direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied De Voorste Stroom
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008029-e001

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1 Functies

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. bouwwerken van algemeen nut.
12.1.2 Functie-aanduidingen
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'religie' zijn de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mede bestemd voor religieuze doeleinden, te weten een klooster c.a;
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is ondergeschikte detailhandel toegestaan, voor zover behorende bij de onder 13.1.1. genoemde functies, alsmede ondergeschikte detailhandel in voedings- en genotmiddelen, die (in)direct voortkomen uit de aan de bestemming gelieerde (agrarische) bedrijven, zoals de bierbrouwerij.
12.1.3 Bijbehorende voorzieningen

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. kantines en restauratieve voorzieningen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. parkeer-, stallings- en verkeersvoorzieningen;
  • d. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • e. tuinen en erven;
  • f. groen- en speelvoorzieningen;
  • g. objecten voor beeldende kunst;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

voor zover deze behoren bij en ondergeschikt zijn aan de onder 12.1.1 en 12.1.2 genoemde functies.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden in het algemeen de volgende regels:

  • a. bestaande bebouwing, welke krachtens een bouwvergunning is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.
  • b. er mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van de op grond van 12.1.1en 12.1.2 toegelaten functies.
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-rijksmonument' en de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-gemeentelijk monument' geldt het bepaalde in 34.3.
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' mag niet worden gebouwd.
12.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Indien geen bouwvlak is aangegeven, geldt het bestemmingsvlak als zodanig.
  • b. de goot- en bouwhoogte binnen het bouwvlak mogen niet meer bedragen dan het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven maximum.
  • c. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak mag 100 bedragen, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
12.2.3 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen van bouwwerken van algemeen nut gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht.
  • b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m.
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
12.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen.
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen, tenzij door middel van een maatvoeringsaanduiding een ander maximum is aangegeven.
12.2.5 Ondergronds bouwen

Op de gronden binnen deze bestemming mag ondergronds worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. op plaatsen waar hoofd- en bijgebouwen zijn of gelijktijdig worden gebouwd, eveneens ondergronds mag worden gebouwd, en daarnaast direct aansluitend in- en uitritten ten behoeve van de ondergrondse bouwwerken mogen worden gebouwd en
  • b. de verticale diepte niet meer mag bedragen dan 3,5 m.
12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 39.1nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken geen gebouw zijde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
12.4 Ontheffing van de bouwregels
12.4.1 Ontheffingsmogelijkheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in 39.1 en de ontheffingsvoorwaarden in 12.4.2 ontheffing te verlenen van:

  • a. het bepaalde in 12.2.2 voor bouwen buiten het bouwvlak ten behoeve van entrees, overstekende daken, draagconstructies van de gebouwen, luifels, (draagconstructies van) reclame en hieraan gelijk te stellen voorzieningen;
  • b. bepaalde in 12.2.2 met betrekking tot de maximale goot- en bouwhoogte, zulks tot een maximum van 12 m;
  • c. het bepaalde in 12.2.2 met betrekking tot het bebouwingspercentage, zulks tot een maximum van 100%;
  • d. het bepaalde in 12.2.4 ten aanzien van de hoogte en situering van erfafscheidingen, zulks tot een hoogte van maximaal 3 m;
  • e. het bepaalde in 12.2.4 ten aanzien van de hoogte en situering van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zulks tot een hoogte van maximaal 10 m.
12.4.2 Ontheffingsvoorwaarden

De in artikel 12.4.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, mits:

  • a. dit vanuit het oogpunt van de bedrijfsvoering, de constructie of verschijning van het gebouw of de aard van het bedrijf noodzakelijk is;
  • b. de bebouwingskarakteristiek van de straat niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt;
  • d. de brandveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. de milieusituatie niet onevenredig wordt aangetast;
  • f. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • g. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • h. de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • i. vanuit stedenbouwkundig oogpunt in beginsel rekening worden gehouden met eventuele zichthoeken vanuit belendende percelen.
12.5 Specifieke gebruiksregels
12.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming 'Maatschappelijk', wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel of bedrijvigheid, andersdan toegelaten op grond van 12.1.1 en 12.1.2;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor zelfstandige kantoren of zelfstandige kantoorruimten;
  • c. het storten van puin en afvalstoffen, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • d. het opgeslagen hebben en/of houden van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • e. het opgeslagen hebben en/of houden van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan, anders dan ter realisering en/of handhaving van de bestemming;
  • f. het gebruik van gronden ten behoeve van kamperen.