3.8 Bestemmingsplan ´Spoorzone Berkel-Enschot, 1999´
Het bestemmingsplan ´Spoorzone Berkel-Enschot, 1999´ is op 19 december 2001 onherroepelijk vastgesteld. Het bestemmingsplan beoogt de realisatie van een woonbuurt van 220 tot 280 woningen. Het grootste deel van de gronden in het plangebied heeft een uit te werken bestemming gekregen. Dit betekent dat de plannen niet direct uitvoerbaar zijn, het gemeentebestuur kan op basis van de bestemming geen omgevingsvergunningen voor het bouwen van een bouwwerk verlenen. Om uitvoering aan het plan te kunnen geven, heeft de gemeenteraad de verplichting uitwerkingsplannen vast te stellen. De kaders waaraan de plannen moeten voldoen zijn in het bestemmingsplan aangegeven.
Voor de gronden op de kaart aangewezen als ´Woongebied (W(UW))´ gelden de navolgende punten:
- Van de gronden is 65% bedoeld voor woningbouw.
- Op de gronden mogen vrijstaande, halfvrijstaande en geschakelde woningen in laagbouw, woningen in gesloten bebouwing en patiowoningen.
- Het grondgebruik dient te leiden tot een minimaal aantal woningen van 220 en een maximaal aantal woningen van 280.
- Het bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan 30% met dien verstande dat een vrijstelling mogelijk is tot 40%.
- De woonstraten en bebouwingsstroken dienen zoveel mogelijk oost-west gericht te zijn (met een afwijking van maximaal 20º in beide richtingen).
- Ter plaatse van de aanduiding ´indicatie groenvoorziening´, dan wel binnen een afstand van maximaal 50 m ter weerszijden daarvan, worden de desbetreffende gronden met waterpartijen en watergangen, groen- en speelvoorzieningen, kunstwerken en wandelgelegenheid ingevuld met de op de kaart aangegeven maat dan wel met een afwijking van 25%.
- Wat de parkeergelegenheid betreft wordt uitgegaan van de parkeernorm die ten tijde van de uitwerking gebruikelijk is en door de gemeenteraad wordt vastgesteld.
- Binnen de geluidscontouren die zijn opgenomen in het akoestisch rapport mogen geen woningen met geluidsgevoelige ruimten op de aangegeven hoogten worden gebouwd, tenzij tegen de bouw van de woningen geen wettelijke belemmeringen bestaan. Binnen de milieuzone die op de kaart is aangegeven mogen eveneens geen woningen worden gebouwd tenzij blijkt dat tegen het bouwen van woningen geen belemmeringen bestaan.
- De geluidwerende voorzieningen dienen op zodanige plaats en met zodanige hoogte te worden gebouwd dat de woningen in het plangebied kunnen worden gebouwd met inachtneming van de eisen van de Wet Geluidhinder.
- Binnen de op de kaart aangegeven bebouwingsvrije zone mag in verband met de aanwezigheid van de noordelijk gelegen leidingenzone niet worden gebouwd, anders dan met een vrijstelling (geen strijdigheid met het belang van de leidingen: toetsingszone).
- Langs de watergangen die voor de waterhuishouding in het gebied van belang zijn, wordt een strook van 4 m aan weerszijden gereserveerd voor onderhoud.
Enkele bestaande functies zijn overeenkomstig de bestaande functie bestemd: de spoorbaan en de leidingenzone.