direct naar inhoud van 3.1 Ruimtelijke Structuurvisie 2020
Plan: HaVeP-terrein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008030-e001

3.1 Ruimtelijke Structuurvisie 2020

De Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2020 is een integraal ruimtelijk plan voor de gehele gemeente Tilburg. Deze visie is de opvolger van het 'Stadsbeheerplan Tilburg' uit 1990. De structuurvisie is de ruimtelijke vertaling en onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente Tilburg op de gebieden wonen, werken, voorzieningen, recreatie, mobiliteit, natuur, water en landbouw tot 2020.

´Tilburg, stad van contrasten´ vormt het leidende thema voor de ruimtelijke ontwikkeling en dus het ruimtelijk beeld in de toekomst; contrasten tussen stad en landschap, tussen de stad en de omliggende dorpen, maar ook tussen de stedelijke en de dorpse elementen in de stad. De ruimtelijke contrasten die Tilburg karakteriseren maken de kwaliteiten van de stad zichtbaar. Kiezen voor het benutten en versterken van deze kwaliteiten betekent een verbijzondering van Tilburg ten opzichte van de andere grote steden in Noord-Brabant: een prettige stad om in te verblijven met een goed voorzieningenniveau, woningen en arbeidsplaatsen voor alle geledingen van de bevolking en gelegen in een blijvend groene omgeving.

De speerpunten van de Ruimtelijke Structuurvisie zijn de volgende:

  • a. Het buitengebied van Tilburg is gevarieerd, wordt behouden en verder versterkt.
  • b. Primair wordt de invulling van de verstedelijkingsopgave gezocht in het bestaand stedelijk gebied (binnen de tangenten). Soms is benutting van het buitengebied echter onvermijdelijk, bijvoorbeeld om de vereiste variatie in woonmilieus aan te bieden. Ruimtelijke ingrepen in het buitengebied zijn altijd kleinschalig en worden alleen gerealiseerd op die plaatsen die op grond van de bestaande kwaliteiten van water, bodem, ecologie en cultuurhistorie zijn geselecteerd.
  • c. De kenmerkende ruimtelijke structuur van oude linten en historische driehoekige pleinen blijft altijd herkenbaar. Op enkele plaatsen in de stad wordt op verantwoorde wijze geïntensiveerd. Op plekken met een hoge dynamiek is hoogbouw toegestaan.
  • d. De noodzakelijke intensivering van het stedelijk gebied mag niet ten koste gaan van het structurele groen in de stad.

De Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2020 is door de Raad vastgesteld in januari 2005.

In de ruimtelijke structuurvisie wordt gesteld dat aan de Ringbanen een verscheidenheid aan functies, waaronder op veel plaatsen wonen voorkomt. Om die reden wordt gesteld dat hoogbouw boven de 30 meter over het algemeen niet wenselijk is aan de Ringbanen. Een uitzondering wordt echter gemaakt voor bijzondere plekken in het stedelijk weefsel. Het onderhavig plangebied is in de ruimtelijke structuurvisie aangeduid als een bijzondere plek in het weefsel. Om die reden mag hier een beperkte oppervlakte tot 70 meter hoogte voor de hoofdgebruiksfunctie worden gebouwd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008030-e001_0002.jpg"

Figuur 2: beleid hoogbouw ruimtelijke structuurvisie Tilburg 2020

Hoogbouwbeleid

Aanvullend op de ruimtelijke structuurvisie is specifiek beleid voor hoogbouw in de gemeente Tilburg vastgelegd in de Handreiking Hoogbouw, die op 29 oktober 2007 is vastgesteld door de raad van de gemeente Tilburg.

De gemeente Tilburg staat positief tegenover hoogbouw. Hoogbouw stimuleert de bedrijvigheid, draagt bij aan functiemenging, zorgt voor herkenbaarheid, de leesbaarheid van de stad, kan bijdragen aan de verbetering van de openbare ruimte en zorgt voor het zuinig omgaan met ruimte.

Onder hoogbouw worden gebouwen hoger dan 15 meter verstaan. Hoogbouw kan niet overal in de stad. De gemeente Tilburg geeft in de Handreiking Hoogbouw aan waar zij in de stad op de lange termijn hoogbouw wenselijk acht. Dit is aangegeven op een prioriteitenkaart. Met rood is het voorkeursgebied aangegeven, met geel het gebied waar hoogbouw overwogen kan worden en met grijs de gebieden waar hoogbouw ongewenst is.

Locaties waar de gemeente graag hoogbouw ziet zijn: de Spoorzone tot aan de Universiteit van Tilburg, de Kempenbaan en het Laar.

De plekken waar hoogbouw het overwegen waard is, zijn gebieden langs de hoofdinfrastructuur zoals de Ringbanen, gebieden langs stadsranden en groenranden zoals Piushaven, het St. Elisabeth Ziekenhuis en het Wandelbos en de (winkel)centra Wagnerplein, Paletplein, Heyhoef en De Knoop. Zie onderstaande figuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008030-e001_0003.jpg"

Figuur 3: hoogbouw prioriteitenkaart

Het onderhavig plangebied is gelegen aan de Ringbaan Zuid. De Ringbanen worden aangegeven als één van de plekken in Tilburg waar hoogbouw het overwegen waard is. In overleg met de gemeente Tilburg is het HaVep-terrein aangewezen als een plek, waar hoogbouw in principe toegestaan is. Het plangebied is een overgangsgebied van de Ringbaan naar de oude stad. Daarnaast is de plek knooppunt in het stedelijk weefsel. Rechtstreeks aan de Ringbaan Zuid wordt daarom hoogbouw mogelijk geacht. In de uitwerkingsregels van de nog uit te werken bestemming Woongebied, is het daarom mogelijk om conform de onderliggende stedenbouwkundige visie voor dit terrein tot 70 meter hoog te bouwen. Wanneer de uitwerking plaatsvindt wordt dit geconcretiseerd, rekening houdend met de uitwerkingsregels.

Leidraad voor de Linten

De gemeente Tilburg wil iets doen aan de achteruitgang van de historische linten in de stad. Linten zijn wegen die van oudsher dienden om buurtschappen (de zogenaamde herdgangen) met elkaar te verbinden. Wegen zoals bijvoorbeeld de Bredaseweg, de Korvelseweg, de Besterdring en andere linten zijn in de laatste eeuw langzaamaan volgebouwd met bijvoorbeeld massale appartementencomplexen die niet iedereen waardeert en ook de bedrijven aan de linten kregen het moeilijk. Een goed management van de linten moet deze achteruitgang een halt toeroepen.

De gemeentelijke ambitie betreft:

  • a. Behoud en stimulering van de dynamiek van de bedrijvige linten.
  • b. Bescherming van de historische structuur en het erfgoed, alsmede aandacht voor de historische uitstraling van de linten.
  • c. Vergroting van de herkenbaarheid van de linten.
  • d. Behoud en bevordering van de diversiteit van het wonen aan de linten met respect voor de historische perceelsgewijze bouwwijze.
  • e. Introductie van een nieuwe manier van bouwen die meer bijdraagt aan het karakter en de sfeer van de linten.

In de periode tot de zomer van 2010 gaat de gemeente aan de slag met de linten Besterdring en Korvelseweg. Tijdens deze experimentele fase is het doel vooral om ervaring op te doen met lintenmanagement. Daarnaast gaat de gemeente aan de slag met een leidraad waarin op een veel breder vlak aandacht is voor de linten.

Het college heeft de voorlopige ruimtelijke uitgangspunten voor alle linten binnen de ringbaan in een leidraad opgenomen. Hierin staan hoofdstukken over historisch erfgoed, woningbouw, economie, stedenbouw, verkeer en openbare ruimte. En natuurlijk ook de nieuwe Lintenkaart. In de experimentele fase wordt projectontwikkelaars en architecten gevraagd alvast rekening te houden met deze leidraad. De leidraad is vastgesteld in de commissie Fysiek van 21 september 2009.

Het plangebied grenst aan de Oude Goirleseweg, welke onderdeel uitmaakt van een historisch lint. Zomerstraat - Korvelseweg - Laarstraat - Oude Goirleseweg. Dit lint wordt gekenmerkt als een 'bedrijvig lint'. In dit lint wil de gemeente bedrijvigheid en een flexibele begane grond stimuleren. Functiemenging, diversiteit en meervoudig ruimtegebruik worden voorgestaan. Aan de Oude Goirleseweg wordt woonbebouwing mogelijk gemaakt waarbij een beroep aan huis of via afwijking met omgevingsvergunning een bedrijf aan huis voorgestaan wordt. Met de korrel van de woningen wordt aangesloten bij het bestaande lint.