direct naar inhoud van Artikel 25 Algemene wijzigingsregels
Plan: Buitengebied West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008023-e001

Artikel 25 Algemene wijzigingsregels

25.1 Wijzigingsbevoegdheid rijbakken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat rijbakken kunnen worden aangelegd ten behoeve van de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf en Wonen - Buitengebied, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bij rijbakken mag, met uitzondering van lichtmasten, niet meer bedragen dan 2 m;
  • b. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 800 m². ;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 12 m;
  • d. de rijbakken aansluitend aan de bestemmingen Agrarisch - Agrarisch bedrijf en Wonen - Buitengebied worden gerealiseerd.
  • e. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  • f. de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • g. er dient een zorgvuldige landschappelijke inpassing plaats te vinden.

25.2 Wijzigingsbevoegdheid reconstructie, herverkaveling of renovatie
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van:
    • 1. de reconstructie of herverkaveling van een (deel van een) bouwblok met in het ongerede geraakte, al dan niet complexgewijze bebouwing waarvan de functie wordt beëindigd;
    • 2. de reconstructie van een (deel van een) bouwblok waarbij de functie geheel of grotendeels wordt gehandhaafd, maar (infra-) structuur, ontsluiting, verkaveling e.d. worden aangepast;
    • 3. de reconstructie, herverkaveling of renovatie van een gebouw of een bouwblok nieuwe rooilijnen weergegeven;
    • 4. de ontsluiting of herverkaveling van het gebied ten einde nieuwe bestemmingen ´Verkeer´ projecteren;
    • 5. de herverkaveling van het gebied of om tot een optimale verkaveling te komen, door aangrenzende bestemmingen voor openbaar gebied geheel of deels om te zetten in een nieuw te realiseren bestemming binnen die herverkaveling, of deze bestemmingen geheel of deels elders in de nieuwe verkaveling onder te brengen.
  • b. Er mag geen sprake zijn van functiewijzigingen welke in strijd zijn met rijks-, provinciaal dan wel gemeentelijk beleid;
  • c. Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • d. Na wijziging zijn de regels van het bestemmingsplan hierop van toepassing.
25.3 Wijzigingsbevoegdheid verwijderen aanduidingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, zodanig dat een weergegeven aanduiding wordt verwijderd indien de binnen deze aanduiding toegelaten functie is beeindigd en wordt omgezet in een binnen het ter plaatse geldende bestemmingsvlak toegelaten functie, met dien verstande dat burgemeester en wethouders in geval van de verwijdering van de aanduiding ´bedrijfswoning´ waarna de functie bedrijf wordt gerealiseerd, bevoegd zijn een ander bouwvlak met bijbehorend bebouwingspercentage, bouwhoogte e.d. vaststellen.

25.4 Wijzigingsbevoegdheid bestemmingsvlakgrenzen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:

  • a. de in het plan begrepen bestemmingen die grenzen aan gronden met de bestemming ´Verkeer´ te wijzigen voor de indeling van gronden zoals ten behoeve van een herinrichting, een asverschuiving, herinrichting kruispunten, aanleg (mini)rotondes e.d., met dien verstande dat:
    • 1. de bestemmingen mogen worden gewijzigd voor een verschuiving van de bestemmingsgrenzen van maximaal 25 m¹;
    • 2. de verwerkelijking van de in het plan begrepen bestemmingen gewaarborgd dient te blijven, dat wil zeggen dat de bestemmingen door de wijzigingen niet onevenredig mogen worden aangetast;
  • b. bestemmingsgrenzen te wijzigen indien dit uit stedenbouwkundig oogpunt noodzakelijk is voor zover zulks het belang van een goede ruimtelijk ordening van het plan niet schaadt en zodanig dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.