direct naar inhoud van 4.4 Volkshuisvesting
Plan: Noordhoek 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2010004-e001

4.4 Volkshuisvesting

4.4.1 Woonvisie

Het gemeentelijk woonbeleid (zowel kwalitatief als kwantitatief) volgt primair uit de vierjaarlijkse WoonVisie. Hierin komen thema's en trends in het wonen aan de orde, worden actuele knelpunten geduid en worden de woonopgaven voor de komende jaren benoemd. Het centrale thema in de WoonVisie is het streven naar een 'stad in balans' , een stad waarin voldoende mate van differentiatie in het woningaanbod is zodat iedereen passende woonruimte kan vinden. Om meer aansluiting te vinden bij de huidige en toekomstige woonbehoeften is de gemeente in de WoonVisie ingedeeld in vijf woonmilieus: Centrum-stedelijk, Stedelijk-buiten-centrum, Groen-stedelijk, (Centrum)-dorps en Landelijk. Daarbij wordt per gebied aangegeven in welke richting het zich moet ontwikkelen om aan het gewenste woonmilieu te voldoen. Bij (woningbouw)ontwikkelingen in een bepaald gebied dient nadrukkelijk rekening te worden gehouden met deze woonmilieuopgave.

Woonvisie Oud-Zuid

Het plangebied valt in volkshuisvestelijke zin binnen ´Oud-Zuid´. De kwaliteit van de woning en de woonomgeving wordt in de WoonVisie onder andere benaderd door het benoemen van woonmilieus. Het huidige woonmilieu van Oud Zuid kan getypeerd worden als een buiten-centrum woonmilieu. De WoonVisie geeft aan dat het door de aangrenzende ligging van de Binnenstad wenselijk is om delen van Oud-Zuid te transformeren tot een centrum-stedelijk woonmilieu. Het gaat hierbij om de omgeving van de Korvelseweg/Korvelplein en het Stadspark, het Voltterrein en de Spoorzone (Hart van Brabantlaan). Deze transformatie kan met name door verdichting plaatsvinden. Verdichting betekent in dit geval dat vooral gedacht moet worden aan gestapelde bouw of grondgebonden stadswoningen in meerdere lagen. Wat betreft doelgroep zal het centrum gerichte woonmilieu meer gericht zijn op één- en tweepersoonshuishoudens en diverse inkomensgroepen, zoals empty-nesters, ouderen en starters.

Voor de overige delen van Oud-Zuid geeft de WoonVisie aan vooral in te steken op versterking van het huidige woonmilieu, het buiten-centrum milieu. Het gaat hierbij zowel om een kwaliteitsslag binnen de woningvoorraad, als om een verbetering van de inrichting en beheer van het openbaar gebied. Ten aanzien van de woningvoorraad geeft de WoonVisie voor Oud-Zuid aan het aandeel in de koopsector te willen vergroten, bijvoorbeeld door sloop en vervangende nieuwbouw.

4.4.2 Nota Wonen en Monitor Woningbouw 2009

Uit de Nota Wonen en de Monitor Woningbouw 2009 blijkt dat de aandacht van de gemeente en de bouwprocespartners gericht moet blijven op kwaliteitsbevordering van de woningmarkt. De verleiding bestaat om een woonproduct aan te bieden dat minder toekomstbestendig is. Om aan te sluiten bij de structurele wens van consumenten een kwaliteitsslag te maken, dient de beleidsfocus van de gemeente en andere partijen zich te richten op een gedifferentieerd aanbod naar woningtypen en woonmilieus. Met name groenstedelijke en dorpse woonmilieus zijn populair. Onder kwaliteit wordt ook verstaan levensloopbestendigheid, duurzaamheid en vormen van (particulier) opdrachtgeverschap.

4.4.3 Toetsingskader nieuwbouw appartementen

De gemeente heeft vanwege het surplus aan plannen voor de bouw van appartementen besloten nadrukkelijker sturing te geven aan de nieuwbouw van appartementen in Tilburg door bouwplannen te prioriteren. Prioritering zal plaatsvinden aan de hand van het in 2006 door de raad vastgestelde toetsingskader. Plannen worden getoetst aan het gewenst woonmilieu, ruimtelijk-stedenbouwkundige inpassing, consumentgerichtheid en de vraag of het plan onderdeel uitmaakt van een voor de gemeente prioritaire gebiedsontwikkeling.

4.4.4 Kwalitatief Woningbehoefteonderzoek

De gemeente Tilburg voert iedere vier jaar een woningbehoefteonderzoek uit. Het meest recente onderzoek is uitgevoerd in 2008, waaruit blijkt dat de Tilburgse woningmarkt in kwalitatief opzicht nog niet in evenwicht is. Als de vraag naar woningen wordt afgezet tegen het aanbod, dan blijken de tekorten zich vooral voor te doen in de koopsector. Het gaat dan om een tekort aan (dure) vrijstaande woningen en twee-onder-een-kap-woningen, (goedkope) rijtjeshuizen en (middeldure) flats/appartementen met lift. In de huursector is behoefte aan meer flats/appartementen met lift en bestaat vooral een tekort aan goedkope rijtjeswoningen.

Woningbehoefte voor Oud-Zuid

Het plangebied valt in volkshuisvestelijke zin binnen ´Oud-Zuid´. Uit het Kwalitatief Woningbehoefteonderzoek (Gemeente Tilburg, 2008) is gebleken dat Oud-Zuid veel eenpersoonshuishoudens tot 55 jaar en 18-35 jarigen kent. Het gemiddeld besteedbare huishoudinkomen is wat lager dan gemiddeld. De wijk telt vrij veel rijtjeshuizen en meergezinswoningen, die een relatief lage huur- of een lage koopprijs hebben. In de wijk Oud-Zuid zijn relatief iets meer huurwoningen dan het Tilburgse gemiddelde. In de wijk is 24% van de woningvoorraad geschikt voor ouderen tegen een gemiddelde van 19% voor heel Tilburg.

De tevredenheid met de woning blijft licht achter bij het Tilburgse gemiddelde. Verder blijkt uit het Kwalitatief Woningbehoefteonderzoek dat ook de tevredenheid met de woonomgeving niet zo groot is.

4.4.5 Nota particulier opdrachtgeverschap

De gemeente Tilburg wil bevorderen dat mensen meer zeggenschap en keuzevrijheid krijgen in de bouw van woningen. Dat kan onder andere door particulier opdrachtgeverschap te stimuleren. Tot en met 2010 wil de gemeente Tilburg 16% van de nieuwbouwwoningen met particulier opdrachtgeverschap realiseren. Na 2010 wil de gemeente dit percentage continueren en waar mogelijk verhogen.

4.4.6 Nota Wonen-Zorg

De huisvesting van zorgbehoevenden (ouderen en gehandicapten) is een belangrijk aandachtspunt van het Tilburgse woonbeleid. Een belangrijke doelstelling is dat deze groep zoveel mogelijk wordt gemengd met de overige bevolking. Streven hierbij is wel dat er voldoende zorg, welzijn en diensten in de nabijheid zijn, dan wel gerealiseerd worden. Hiertoe is het principe van servicewijken ontwikkeld, waarbij woon-, zorg- en dienstverleningsfuncties in een bepaald gebied optimaal op elkaar worden afgestemd. Bij nieuwe uitleglocaties dient invulling aan dit principe te worden geven. Ten aanzien van woningbouwontwikkeling in bestaand stedelijk gebied geldt dat er gestreefd moet worden naar het creëren dan wel versterken van servicewijken.