direct naar inhoud van Artikel 7 Agrarisch met Waarden-4
Plan: Buitengebied De Voorste Stroom
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008029-e001

Artikel 7 Agrarisch met Waarden-4

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Functie

De voor 'Agrarisch met Waarden-4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van natuurwaarden, landschappelijke en hydrologische waarden in het algemeen;
  • c. bijbehorende en ondergeschikte verharde en onverharde paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. extensief recreatief medegebruik;
  • f. bouwwerken van algemeen nut.
7.1.2 Functie-aanduidingen
  • a. Ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'specifieke vorm van agrarisch met waarden-landschappelijk open gebied';
    • 2. 'specifieke vorm van agrarisch met waarden-natuurontwikkelingsgebied';
    • 3. 'specifieke vorm van agrarisch met waarden-leefgebied kwetsbare soorten';
    • 4. 'landschapswaarden';
    • 5. 'pad';

zijn de voor 'Agrarisch met Waarden-4' aangewezen gronden tevens bestemd voor behoud, herstel en ontwikkeling van de desbetreffende waarden en/of functies.

  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt uitgesloten' is de functie bomenteelt niet toegestaan.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden in het algemeen de volgende regels:

  • a. Bestaande bebouwing, welke krachtens een bouwvergunning is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' mag niet worden gebouwd.
7.2.2 Gebouwen

Op de gronden binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.

7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de gronden binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht ten behoeve van de op grond van 7.1.1 en 7.1.2 toegelaten functies, en met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven, en
  • b. tijdelijke en permanente teeltondersteunende voorzieningen, kuilvoerplaten en sleufsilo's niet zijn toegestaan.
7.2.4 Ondergronds bouwen

Op de gronden binnen deze bestemming mag niet ondergronds worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

7.3 Aanlegvergunning
7.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden-landschappelijk open gebied' alsmede ter plaatse van gronden zonder functie-aanduiding:
    • 1. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100m2 per perceel of met meer dan 0,60m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd;
    • 2. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
    • 3. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
    • 4. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
    • 5. het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
    • 6. het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
    • 7. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voor zover groter dan 100 m2 per perceel.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden-natuurontwikkelingsgebied':
    • 1. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m2 per perceel of met meer dan0,40 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd;
    • 2. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40m onder maaiveld;
    • 3. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
    • 4. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
    • 5. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
    • 6. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voor zover groter dan 100 m2 per perceel.
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden-leefgebied kwetsbare soorten':
    • 1. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m2 per perceel of met meer dan 0.40 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd;
    • 2. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0.40 m onder maaiveld;
    • 3. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
    • 4. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
    • 5. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
    • 6. het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
    • 7. het aanleggen of aanplanten van hoger dan 1,5 m opgaand of dieper dan 0.40 m wortelend houtgewas met agrarische productiefunctie;
    • 8. het permanent (voor meer dan 2 jaar aaneengesloten) omzetten van grasland naar een andere bodemcultuur;
    • 9. het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
    • 10. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden':
    • 1. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100m2 per perceel of met meer dan 0,40m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd;
    • 2. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40m onder maaiveld;
    • 3. het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) oppervlaktewateren;
    • 4. het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of bemaling;
    • 5. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
    • 6. het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilrand en het verwijderen van paden of onverharde wegen;
    • 7. het aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voor zover groter dan 100 m2 per perceel.
7.3.2 Uitzonderingen

Het in 7.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
7.3.3 Toelaatbaarheid

De in 7.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in 7.1.1 en 7.1.2 genoemde waarden en/of functies. Alvorens te beslissen over het verlenen van een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij het waterschap, voor zover de afweging mede betrekking heeft op hydrologisch waardevol gebied, en bij het gemeentelijke Team ABC, voor zover de afweging mede betrekking heeft op cultuurhistorisch waardevol gebied.

7.4 Wijzigingsbevoegdheid
7.4.1 Wijziging naar bestemming 'Natuur' of 'Bos'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemmingen 'Natuur' en/of 'Bos' ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van natuur en/of bos, met dien verstande dat de wijziging uitsluitend plaats kan vinden ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid, zoals het beleid voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een ecologische verbindingszone, het landschappelijk raamwerk en natuur- en/of landschapscompensatie buiten de EHS.

7.4.2 Wijziging naar bestemming 'Water'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming 'Water' ten behoeve van behoud en/of ontwikkeling van water, met dien verstande dat de wijziging uitsluitend plaats kan vinden ten behoeve van de realisatie van vastgesteld natuur- en landschapsbeleid, zoals het beleid voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een ecologische verbindingszone, het landschappelijk raamwerk, natuur- en/of landschapscompensatie buiten de EHS, beekherstel, waterberging en/of waterzuivering.