijze 1 (Attero Zuid BV)
Bij notitie van 8 januari 2013 heeft Attero Zuid BV gereageerd op het concept-ontwerp van het bestemmingsplan. Deze notitie is ambtshalve aangemerkt als zienswijze en bevat een groot aantal vragen en opmerkingen van allerlei aard. Hierover is op 5 april 2013 op ambtelijk niveau overleg gevoerd met een vertegenwoordiger van Attero. Tijdens dit overleg zijn veel van de vragen beantwoord en afgedaan. Afgesproken is het 'restant' van de notitie (het deel dat ook na het overleg nog gericht is op aanpassing van het plan) als zienswijze aan te merken. Deze laat zich als volgt samenvatten:
-
1. Op enkele onderdelen wijkt het ontwerpbestemmingsplan af van de vigerende situatie (bestaande uit het bestemmingsplan Spinder 1994, het vrijstellingsbesluit van 2005 en de gemeentelijke verklaring van geen bedenkingen jo. de provinciale omgevingsvergunning van 2011/2012). Het gaat hierbij met name om de afwezigheid van de term 'afvalbewerking' in de planregels en de onderlinge begrenzing van de functie-aanduidingen 'afvalberging' en 'afvalverwerking'.
-
2. Verzocht wordt in de maatvoeringsaanduidingen op het Spinderterrein aan te geven dat maximale goot- en bouwhoogte samenvallen. Daarnaast moet de maximale hoogte ter plaatse van het bouwvlak aan Vloeiveldweg 8-10 (oostzijde Vloeiveldweg) 30 meter i.p.v. 20 meter zijn.
-
3. Gevraagd wordt ook duurzame energie-opwekking als geothermie en energie-opwekking door zonnecollectoren rechtstreeks mogelijk te maken in het plan.
-
4. Het zou goed uitkomen als de afgebrande woning aan Loonse Spinderspad 2 al kon worden wegbestemd in dit bestemmingsplan. Dit adres heeft op de verbeelding nog een woonbestemming. Op deze locatie is een nieuw 380 kV-station van TenneT gepland.
-
5. Er bestaat een overeenkomst met de gemeente inzake het toelaten van meerdere afvalstoffenbewerkende partijen op het Spinderterrein (en zie ook het vrijstellingsdossier van 2005). Gevraagd wordt in dit kader de eerste volzin van regelonderdeel 6.2.1 sub b van het ontwerpplan te schrappen.
Standpunt gemeentebestuur
-
1. Het plan wordt qua exacte functiebegrenzingen aangepast aan de vigerende situatie jo. de door Attero op 8 april 2013 per email nagezonden kaart, waarop het afgewerkte/afgedekte deel van de stort staat aangegeven. Daarnaast wordt de term 'afvalbewerking' aan de onderdelen 6.1.1 sub g en 6.1.2 sub c van de planregels toegevoegd. Dit onderdeel van de zienswijze is gegrond.
-
2. De bebouwing op het Spinderterrein is van dien aard dat goot- en bouwhoogte vrijwel altijd samenvallen. In de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen maatvoeringsaanduidingen is dit over het hoofd gezien, en is alleen het symbool voor de maximale bouwhoogte in de maatvoeringsaanduidingen opgenomen. Dit wordt aangepast. Ook dit onderdeel van de zienswijze is gegrond. De maximale hoogte aan de oostzijde van de Vloeiveldweg wordt aangepast (wordt 30 meter). Ook het bebouwingspercentage binnen het meest westelijk gelegen maatvoeringsvlak wordt gewijzigd (wordt 5%).
-
3. Het voorliggende plan is een beheerplan. Dit betekent dat het primair wordt opgesteld om aan de wettelijke actualiseringsplicht te voldoen en er op voorhand weinig ruimte is voor het meenemen van nieuwe ontwikkelingen. Deze ruimte is na de terinzagelegging van het ontwerpplan nog beperkter dan in de conceptfase. De juridische werkelijkheid van de planologisch vigerende situatie houdt thans in dat Attero op het Spinderterrein gerechtigd is tot de activiteiten 'afvalberging', 'afvalverwerking' en 'afvalbewerking'. Activiteiten die buiten dit spectrum vallen, zoals geothermie en het opwekken van energie d.m.v. windmolens of zonnecollectoren, zullen, hoe gewenst ook, in een separate planologische procedure moeten worden afgewogen c.q. mogelijk moeten worden gemaakt. Daarbij komen zaken kijken als het verhaal van planschade, exploitatiebijdragen, burgerparticipatie, milieuonderzoeken en eventueel zelfs een m.e.r. Dit onderdeel van de zienswijze is ongegrond.
-
4. De desbetreffende woning is inderdaad afgebrand, wordt niet meer bewoond en zal vrijwel zeker niet worden teruggebouwd. Het perceel is zelfs al aangekocht door Tennet TSO B.V. Navraag in de conceptfase van de planvorming heeft echter opgeleverd dat geen prijs wordt gesteld op het nu reeds wegbestemmen van de woning, omdat in het onverhoopte geval dat het nieuwe 380 kV-station niet door zou gaan dan sprake is van een forse waardevermindering van de grond. Het nieuwe 380 kV-station is niet meegenomen in dit bestemmingsplan omdat het Rijk hiervoor zelf een inpassingsplan opstelt, dat bij inwerkingtreding een deel van het nu voorliggende bestemmingsplan zal overschrijven. Dit onderdeel van de zienswijze is eveneens ongegrond.
-
5. Aan dit verzoek kan worden voldaan, de desbetreffende passage is geen standaardformulering. Dit onderdeel van de zienswijze is gegrond.
Conclusie
De zienswijze is deels gegrond (onderdelen 1, 2 en 5), deels ongegrond (onderdelen 3 en 4). Het plan wordt in bovenstaande zin aangepast.
Zienswijze 2 (NV Rotterdam-Rijn Pijpleidingmaatschappij)
In Par. 5.3.6 van de toelichting benoemt u de (geïnterpoleerde) RIVM afstanden voor de PR-contouren voor o.a. de RRP-leidingen. Een berekening in opdracht van RRP voor de generieke waarden geeft 42,4 en 30,6 meter voor resp. de 36" en de 24" leiding. Hierom verzoeken we u deze berekende waarden in uw bestemmingsplan op te nemen en te verwerken in de verbeelding.
Standpunt gemeentebestuur
Door reclamante wordt nu melding gemaakt van gewijzigde PR-afstanden. De genoemde afstanden worden door haar echter niet nader onderbouwd. In de toelichting en op de planverbeelding zijn de afstanden gehanteerd die het RIVM in 2006 heeft berekend ten aanzien van de leidingen. Naar aanleiding van het concept-ontwerpbestemmingsplan Lobelia-Spinder-Rugdijk is in de vooroverlegreactie van RRP geen melding gemaakt van onjuiste afstanden die opgenomen zijn in de toelichting en op de planverbeelding, wel zijn er ten opzichte van de vermelde (latente) saneringen opmerkingen gemaakt. Aangezien het Besluit externe veiligheid buisleidingen al vanaf 1 januari 2011 van kracht is, en de rekensystematiek voor deze buisleidingen sinds augustus 2011 is vastgelegd in een handleiding, stellen wij ons op het standpunt dat de eerder niet ter discussie gestelde afstanden de juiste afstanden zijn.
De afstanden, zoals die nu zijn opgenomen in het bestemmingsplan, blijven dan ook gehandhaafd.
Leiding
|
Inch
|
Ontwerp- druk
|
Belemm. strook
|
10-6 risico- contour
|
leidingbeheerder
|
RRP- leiding
|
24"
|
62 bar
|
2 x 5 meter
|
2 x 25,4 meter
|
Rotterdam-Rijn Pijpleiding- maatschappij
|
RRP- leiding
|
36"
|
43 bar
|
2 x 5 meter
|
2 x 32,6 meter
|
Rotterdam-Rijn Pijpleiding- maatschappij
|
PPS- leiding
|
8"
|
80 bar
|
2 x 5 meter
|
2 x 13 meter
|
Petrochemical Pipeline Services
|
Conclusie
De zienswijze is ongegrond.
Zienswijze 3
-
1. T.a.v. het perceel sectie A, nr. 3687 wordt gevraagd ter plaatse van het gehele bestemmingsvlak de enkelbestemming 'Detailhandel -Perifeer' op te nemen, zulks met de functieaanduiding 'tuincentrum', en daarnaast het bestemmingsvlak samen te doen vallen met het bouwvlak.
-
2. T.a.v. hetzelfde perceel vraagt reclamante rechtstreeks een bedrijfswoning mogelijk te maken (a), of om anders binnen de bestemmingsregels een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid op te nemen die, onder voorwaarden, een eerste bedrijfswoning mogelijk maakt (b).
-
3. Voor de maximum goot- en bouwhoogte van kassen vraagt zij aan te sluiten bij de overige bebouwingshoogtes (goot- en bouwhoogte van 7 en 11 meter) uit het ontwerpbestemmingsplan.
-
4. T.a.v. het perceel sectie A, nr. 3257 verzoekt reclamante de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' te verwijderen, omdat de grond aldaar tot een diepte van zeker 0,8 meter door agrarisch gebruik in het verleden dusdanig is geroerd, dat van een realistische archeologische verwachtingswaarde geen sprake kan zijn (a), of om anders ter plaatse werken en werkzaamheden binnen de archeologische dubbelbestemming toe te staan tot 80 cm onder peil (b).
Standpunt gemeentebestuur
-
1. In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Noord-Oost heeft het desbetreffende perceel de bestemming 'Tuincentrum', waarbij het nu nog resterende deel van het perceel bouwvlak betreft. Nu reclamante bij zienswijze kenbaar maakt de vigerende bestemming te willen handhaven en het voorliggende plan conserverend van aard is, zijn er geen dwingende redenen om niet aan dit tweeledige verzoek mee te werken. Dit onderdeel van de zienswijze is gegrond.
-
2. Het bestemmingsvlak 'Tuincentrum' was in genoemd plan groter. De gemeente heeft een deel van het oorspronkelijke perceel aangekocht. Het rechtstreeks toelaten van een bedrijfswoning (onderdeel a) is in (formeel) buitengebied niet toelaatbaar. Een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid onder standaardvoorwaarden (onderdeel b) is dat wel. In die zin is dit onderdeel van de zienswijze gegrond.
-
3. Zie de beantwoording van onderdeel 1. De aanpassing van de bestemming brengt de gewenste bouwhoogten automatisch met zich. Dit onderdeel van de zienswijze is gegrond.
-
4. Het verrichten van werkzaamheden dieper dan 0,6 meter onder peil is op grond van de planregels mogelijk, zij het met aanlegvergunning. Daarnaast is e.e.a. toegelaten indien het werkzaamheden betreft, die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan dan wel krachtens een reeds verleende vergunning, alsmede werkzaamheden die het normale beheer en onderhoud betreffen. In dit licht bezien handhaven wij de dubbelbestemming Waarde-Archeologie ter plaatse, te meer nu reclamante geen booronderzoek heeft overgelegd.
Conclusie
De zienswijze is deels gegrond (onderdelen 1, 2b en 3), deels ongegrond (onderdelen 2a en 4). Het plan wordt in bovenstaande zin aangepast.
Zienswijze 4
-
1. Reclamanten verzoeken regelonderdeel 6.1.1 sub f aan te passen, in die zin dat het komt te luiden 'tevens een rioolreinigings- en inspectiebedrijf met voorzieningen voor opslag, bewerking, scheiding en ontwatering van bij de werkzaamheden vrijgekomen materiaal, ter plaatse van Bundersestraat 45'.
-
2. Verzocht wordt de rijbak voor paarden niet aan te geven, althans dat dit gedeelte van het bestemmingsvlak bij het bebouwbaar vlak wordt getrokken. Daarnaast is het reclamanten sowieso niet geheel duidelijk wat nu het bouwvlak is en wordt, gelet op de nabije hoogspanningsverbinding, gevraagd het bouwvlak zo ver mogelijk naar achteren te schuiven.
Standpunt gemeentebestuur
-
1. Er zijn geen redenen om hier niet aan mee te werken. Dit onderdeel van de zienswijze is gegrond.
-
2. Gelet op de aanwezige hoogspanningsverbinding is het begrijpelijk dat reclamanten het bouwvlak iets naar achteren geschoven willen hebben. In milieutechnisch opzicht is hierbij zelfs sprake van dubbele 'winst', omdat door een achterwaartse beweging van het bebouwbare vlak de dichtstbijzijnde woning verder weg komt te liggen. Het bedrijf behoort tot milieucategorie 3.1. De indicatieve (gewenste) afstand tot de meest nabijgelegen woning bedraagt dus 50 meter. De feitelijke afstand tot de dichtstbijzijnde woning bedraagt ca 100 meter. Aan het verzoek kan derhalve zonder de belangen van derden te schaden worden meegewerkt. Het plan wordt (iets) aangepast door de aanduiding inzake de rijbak te verwijderen en het bouwvlak (iets) naar achteren te schuiven. Het toegangspad komt buiten het bouwvlak te liggen. Verder komt alles achter de voorgevel van de bedrijfswoning binnen het bouwvlak te liggen. De aanduiding 'bedrijfswoning' komt samen te vallen met het bouwvlak.
Conclusie
De zienswijze is gegrond. Het plan wordt in bovenstaande zin aangepast.