direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf-Nutsvoorziening
Plan: Buitengebied West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008023-e001

Artikel 6 Bedrijf-Nutsvoorziening

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Functies

De voor ´Bedrijf-Nutsvoorziening´ aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen die zijn genoemd in de bijgevoegde Bedrijf-Nutsvoorziening onder de categorieën 1 tot en met 5, met uitzondering van inrichtingen als bedoeld in artikel 41 Wet Geluidhinder jo. artikel 2.4. van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer van de Wet Milieubeheer en met uitzondering van risicovolle inrichtingen.

6.1.2 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Bedrijf-Nutsvoorziening´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. parkeer- stallings- en verkeersvoorzieningen;
  • c. groenvoorzieningen,

voor zover behorende bij en ondersteunend aan de onder 6.1.1 genoemde functies.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende algemene regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen ondergeschikte delen van een bouwwerk, voor zover gelegen binnen het bestemmingsvlak, het bouwvlak overschrijden;
  • c. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer dan 100% bedragen;
  • d. de bouw- en/of goothoogte binnen het bouwvlak mag niet meer dan de bestaande bouw- en/of goothoogte bedragen;
  • e. het bouwen van ondergrondse bouwwerken is binnen het bouwvlak toegestaan.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag in het bouwvlak en in het erf niet meer dan 5 m en in het onbebouwd erf niet meer dan 1 m bedragen.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 27.1nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken geen gebouw zijde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen.

6.4 Ontheffing van de bouwregels
6.4.1 Ontheffingsmogelijkheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in artikel 27.1 en de ontheffingsvoorwaarden in artikel 6.4.2 ontheffing te verlenen van:

  • a. het bepaalde in 6.2.2 onder a voor de hoogte en situering van erfafscheidingen tot een hoogte van maximaal 3 m;
  • b. het bepaalde in 6.2.2 onder b voor de hoogte en situering van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van maximaal 15 m.

6.4.2 Ontheffingsvoorwaarden

De in artikel 6.4.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, mits:

  • a. dit vanuit het oogpunt van de bedrijfsvoering, de bedrijfspresentatie, de constructie of verschijning van het gebouw of de aard van het bedrijf noodzakelijk is;
  • b. de brandveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. de milieusituatie niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • f. de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt.