direct naar inhoud van 3.2 Beleid provinciaal-regionaal niveau
Plan: Buitengebied De Groene Zoom 2012
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001

3.2 Beleid provinciaal-regionaal niveau

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0002.png"

Bij waterschap is tevens het beleidsstuk "Waterbeheerplan 2010-2015 Krachtig Water" van waterschap De Dommel van belang.

Op provinciaal en regionaal niveau zijn de volgende visies en plannen het meest ruimtelijk relevant. Deze visies en plannen zijn op hun beurt weer doorvertaald in gemeentelijk beleid, zoals bijvoorbeeld de Ruimtelijke Structuurvisie.

Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (Provincie Noord-Brabant, 2010)

Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant in werking getreden. Provinciale Staten hebben deze op 1 oktober 2010 vastgesteld. In de Structuurvisie ruimtelijke ordening hebben gemeenten meer ruimte gekregen om afwegingen te maken. De provincie zet een aantal ontwikkelingen zelf in gang en stelt vooraf kaders aan gemeenten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0003.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0004.png"

Figuur Uitsnede plangebied Structurenkaart (Provincie Noord-Brabant, 2010)

Op de structurenkaart van de Structuurvisie maakt het plangebied deel uit van een groter gebied dat is aangeduid als 'Gemengd landelijk gebied'. Een deel van het plangebied nabij de leemputten is aangebied als Groenblauwe Mantel en Kerngebied Groenblauwe Mantel. Het overgrote deel van het plangebied is aangewezen als 'Zoekgebied verstedelijking'.

Binnen het gemengd landelijk gebied is naast ruimte voor de land- en tuinbouw, ook ruimte voor de ontwikkeling van niet-agrarische functies. Dit kan door verbreding van agrarische activiteiten, maar ook als zelfstandige functie, bijvoorbeeld op vrijkomende locaties. In de gebieden rondom steden en dorpen is daarbij meer ruimte voor de ontwikkeling van functies die zich richten op de inwoners van die kernen, in de gebieden rondom de groenblauwe mantel (waar ook het plangebied deels in is gelegen) is de ontwikkeling van functies meer afgestemd op het ondernemen in een groene omgeving en de versterking van natuur- en landschapswaarden. Ontwikkelingen passen qua aard en schaal bij het ontwikkelingsperspectief van gemengd agrarisch gebied en houden rekening met de omgevingskwaliteiten. Omliggende bestaande functies, zoals volwaardige agrarische bedrijven, mogen niet worden belemmerd in hun mogelijkheden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0005.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0006.png"

Figuur Uitsnede plangebied Visiekaart (Provincie Noord-Brabant, 2010)

Op de visiekaart van de Structuurvisie maakt het plangebied deel uit van een groter gebied dat is aangeduid als 'Brabantstad' en 'Mozaieklandschap'.

De steden Breda, Eindhoven, Helmond, 's-Hertogenbosch en Tilburg vormen samen met de provincie het stedelijk netwerk 'BrabantStad'. Dit samenwerkingsverband vervult een voortrekkersrol bij de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord-Brabant. Sterke steden zijn een voorwaarde voor de toekomst van Noord-Brabant. Vooral in deze steden is de dynamiek van Noord-Brabant goed zichtbaar. De provincie ziet deze steden als het brandpunt van de verstedelijking. Hier wordt geïnvesteerd in de binnensteden (stationsgebieden, kanaal- en snelwegzones) en worden hoogstedelijke functies, zoals bovenregionale voorzieningen, geconcentreerd.

In het 'mozaïeklandschap' van het Brabantse zand is het het doel om het landschap te versterken door menging van functies die de afwisseling en kleinschaligheid versterken.

Verordening ruimte (Provincie Noord-Brabant, 2011)

Provinciale Staten hebben op 17 december 2010 de Verordening ruimte vastgesteld. De Verordening ruimte is op 1 maart 2011 in werking getreden. De Verordening ruimte is een juridische vertaling van bestaand beleid. De onderwerpen die in de verordening staan komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De verordening is daarbij een van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. Voor het plangebied betreft dit bijvoorbeeld de regelingen voor de onderwerpen Groenblauwemantel, Ecologische hoofdstructuur, waterberging, intensieve veehouderij en niet-agrarische ontwikkelingen (b.v. wonen en niet-agrarische bedrijven).

Binnen de Groenblauwemantel is de agrarische sector een grote en belangrijke grondgebruiker. Het behoud en vooral ontwikkeling van natuur, water(-beheer) en landschap is een belangrijke opgave. Nieuwe ontwikkelingen binnen de mantel zijn mogelijk, als ze een positief effect hebben op de bestaande en te ontwikkelen natuur- en landschapswaarden en/of op het bodem- en watersysteem in het gebied. Zij houden rekening met omliggende waarden (omgevingstoets).

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0007.png"

Figuur Uitsnede plangebied Verordening ruimte: Agrarisch Gebied (Provincie Noord-Brabant, 2010)

In het plangebied zijn enkele gebieden aangewezen als onderdeel van de EHS. Aan de oostelijke kant van het gebied en enkele bosgebiedjes in het westen van het plangebied zijn bestemd tot ecologische hoofdstructuur. Rondom de Leemkuilen en in het plangebied is een deel aangewezen als attentiegebied EHS. Dit is een gebied gelegen rondom en binnen de ecologische hoofdstructuur waar fysieke ingrepen een negatief effect kunnen hebben op de waterhuishouding. hiervoor zal in het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden worden opgenomen. Aan de westzijde van het plangebied is een strook aangeduid als ecologische verbindingszone. Dit is een gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0008.png"

Figuur Uitsnede plangebied Verordening ruimte: Ecologische Hoofdstructuur (Provincie Noord-Brabant, 2010)

Reconstructieplan Meierij (Provincie Noord-Brabant, 2005)

Het reconstructieplan Meierij is, na vaststelling door de provincie en goedkeuring door het rijk, in 2005 in werking getreden. Onderdelen van een reconstructieplan zijn met toepassing van artikel 27 van de Reconstructiewet aangewezen voor (directe) planologische doorwerking.

Het reconstructieplan streeft er naar de problemen in het landelijke gebied structureel en op een samenhangende manier aan te pakken. Een belangrijk onderwerp daarbij is de zonering van de conflicterende functies intensieve veehouderij en natuur, landschap, recreatie en wonen. De integrale zonering geeft inzicht in de ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderijen in extensiverings-, verwevings- en landbouwontwikkelingsgebieden. Deze zonering heeft een rechtstreekse doorwerking in het bestemmingsplan. Verder zijn er richtlijnen opgenomen voor het aangeven van duurzame locaties intensieve veehouderij. In het reconstructieplan zijn tevens de begrenzingen van natte natuurparels en bijbehorende beschermingszones, inundatiegebieden en in te richten waterbergingsgebieden, beekherstelgebieden en de RNLE's opgenomen. De doorwerking hiervan in het bestemmingsplan is gewijzigd als gevolg van de uitspraak van Raad van State.

Op 30 mei 2007, heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van Raad van State (RvS) uit-spraak gedaan over het Reconstructieplan Meierij. RvS laat de kern van de reconstructieplannen, zijnde de integrale zonering, nagenoeg overeind. Dat geldt ook voor de directe wettelijke planologische doorwerking (ex artikel 27 Reconstructiewet) van de integrale zonering zelf. Daar waar sprake is van vernietigde onderdelen van de zonering wordt, ten behoeve van de voortgang van het bestemmingsplan, door de provincie aanbevolen daarover met de provincie en de reconstructiecommissie overleg te voeren. Afwijkingen van de ontwikkelings(on)mogelijkheden voor intensieve veehouderij, op basis van bestuurlijke overwegingen en/of ingediende zienswijzen, zullen door de gemeente gemotiveerd (op bedrijfsniveau) afgewogen moeten worden.

Op plankaart 1 van het Reconstructieplan 'Omgevingskwaliteit' (zie figuur) zijn binnen het plangebied de volgende aanduidingen opgenomen: Ecologische hoofdstructuur (EHS), Ecologische verbindingszone (EVZ), Te herstellen beken en Beschermingszone natte natuurparel.

Op plankaart 2 van het Reconstructieplan 'Sociale en economische vitaliteit' (zie figuur op de volgende pagina) zijn binnen de gemeente de volgende aanduidingen opgenomen: Extensiveringsgebied natuur, Extensiveringsgebied Overig, Verwevingsgebied, en Bebouwing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0009.jpg"

Figuur Uitsnede plangebied Reconstructieplankaart 1: Omgevingskwaliteit en legenda (Provincie Noord-Brabant, 2005)

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0010.jpg"

Figuur Uitsnede plangebied Reconstructieplankaart 2: Sociale en economische vitaliteit en legenda (Provincie Noord-Brabant, 2005)

Correctieve herziening reconstructieplan Meierij (Provincie Noord-Brabant, 2008)

Naar aanleiding van de uitspraak van Raad van State over de reconstructieplannen hebben Gedeputeerde Staten van Noord Brabant voorstellen gedaan aan de reconstructiecommissies en een aangepaste Correctieve herziening reconstructieplan voor elk reconstructiegebied afzonderlijk opgesteld. De Correctieve Herziening Reconstructieplan is inmiddels vastgesteld (27-6-2008), goedgekeurd (12-8-2008) en in werking getreden (9-9-2008). De herziening betreft de onderdelen integrale zonering intensieve veehouderij, natte natuurparels inclusief beschermingszones en waterbergingsgebieden. Gedeputeerde Staten zijn op basis van de inspraak gekomen met een definitief voorstel aan Provinciale Staten voor de correctieve herziening van de reconstructie-plannen.

In dit bestemmingsplan is uit de correctieve herziening de motivering voor de (beschermingszone rondom) de integrale zonering en natte natuurparels en beschermingszone overgenomen:

Motivering integrale zonering

Bij doorsnijdingen wordt het lichtste regiem van toepassing verklaard op het gehele bouwblok tenzij bij de betreffende doorsnijding een "harde" grens van de integrale zonering in het geding is. Als "harde" grenzen worden aangemerkt 220 meter rondom A-gebieden en 1.000 meter rond Vogel- en Habitatrichtlijngebieden en Natuurbeschermingswetgebieden. Wordt een bouwblok doorsneden door een harde grens dan is het zwaarste regiem van toepassing. Extensiveringsgebied geldt als zwaarste regiem en landbouwontwikkelingsgebied als lichtste.

Indien een bouwblok wordt doorsneden door een harde grens en het gedeelte van het doorsneden bouwblok dat binnen het zwaarste regiem ligt ondergeschikt en niet benut is, is van het lichter regiem uitgegaan. Bouwblokken die door de grens van het stedelijk gebied worden doorsneden worden geheel opgenomen binnen de integrale zonering.

In een enkel geval is een miniem gedeelte van het bouwblok onbedoeld in een andere zone komen liggen. Dit is doorgaans pas zichtbaar geworden bij het inzoomen naar een schaal van 1: 5.000. Hier is eerder sprake van een technische fout op de kaart dan van een doorsnijding. Op plaatsen waar zich dit voordoet wordt onder correctie van de begrenzing de oorspronkelijke zonering gehandhaafd.

Motivering natte natuurparels en beschermingszone

De Raad van State oordeelt dat het op zichzelf niet onredelijk is dat voor de begrenzing van de natte natuurparels en de daarbij behorende beschermingszones wordt uitgegaan van de begrenzing uit de Verordening Waterhuishouding. Er is echter nagelaten te onderzoeken of deze begrenzing zonder nadere motivering ook kan gelden voor de begrenzing van de natte natuurparels in het reconstructieplan. In de correctieve herziening is daarom de volgende motivering opgenomen, waarnaar kan worden verwezen in gemeentelijke bestemmingsplannen.

Als beschermingszone rondom de natte natuurparel is gekozen voor een zone van gemiddeld 500 meter, omdat uit eerder, in opdracht van de provincie Noord-Brabant uitgevoerde berekeningen, is gebleken dat de gezamenlijke effecten van kleine ingrepen in de waterhuishouding zich in de meeste gevallen uitstrekken over ten minste deze afstand en in veel gevallen zelfs over een grotere afstand. Het individueel bepalen van de effecten van elk van deze kleine ingrepen is volgens de provincie Noord-Brabant technisch niet uitvoerbaar. Noord-Brabant kent een zeer gevarieerde bodemopbouw. Uiteraard zullen verschillen in de ondergrond kunnen leiden tot verschillen in effecten en daarmee zou op de ene plaats de beschermingszone kleiner dan 500 meter kunnen zijn en op de andere plaats groter moeten zijn. Het is echter onmogelijk om dergelijke verschillen in algemene regelgeving neer te leggen. Zo hebben ingrepen in hogere delen van een gebied soms geen, maar veel vaker wel degelijk een effect op de lagere delen en vormen breuken slechts in uitzonderlijke gevallen een werkelijke hydrologische barrière tegen de effecten van ingrepen. Gezien het vaak zeer lokale karakter van de verschillen en het feit dat vrijwel nooit in algemene zin uitspraken over effecten kunnen worden gedaan is gekozen voor een zonering.

Dat de zones van - in beginsel - 500 meter in de praktijk in breedte toch variëren, is het gevolg van het feit dat bij de begrenzing zo veel mogelijk herkenbare grenzen zijn gevolgd (bv. wegen of waterlopen) óf, wanneer dat niet mogelijk bleek, de grenzen van percelen zijn gevolgd. Op die manier is voorkomen dat de zone van 500 meter dwars door percelen zou lopen waardoor het beschermingsbeleid niet of zeer lastig kan worden gehandhaafd. Omdat in sommige gevallen zeer grote percelen grenzen aan de natte natuurparels, kon niet altijd worden voorkomen dat in die gevallen de zone groter is dan 500 meter. Anderzijds is in veel gevallen de zone kleiner dan 500 meter, juist om te voorkomen dat als gevolg van de percelering een veel bredere zone zou moeten worden aangewezen.

Cultuurhistorische Waardenkaart (Provincie Noord-Brabant, 2006)

Deze provinciale kaart (zie de figuur op de volgende pagina) biedt inzicht in cultuurhistorische waarden en archeologische verwachtingswaarden binnen gemeenten. De kaart biedt inzicht in karakteristieke en kenmerkende relicten en de historische ruimtelijke ontwikkeling van het landschap, cultuurhistorische elementen, patronen en structuren die het huidige beeld van stad en land mede bepalen. De kaart heeft tot doel de beschikbare informatie op een publieksvriendelijke manier te presenteren.

Kenmerkend voor het plangebied is de Historische Geografie in het zuidwesten van het plangebied. Verder is er sprake van zowel een lage als een (middel)hoge archeologische indicatieve waarde. Ook is er historisch groen aanwezig langs wegen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008025-e001_0011.jpg"

Figuur Uitsnede plangebied Cultuurhistorische Waardenkaart en legenda (Provincie Noord-Brabant, 2006)


Aardkundig Waardevolle Gebiedenkaart (Provincie Noord-Brabant, 2010)

Op de aardkundige waardevolle gebieden kaart is te zien of er aardkundige waarden aanwezig zijn in het plangebied. Aardkundige waarden zijn die onderdelen van het landschap die iets vertellen over de natuurlijke ontstaanswijze van een gebied. Denk bijvoorbeeld aan dekzandruggen, beken, kreken en stuifzanden. Bij aardkundige waarden gaat het om de eigen waarde die men aan een aardkundig verschijnsel mag toekennen. Het kan dan gaan om een object of een patroon, bestaande uit een combinatie van objecten. Het kan zelfs gaan over een aardkundig proces. In het plangebied zijn geen aardkundige waarden aanwezig.

Provinciaal Waterhuishoudingplan (Provincie Noord-Brabant, 1998) en Partiële herziening 2003-2006 (Provincie Noord-Brabant, 2002)

Het provinciaal Waterhuishoudingsplan is partieel herzien. Dit plan bevat de hoofdlijnen en uitwerkingen van het provinciale waterbeleid. Het bevat beleid voor onder andere verdrogingbestrijding, beekherstel en waterberging. Dit beleid werkt door in waterbeheerplannen. In het reconstructieplan Meierij is eveneens een vertaling opgenomen van het Waterhuishoudingsplan: onder andere hydrologisch te herstellen natuurgebieden (natte natuurparels), waterconserveringsprojecten, overstromings- en retentiegebieden voor regionale waterberging en maatregelen voor beekherstel.

De hernieuwd in de reconstructieplannen op te nemen concrete begrenzingen en beleidslijnen voor de waterbergingen en natte natuurparels als gevolg van de uitspraak van Raad van State zullen richtinggevend zijn voor de nieuwe bestemmingsplannen. Tot die tijd wordt uitgegaan van de huidige begrenzingen. In paragraaf 4.3.2 wordt verder op de inhoud van het Provinciaal Waterhuishoudingplan in relatie tot het plangebied ingegaan.

Provinciale milieuverordening. Aanpassing 2006 (Provincie Noord-Brabant, 2006)

Deze verordening wijst bijzondere en kwetsbare gebieden aan vanuit milieuoptiek op basis van de Wet Milieubeheer. De PMV richt zich onder andere op het aanduiden van grondwaterbeschermingsgebieden en stiltegebieden. Hierbinnen gelden gebruiksbeperkingen welke door deze verordening geregeld worden. In het plangebied zijn geen gebieden aangewezen als grondwaterbeschermingsgebied of als stiltegebieden.