Plan: | Buitengebied De Uiterste Stuiver 2010 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2010009-e001 |
De laatste jaren is het inzicht gegroeid dat er in tegenstelling tot vroeger, meer rekening gehouden moet worden met water. Het huidige beleid van het rijk, de provincie, de waterbeheerder en de gemeente is gericht op een duurzamer waterbeheer. Het Rijk heeft met het Kabinetsstandpunt Anders omgaan met Water, Waterbeleid 21ste eeuw (2000) het advies van de Commissie Waterbeheer 21ste eeuw omarmd. Het waterbeheer moet veranderen om Nederland in de toekomst, wat water betreft, veilig, leefbaar en aantrekkelijk te houden. Belangrijk in de nieuwe aanpak is het realiseren van veerkrachtige watersystemen die weer de ruimte krijgen, het niet afwentelen van knelpunten in tijd of plaats, de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren', en het reserveren van de ruimte die nodig is voor de wateropgave.
Sinds 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De KRW stelt doelen voor een goede ecologische en chemische toestand van het oppervlakte- en grondwater in 2015. De lidstaten kunnen onder strikte voorwaarden tot uiterlijk 2027 uitstel vragen van deze doelstelling. De EU stelt de normen voor prioritaire stoffen. De ecologische doelstellingen mogen de lidstaten en regio's zelf vaststellen. Voor grondwater gelden aparte normen voor chemische stoffen. Ook moet de grondwatervoorraad stabiel zijn en mogen natuurgebieden niet verdrogen door een te lage grondwaterstand.
In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) hebben rijk, provincies, waterschappen en gemeenten afgesproken het beleid van WB21 en de KRW uit te voeren. Het NBW houdt simpel gezegd in dat de watersystemen in 2015 op orde moeten zijn wat betreft waterkwantiteit (WB21), -kwaliteit en ecologie (KRW).
Wat het regionale beleid betreft, beheert Rijkswaterstaat het Wilhelminakanaal, de provincie de grondwatervoorraden en de waterschappen het oppervlaktewater. Het Provinciale Waterplan 2010 - 2015 beschrijft het strategische waterbeleid. De uitvoering van de Europese KRW-doelstellingen is daarin opgenomen. Parallel aan het provinciale beleid, zoeken de waterpartners samen met de betrokken landbouw-, natuur- en andere organisaties samen naar passende oplossingen om deze KRW-doelstellingen te realiseren.
Het waterschap de Brabantse Delta heeft het Waterbeheerplan Brabantse Delta 2015 - 2015 vastgesteld, in dezelfde periode als het Nationale Waterplan 2010 - 2015 en het bovengenoemde Provinciale Waterplan 2010 - 2015. De visie van Brabantse Delta steunt op vier pijlers: dynamische samenleving, verantwoord en duurzaam, inhaalslag beheer en onderhoud en effectief samenwerken. Naast dit beheerplan beschikt het waterschap over verschillende beleidsregels, waarvan de Keur waterschap Brabantse Delta (datum intrede 9 december 2009) van belang is voor eventuele ontwikkelingen.
Het waterbeleid van de gemeente Tilburg is vastgelegd in de Structuurvisie Water en Riolering (SWR), met daarin opgenomen het GRP voor de periode 2010 - 2015, met een visie voor de komende 30 jaar. Bij de totstandkoming van dit beleid zijn de waterbeheerders nauw betrokken. De SWR vervangt het Waterplan (1997), het Waterstructuurplan (2002) en het Gemeentelijk Rioleringsplan (2005-2009), en werkt de nieuwe wet- en regelgeving uit, voornamelijk wat de nieuwe zorgplichten betreft voor het regen- en grondwater, en het actuele rijks-, het provinciale en het regionale beleid.
De visie hanteert de in het Waterplan (1997) vastgestelde algemene doelstellingen voor de lange termijn, gebaseerd op de duurzaamheidgedachte:
Deze visie is samengesteld op basis van bijdragen van burgers, gemeenteraad, en betrokken waterbeheerders. Uit de visie vloeit de opgave voort voor de komende jaren. Als uitwerking van de visie zijn er opgaven geformuleerd en strategische keuzes gemaakt, die gelden als randvoorwaarden voor de ruimtelijke ontwikkelingen in Tilburg. Deze randvoorwaarden geven onder andere invulling aan het water als ordenend principe.
De doelstelling ten aanzien van aquatische ecologie richt zich op een bij het watertype behorende natuurlijke visstand. Het bereiken van de gewenste visfauna moet zoveel mogelijk via een natuurlijke ontwikkeling verlopen. Het uitzetten van vis geschiedt terughoudend en, indien onvermijdelijk, bij voorkeur met soorten van inlandse herkomst. De kwaliteitsdoelstelling in de watergangen is water voor 'karperachtigen'.
Beide kwaliteitsdoelstelling zijn op basis van artikel 1c. van de Wet verontreiniging oppervlaktewater, vastgelegd in artikel 5 van het Besluit kwaliteitsdoelstellingen en metingen oppervlaktewateren en de bijbehorende bijlage III. Beide kwaliteitsdoelstellingen gelden niet voor bovenlopen die van natuur een deel van het jaar droogvallen. Voor dergelijke waterlopen ontwikkelen de waterschappen criteria die behoren bij de natuurlijke condities ter plaatse.
De natuurgebied De Rekken wordt aangepast door het verwijderen van stuwen en het creëren van een nieuwe verbinding tussen bovenloop en benedenloop Donge. Een deel van het debiet van de genormaliseerde Donge wordt daardoor omgeleid net stroomopwaarts van de uitlaat op het Wilhelminakanaal, te oosten van het plangebied. Het doel is de vismigratie mogelijk te maken. De omliggende landbouwgronden moeten echter bewerkt kunnen worden. Bij de aanleg van de Burgemeester Lechterweg is rekening gehouden met de ontgraven van een watergang die op de Rekken uitmondt. Deze twee plannen zijn op elkaar afgestemd: er wordt een deel van de natuurcompensatie gerealiseerd en er is rekening gehouden met het voorkomen van ongewenste vernatting van omliggende landbouwgronden.
In het Basis Rioleringsplan 2005 is geconstateerd dat de hydraulische knelpunten door middel van een secundaire afwateringstructuur opgelost moeten orden. Het betreft de zogenaamde Blauwe Aders. Het hemelwater wordt in eerste instantie afgekoppeld van de gemengde rioolstelsels, geborgen en dan afgevoerd. Een mogelijkheid voor de lozing van de Blauwe Aders is op het Wilhelminakanaal. Volgens de waterschappen en Rijkswaterstaat kan het kanaal niet (veel) water aannemen in verband met hydraulische omstandigheden benedenstrooms Tilburg. Om gebruik te kunnen maken van het kanaal en toch geen ongewenste effecten, is in de Structuurvisie Water en Riolering overwogen kanaalwater te compenseren langs het kanaal, in de vorm van een buffervoorziening ten behoeve van hoogwaterniveaus.
Mede door de slechte waterkwaliteit van het Wilhelminakanaal wordt deze waterberging niet gewenst in de ecologische verbindingszone. Wel kan het een versterkend effect voor de natuur in de Knoop Noord, als de berging gerealiseerd zou worden ten zuiden van de geprojecteerde zwaaikom, of langs het kanaal in de Uiterste Stuiver, naast de ecologisch verbindingszone langs de Burgemeester Lechterweg. De uitwerking van deze plannen zijn gepland voor het volgende planperiode van de Structuurvisie Water en Riolering. Een nog nader te bepalen gebied in de omgeving van de Uiterste Stuiver wordt aangemerkt als zoekgebied ten behoeve van waterberging.
De Donge / Oude Leij heeft in het Provinciaal Waterplan een functie 'Verweven' gekregen en is in het Koepelplan de uitvoeringsstrategie 'integrale beekdalontwikkeling multifunctioneel gebruik aangegeven. De uitwerking richt zich daarbij op een mix van doelstellingen waarbij het zo mogelijk verbeteren van de natuurwaarden in de beek en het beekdal steeds in relatie wordt gezien tot het realiseren van andere doelstellingen, zoals waterberging. Uitgangspunt bij de verdere uitwerking is dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de natuurlijke processen. Het gaat bij deze waterlopen om het afstemmen van verschillende doelstellingen en gebruiksvormen en niet om een afzonderlijke waterhuishoudkundige functie. Indien dit voor de uitvoering van het beleid van belang is, kunnen waterschappen in de beheersplannen zelf een functie aan dergelijke waterlopen toekennen. De provincie zal de realisering van de doelstellingen voor de betreffende beken stimuleren door de middelen voor de inrichting van waterlopen ook voor deze categorie ter beschikking te stellen.