direct naar inhoud van 6.4 Bebouwingsstructuur
Plan: Hoge Hoek
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2009045-e001

6.4 Bebouwingsstructuur

Zoals hiervoor is aangegeven, worden de afzonderlijk scherven, welk door de ontsluitings- en groenstructuren ontstaan “ingevuld” met woningbouw. Uitgangspunt is het realiseren van een zogenaamd “dorps” karakter, waarbij woningen zijn gesitueerd aan en georiënteerd op de openbare wegenstructuur en waarbij de achterzijde van de woningen gezamenlijk de meer private binnenruimten vormen. De bestaande rand van de huidige kern Berkel-Enschot krijgt door het toevoegen van nieuwe bebouwing met een dergelijk bebouwingsstructuur een duidelijke voorzijde richting het buitengebied.

De gekozen opzet voor de bebouwingsstructuur biedt optimale mogelijkheden voor de gewenste differentiatie in woningtypologieën. Een en ander is afhankelijk van de kwalitatieve woningbehoefte en de woningbouwmarkt. Binnen de bebouwingsstructuur kunnen vrijstaande, halfvrijstaande, aaneengesloten en gestapelde woningen naast elkaar een plaats krijgen.

Vanuit ruimtelijk oogpunt verdient het daarbij de voorkeur om meer geconcentreerde woningtypen te situeren aan de zuid-west zijde van het plangebied, aansluitend op de bestaande woonbebouwing van Berkel-Enschot. In noord-oostelijk richting is een meer open verkaveling gewenst om een geleidelijke overgang naar de bestaande lintbebouwing van de Molenstraat te kunnen waarborgen.

In het gebied langs het spoor is daarentegen juist een meer “gesloten” situering van woningen gewenst, om de geluidsbelasting op de gevels van de achtergelegen woningen te beperken. Om te voorkomen dat schuttingen en andere erfafscheidingen het beeld gaan domineren is ervoor gekozen om de woningen met de voortuin naar het buitengebied te positioneren.

Een tweetal locaties binnen het plangebied worden uitermate geschikt geacht voor het realiseren van zowel in hoogte als in massa afwijkende bouwvolumes. Niet alle bebouwing in een dorp is immers per definitie klein. In of bij een dorp bestaan van oudsher grote elementen, zoals kerken, kloosters, kastelen en buitenplaatsen. Zij dragen bij aan de structuur van het dorp en dienen als oriëntatiepunt. Op de locatie langs de spoorlijn kan een woongebouw van appartementen in de vorm van een “klooster” het nieuwe woongebied markeren. Deze “kloosterappartementen” krijgen een hoogte van maximaal 3 lagen met een kap. Aan beide zijden van het klooster ontstaan openingen in de dorpsrand welke uitzicht bieden over het nabij gelegen landschap.

Centraal in het plangebied als “hart” van het plangebied wordt een woonvorm van “hofwoningen c.q. hofappartementen” voorgestaan. Het betreft hierbij een cluster van woningen en appartementen in de vorm van één tot twee woonlagen met een kap.

Daarnaast worden de entrees van de wijk, daar waar de dragers aansluiten op de gebiedsontsluitingsweg, geaccentueerd door twee bijzondere langsgevelboerderijen op een met een brede haag begeleid erf. Deze “boerderijen” geven onderdak aan een drie- tot viertal woningen. Het betreft hier één hoofdmassa met een forse kap.

Variatie in de situering van de woningen ten opzichte van de wegen kan bijdragen aan het gewenste dorpse karakter van het plangebied. Hierbij komen veel smalle privézones voor die aan het openbaar gebied grenzen.

Binnen het plangebied heeft de rooilijn geen vaste maat. Er komen diverse verspringingen in de rooilijn tussen de verschillende woningtypes voor om de kleinschaligheid en diversiteit van het plan te waarborgen. Alle woningen hebben een (ruime) achtertuin. Bij een groot aantal hoekwoningen zijn zijtuinen binnen het plan opgenomen. Deze zijtuinen spelen een belangrijke rol bij het uitgangspunt om een groen en landelijk beeld te realiseren. De hoofdmassa van alle woningen dient te bestaan uit 1 of maximaal 2 bouwlagen met een kap.

Binnen het onderhavige plangebied is ook de herontwikkelingslocatie “De Zomerkoning” meegenomen. De bestaande woningen aan de Raadhuisstraat 1 en 3 blijven behouden en er worden twee nieuwe vrijstaande woningen toegevoegd. Tevens wordt er een horecagelegenheid gerealiseerd. Hierbij geldt dat de bestaande burgerwoning aan de Raadhuisstraat 1 zal worden omgezet naar een bedrijfswoning. In verband met de realisatie van de planontwikkeling "De Zomerkoning" zullen de bestaande werktuigenloods en tuinbouwkas worden gesloopt. De bestaande waterbron zal hierbij behouden blijven ten behoeve van de besproeiing van de locatie "De Zomerkoning".

Kenmerkend voor de toekomstige ruimtelijke eenheid is de individuele herkenbaarheid van de woningen en de horecavestiging. Als horecavestiging is uitsluitend toegestaan een brasserie, eetcafé, lunchroom en/of theehuis in combinatie met een kinderspeel- en spelruimte en met daaraan ondergeschikt een vergaderruimte. Een deel van deze nieuwe functies zal worden gehuisvest in de ondergrondse kelder.

Een en ander aansluitend op de karakteristiek van de dorpse lintbebouwing met zijn kleinschaligheid en diversiteit. Iedere bebouwingsvorm heeft haar eigen gezicht maar vormt toch een samenhangend geheel met de andere woningen van het plangebied.

De hoofdmassa van de horecavestiging dient eenvoudig van opzet te zijn met 1 of 2 bouwlagen en een kap. De twee toekomstige vrijstaande woningen mogen bestaan uit 1½ tot 2 bouwlagen met een kap. De percelen hebben een dusdanige maat dat ruime tuinen gerealiseerd kunnen worden. Ter plaatse van de buitenruimte van de horecavestiging kan worden voorzien van een speelgelegenheid voor kleine kinderen en een groot terras.

Gemeentelijk monument

De woning op het adres Raadhuisstraat nummer 1 heeft de status van gemeentelijk monument. Binnen dit nieuwe bestemmingsplan is voor deze woning, middels een specifieke bouwaanduiding ´gemeentelijk monument´, de Monumentenverordening van de gemeente Tilburg van toepassing.