Plan: | Buitengebied De Voorste Stroom |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2008029-e001 |
Op 31 januari 2005 is de Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2020 door de Raad vastgesteld. Deze visie is de opvolger van het 'Stadsbeheerplan Tilburg'. De structuurvisie is de ruimtelijke vertaling en onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente Tilburg op de gebieden wonen, werken, voorzieningen, recreatie, mobiliteit, natuur, water en landbouw tot 2020. 'Tilburg, stad van contrasten' vormt het leidende thema voor de ruimtelijke ontwikkeling en dus het ruimtelijk beeld in de toekomst; contrasten tussen stad en landschap, tussen de stad en de omliggende dorpen, maar ook tussen de stedelijke en de dorpse elementen in de stad. De ruimtelijke contrasten die Tilburg karakteriseren maken de kwaliteiten van de stad zichtbaar. Kiezen voor het benutten en versterken van deze kwaliteiten betekent een verbijzondering van Tilburg ten opzichte van de andere grote steden in Noord-Brabant: een prettige stad om in te verblijven met een goed voorzieningenniveau, woningen en arbeidsplaatsen voor alle geledingen van de bevolking en gelegen in een blijvend groene omgeving.
Over het bestemmingsplangebied worden de volgende richtinggevende uitspraken gedaan:
Het concept Structuurplan Noordoost 2020 geeft op hoofdlijnen aan welke ruimtelijke ontwikkelingen in het noordoosten van Tilburg wenselijk zijn. Dit structuurplan is de herziening van de verouderde Structuurvisie uit 1995 en een uitwerking van de Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2020. Het structuurplan Noordoost 2020 geeft richting aan beslissingen over locatie- en bestemmingsvragen op basis van actuele inzichten en recent beleid. Het structuurplan kijkt vooruit tot 2020, net zoals de Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2020 en het Streekplan Noord-Brabant. Het structuurplan is tot stand gekomen door de opgaven van wonen, werken en groen af te stemmen met de ruimtelijke mogelijkheden van het gebied.
Tilburg is een 'stad van contrasten'. De gemeente kenmerkt zich zowel door haar dorpse karakter, met veelal kleinschalige elementen, als haar stedelijk karakter. Tilburg kiest voor een balans tussen de stedelijkheid enerzijds en de kleinschaligheid anderzijds. Tevens kiest Tilburg ervoor om binnen de tangenten en in de bestaande stad in het bijzonder intensief te bouwen en buiten de tangenten de nadruk te leggen op het zoveel mogelijk handhaven en benutten van bestaande landschappelijke, historische en dorpse kwaliteiten.
Hoogeind
Het gebied Hoogeind ligt in het plangebied van het structuurplan Noordoost. In de Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2020 is het gebied Hoogeind weergegeven als alternatieve locatie voor de NS-werkplaats. Voor het vestigen van Nedtrain op Loven Noord is ondertussen een bestemmingsplanprocedure gevolgd. Hierdoor is de locatie Hoogeind komen te vervallen voor vestiging van Nedtrain. Het gebied behoudt in dit geval haar huidige hoedanigheid. Na de vaststelling van de Ruimtelijke Structuurvisie Tilburg 2020 is gebleken dat de locatie Hoogeind is afgevallen als potentiële locatie voor de NS-werkplaats. Vanuit de raadscommissie Fysiek van 20 mei 2005 is vervolgens de vraag gekomen om het gebied nogmaals onder de loep te nemen en de mogelijkheden/potenties van het gebied in beeld te brengen. In dit kader is in het Structuurplan Noordoost een verkenning gedaan naar de potenties en mogelijkheden van dit gebied.
Het gebied Hoogeind ligt ingeklemd tussen Tilburg-Loven, Berkel-Enschot en Moerenburg. Het gebied (in het verleden ook wel De Spie/Enschotsebaan genoemd) is een hoofdzakelijk agrarisch gebied. De geplande ecologische verbindingszone tussen de natuurgebieden in Noordoost en Moerenburg, die door Loven Noord zal gaan lopen, is ook gelegen in dit gebied. Het gebied heeft een geïsoleerde ligging; de locatie ligt ingesloten tussen het spoor (westen) en de tangent (noorden) die als een soort van 'dijk' in het landschap ligt. De openheid en de landschappelijke uitstraling is de kracht van het gebied. Verstedelijking zal de beleving van het landschap doen verminderen. Hoogeind vormt een 'rustpunt' in het landschap waar men kan 'bijkomen van de stad en wennen aan het dorp'. Door het openhouden van Hoogeind wordt tevens tegengegaan dat Berkel-Enschot (nog meer) aan de stad Tilburg groeit.
Verstedelijking in Hoogeind is niet kansrijk in het gebied. De milieubelemmeringen zijn dermate groot en niet wegneembaar, dat de ontwikkeling van woningen tot enorme kosten zal leiden (geluidshinder industrielawaai, lawaai spoor en tangent).
Ook de bereikbaarheid van het gebied is niet toereikend. Over het algemeen is deze zelfs zo slecht, dat realisatie van mogelijke bedrijvigheid en woningbouw niet wenselijk is. Met name het gebied aan de Enschotsebaan is slecht bereikbaar vanuit Tilburg en Berkel-Enschot. Ook de onderlinge verbindingen tussen de deelgebieden in Hoogeind zijn niet optimaal: het hele uitgestrekte gebied ten zuiden van de Bosscheweg wordt afgesloten door het talud van de tangent met slechts een beperkte onderdoorgang naast het spoor (o.a. tunneltje van krap 3,5 meter). Het is ook niet mogelijk om de Bosscheweg over te steken.
Het gebied Streepstraat en omstreken is het enige gedeelte van Hoogeind dat goed ontsloten is. Vanwege de milieubeperkingen is verstedelijking op deze locatie niet mogelijk. Wel kan de locatie - indien de behoefte aanwezig is - in aanmerking komen als (buiten)sportaccommodatie.