Plan: | Magazijnkwartier 2011 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2011009-e001 |
Algemeen
Binnen de gemeente Tilburg is een groot aantal wetten en beleidsstukken met betrekking tot natuur en groen van kracht. De bescherming van groen- en natuur vindt plaats op Europees, Rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau en is gericht op bescherming van gebieden enerzijds en soorten anderzijds.
Op rijksniveau zijn Natuurbeschermingswet 1998, Flora- en faunawet en Boswet van kracht. De Natuurbeschermingswet 1998 (vastgesteld in 2006) biedt bescherming aan gebieden met bijzondere waarden, zoals de Natura2000-gebieden. De Flora- en faunawet (2002) beschermt vrijwel alle in het wild voorkomende planten- en diersoorten (incl. de soorten, die genoemd worden in het Verdrag van Bern, de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn). In de Boswet (1961) is de kap van individuele bomen en bos buiten de bebouwde kom geregeld.
Uitwerking ten aanzien van Magazijnkwartier
Er is een quickscan flora- en faunaonderzoek uitgevoerd voor het project Magazijnkwartier, aan weerszijden van de Magazijnstraat in Tilburg. Het project bestaat uit het renoveren van een aantal kantoren, waarna er studentenwoningen, starterswoningen, stadswoningen, parkeervoorzieningen en commerciële ruimten gerealiseerd worden.
Aeres Milieu is gevraagd het volgende aan te geven:
De volgende conclusies kunnen op basis van de uitgevoerde quickscan worden getrokken. Het volledige rapport is bijgevoegd als bijlage10.
EFFECTEN VAN DE VOORGENOMEN INGREEP
De ingreep
De bestaande gebouwen worden gesloopt en de aanwezige vegetatie wordt verwijderd, waarna er studentenwoningen, starterswoningen, stadswoningen, parkeervoorzieningen en commerciële ruimten gerealiseerd worden.
Effecten op algemene beschermde soorten in het plangebied
Het foerageergebied van enkele algemeen voorkomende beschermde zoogdieren zal tijdelijk (deels) verdwijnen.
Holen en individuen van algemeen voorkomende zoogdieren zullen hierbij mogelijk worden verstoord of verdwijnen. Voor al deze soorten biedt de directe omgeving van het plangebied voldoende andere habitats.
Effecten op algemeen voorkomende vogelsoorten
Door de aanwezige vegetatie (inclusief de klimop) buiten het broedseizoen van de meeste vogelsoorten te verwijderen (dus buiten de periode 15 maart – 15 juli) wordt schade aan vogels, hun eieren en nesten voorkomen.
Effecten op vleermuizen
Tijdens het vleermuizenonderzoek is gebleken dat er geen vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen in het plangebied aanwezig zijn. De geplande ingrepen in het plangebied hebben dan ook geen effect op vleermuizen.
Effecten op de EHS
Het plangebied bevindt zich op circa 2 kilometer afstand van de EHS; dit is een te grote afstand om effecten op de EHS te verwachten.
Effecten op Natura 2000 gebieden
Natura 2000 gebieden en Beschermde Natuurmonumenten liggen op grote afstand (meer dan 4 kilometer) van het plangebied. Deze afstanden is te groot om directe effecten door geluid of visuele hinder op de daar aanwezige soorten en habitats te mogen verwachten.
Flora- en faunawet
Beschermde dieren uit de categorie 'algemene soorten': vrijstelling
Voor het vernietigen van holen etc. en verstoren van beschermde zoogdieren van de categorie 'algemene soorten' voor ruimtelijke ingrepen, bestaat een vrijstelling op grond van 'AMvB artikel 75' van de Flora- en faunawet (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2005). Er hoeft daarom geen ontheffing voor algemene soorten te worden aangevraagd.
Algemene vogels: geen directe schade
Door het verwijderen van de vegetatie buiten de periode 15 maart tot 15 juli (het broedseizoen van de meeste vogels) uit te voeren, wordt directe schade aan algemeen voorkomende vogels, hun nesten en eieren voorkomen. Vogelsoorten waarvan het nest buiten het broedseizoen als een vaste rust- en verblijfplaats wordt gezien, zijn waarschijnlijk afwezig. Er hoeft dus geen ontheffing voor vogels te worden aangevraagd.
Voorkomen doden of verwonden dieren
De in de Flora- en faunawet genoemde 'algemene zorgplicht' is ook op beschermde soorten uit de categorie 'algemene soorten' van toepassing. Beschermde diersoorten (ook die van de categorie 'algemene soorten') die tijdens het verwijderen van vegetatie en het vergraven van grond worden aangetroffen, moeten direct worden gevangen en na afloop van de werkzaamheden in het aangrenzende gebied worden vrijgelaten.
Overige regelgeving
Omdat er geen negatieve effecten op de EHS zijn te verwachten, zijn er op dit punt geen bezwaren vanuit het provinciale natuurbeleid. Omdat er geen Natura 2000 gebieden of beschermde natuurmonumenten in of in de directe nabijheid van het plangebied liggen, is er geen vergunning nodig op grond van de Natuurbeschermingswet (ex artikel 19d lid 1).