direct naar inhoud van Artikel 7 Bos
Plan: Buitengebied West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008023-e001

Artikel 7 Bos

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Functies

De voor ´Bos´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

7.1.2 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Bos´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. geluidwerende voorzieningen waaronder wallen, schermen e.d.;
  • b. voet- en fietspaden en verhardingen;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. ontsluitingswegen ter directe ontsluiting van aangrenzende percelen.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen
  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde in overeenstemming met deze bestemming worden opgericht;
  • b. bestaande bebouwing welke krachtens een bouwvergunning is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 27.1nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
    • 1. de verkeersveiligheid;
    • 2. de sociale veiligheid;
    • 3. de ruimtelijke en landschappelijke inpassing.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
7.4 Ontheffing van de bouwregels
7.4.1 Ontheffingsmogelijkheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in artikel 27.1 en met de ontheffingsvoorwaarden in 7.4.2 ontheffing te verlenen voor:

  • a. het bouwen van gebouwen ten dienste van onderhoud en beheer van het bos -geen woning zijnde- waarbij de oppervlakte niet meer dan 30 m² bedraagt en bouwhoogte niet meer dan 4 m bedraagt;
  • b. het bouwen van een brandtoren, indien deze uit een oogpunt van brandpreventie en/of brandbestrijding noodzakelijk of gewenst is, waarbij de hoogte niet meer dan 25 m mag bedragen;
  • c. het bouwen van bouwwerken van algemeen nut met dien verstande dat:
    • 1. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut 3,5 m bedraagt;
    • 2. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut 50 m² bedraagt.
7.4.2 Ontheffingsvoorwaarden

De in artikel 7.4.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van bos, natuur en landschap niet in onevenredige mate worden geschaad;
  • b. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond.
7.5 Specifieke gebruiksregels
7.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in elk geval gerekend:

  • a. het storten van puin en afvalstoffen, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • b. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • c. opslag van gebruiksklare of -onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning;
7.6 Aanlegvergunning
7.6.1 Aanlegverbod

Het is verboden op de als ´Bos´ bestemde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. Het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m2 per perceel of met meer dan 0.40 m wordt gewijzigd of waarbij de maaiveldniveaus van een steilrand worden gewijzigd.
  • b. Het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0.40 m onder maaiveld, voor zover gronden;
  • c. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen in de bodem;
  • d. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
  • e. het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of drainage m.u.v. grondwateronttrekkingen;
  • f. het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van houtopstanden;
  • g. het verwijderen van natuur- en landschapselementen die ten tijde van het van kracht worden van het plan aanwezig waren;
  • h. het verwijderen van perceelsindelingen, paden en onverharde wegen;
  • i. het aanleggen en/of verharden van wegen of paden, dan wel aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m² per perceel.
7.6.2 Uitzonderingen

Het verbod in lid 7.6.1 is niet van toepassing op niet voor werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op het normale onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
7.6.3 Beperking

De in lid 7.6.1 genoemde vergunning kan uitsluitend worden verleend indien de waarden en belangen van de gronden zoals opgenomen in de functieomschrijving niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.