direct naar inhoud van Hoofdstuk 6 Wateraspecten
Plan: Centrum Zuid 2008, 2e herziening (Piusplein 26-30)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2011001-e001

Hoofdstuk 6 Wateraspecten

Bestaand watersysteem
Het plangebied is gelegen in het stroomgebied van de Voorste Stroom en Oude Leij en behoort zowel kwalitatief als kwantitatief tot het beheergebied van Waterschap de Dommel.

Het plangebied heeft een bruto oppervlakte van ongeveer 3.150 m² en is in de bestaande situatie nagenoeg volledig verhard. De terreinhoogte is ongeveer 13,40 m + NAP. De bodem betreft zeer à matig fijn zand met afwisseling van leemlaagjes, behorend bij de deklaag. Uit beschikbare gegevens blijkt dat de maatgevende hoogste grondwaterstand ongeveer 12,00 m + NAP is. De ontwatering is voldoende voor het huidig gebruik.

In de bestaande situatie is het perceel aangesloten op het gemengd stelsel. Het afvalwater en het hemelwater stromen af richting het eindgemaal Moerenburg. Daar wordt het afvalwater verpompt naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie Tilburg in beheer van waterschap De Dommel.

Duurzaam stedelijk water
Beleidskader
De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat er, in tegenstelling tot vroeger, meer rekening gehouden moet worden met water. Het huidige beleid van het rijk, de provincie, de waterbeheerder en de gemeente is gericht op een duurzamer waterbeheer. Belangrijk in deze aanpak is het realiseren van veerkrachtige watersystemen die weer de ruimte krijgen, het niet afwentelen van knelpunten in tijd of plaats, de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren', en het reserveren van de ruimte die nodig is voor de wateropgave.

Sinds 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De KRW stelt doelen voor een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlakte- en grondwater in 2015. De EU stelt de normen voor prioritaire stoffen. De ecologische doelstellingen zijn regionaal vastgesteld in het stroomgebiedbeheersplan Maas. De grondwatervoorraad moet stabiel zijn en natuur gebieden mogen niet verdrogen door een te lage grondwaterstand. In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben rijk, provincies, waterschappen en gemeenten afgesproken het beleid van WB21 en de KRW uit te voeren. Het NBW houdt simpel gezegd in dat de watersystemen in 2015 op orde moeten zijn wat betreft waterkwantiteit (WB21), -kwaliteit en ecologie (KRW).

Wat het regionale beleid betreft, beheert Rijkswaterstaat het Wilhelminakanaal, de provincie de grondwatervoorraden en de waterschappen het oppervlaktewater. Het Provinciale Waterplan 2010 - 2015 beschrijft het strategische waterbeleid. De uitvoering van de Europese KRW-doelstellingen is daarin opgenomen. Parallel aan het provinciale beleid, zoeken de waterpartners samen met de betrokken landbouw-, natuur- en andere organisaties samen naar passende oplossingen om deze KRW-doelstellingen te realiseren.

Het waterschap De Dommel heeft het Waterbeheerplan 'Krachtig Water' 2010 - 2015 vastgesteld, in dezelfde periode als het Nationale Waterplan 2010 - 2015 en het bovengenoemde Provinciale Waterplan 2010 - 2015. Het plan beschrijft de doelen en inspanningen van het waterschap, en maakt een indeling in zes thema's: droge voeten, voldoende water, natuurlijk water, schoon water, schone waterbodem en mooi water. Naast dit beheerplan beschikt het waterschap over verschillende beleidsregels en van de Keur waterschap De Dommel (datum intrede 22 december 2009), die van belang is voor eventuele ontwikkelingen.

Het waterbeleid van de gemeente Tilburg is vastgelegd in de Structuurvisie Water en Riolering (SWR), met daarin opgenomen het GRP voor de periode 2010 - 2015, met een visie voor de komende 30 jaar. Bij de totstandkoming van dit beleid zijn de waterbeheerders nauw betrokken. De SWR vervangt het Waterplan (1997), het Waterstructuurplan (2002) en het Gemeentelijk Rioleringsplan (2005-2009), en werkt de nieuwe wet- en regelgeving uit, voornamelijk wat de nieuwe zorgplichten betreft voor het regen- en grondwater, en het actuele rijks-, het provinciale en het regionale beleid.

De visie hanteert de in het Waterplan (1997) vastgestelde algemene doelstellingen voor de lange termijn, gebaseerd op de duurzaamheidgedachte:

  • Streven naar een duurzaam en veerkrachtig watersysteem;
  • Optimalisatie van de waterketen; zuinig en efficiënt gebruik van water;
  • Vergroten van de belevings-, ecologische, economische en recreatieve waarde van water.

Deze visie is samengesteld op basis van bijdragen van burgers, gemeenteraad, en betrokken waterbeheerders. Uit de visie vloeit de opgave voort voor de komende jaren. Als uitwerking van de visie zijn er opgaven geformuleerd en strategische keuzes gemaakt, die gelden als randvoorwaarden voor de ruimtelijke ontwikkelingen in Tilburg. Deze randvoorwaarden geven onder andere invulling aan het water als ordenend principe.

Afwegingen
De afvoerende oppervlakte verandert niet, aangezien het plangebied volledig verhard is in de bestaande situatie. Het plangebied bevindt zich buiten de afkoppelgebieden, waardoor er geen afkoppelopgave rust op de ontwikkeling. Gericht op de op de lange termijn ontvlechting van de gemengde riolering, kan de afwatering het beste gescheiden plaatsvinden: het vuil- en regenwater worden inpandig gescheiden ingezameld en aangeboden bij de perceelgrens voor aansluiting op de gemeentelijke riolering.

Bij de bouwwerkzaamheden worden kabels en leidingen getroffen. Wat de riolering betreft ligt langs de bestaande huisnummers 30-11 t/m 30-31 riolering van de gemengde stelsel. Deze leidingen zorgen in de bestaande situatie voor de afwatering van de om te vormen bebouwing en de daar liggende trottoirs. In de eindsituatie wordt de afwatering van deze oppervlakten in de binnenriolering van het geprojecteerde gebouw georganiseerd. Deze bestaande riolering en kan dan ook worden uitgenomen. Hiervoor dient de initiatiefnemer de werkzaamheden afstemmen met de gemeentelijke rioolbeheerder.

Watersysteem
Voor rekening van de ontwikkelende partij dienen de volgende randvoorwaarden in acht genomen te worden:

  • Bij de inrichting van het plangebied dient men rekening te houden met de bestaande terreinhoogte van het openbaar gebied en de aangrenzende percelen;
  • Ondergrondse bouwdelen worden water- en vochtdicht uitgevoerd tot het maaiveld;
  • De bestaande riolering langs de bestaande huisnummers 30-11 t/m 30-31 wordt uitgenomen; afgestemd met de gemeentelijke rioolbeheerder;
  • Het toepassen van uitloggende materialen is uitgesloten, omdat deze niet worden verwijderd bij de RWZI;
  • Het vrijkomende vuil- en regenwater worden inpandig verzameld en aangeboden bij de perceelgrens aan het Piusplein.

Watertoets
Aangezien er geen sprake is van waterbelangen in het plangebied, hebben waterschap De Dommel en gemeente besloten de watertoets maximaal verkort te volgen. Hierdoor wordt deze waterparagraaf direct verwerkt in het ontwerpplan, zoals in eerder gemaakte afspraken om het vooroverleg vereenvoudigd te volgen. Het waterschap heeft dan ook geen voorlopig wateradvies. Het advies van het waterschap in het kader van de watertoets, wordt dan ook (direct) verstrekt bij de terinzagelegging.