direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie - Recreatiewoning
Plan: Buitengebied West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008023-e001

Artikel 11 Recreatie - Recreatiewoning

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Functie

De voor ´Recreatie - Recreatiewoning´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. één recreatiewoning per bestemmingsvlak;
11.1.2 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Recreatie - Recreatiewoning´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • c. bijbehorende verhardingen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. watergangen,

voor zover deze behoren bij en ondergeschikt zijn aan de onder 11.1.1 en genoemde functies.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende algemene regels:

  • a. Nieuwbouw van recreatiewoningen is niet toegestaan, met uitzondering van vervangende nieuwbouw.
  • b. Bij vervangende nieuwbouw mogen de recreatiewoningen uitsluitend gesitueerd worden ter plaatse van de bestaande funderingen of bestaande locatie en, in geval van uitbreiding, daar direct op aansluitend.
  • c. De inhoud van een recreatiewoning mag niet meer bedragen dan 250 m3.
  • d. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • e. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7 m.
11.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen.
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag binnen het bouwvlak niet meer dan 5 m bedragen.
11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 27.1nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
11.4 Ontheffing van de bouwregels
11.4.1 Ontheffingsmogelijkheden

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.2.1 onder b voor het herbouwen van de recreatiewoning op een andere locatie, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. De herbouw dient op de andere locatie stedenbouwkundig aanvaardbaar te zijn.
  • b. De afstand tot de perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan 5 m.
  • c. De ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt.
  • d. De in (de omgeving van) het gebied aanwezige waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.
11.4.2 Ontheffingsvoorwaarden

ontheffing als bedoeld onder lid 11.4.1 van dit artikel wordt slechts verleend indien:

  • a. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt;
  • b. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast.
11.5 Specifieke gebruiksregels
11.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming ´Recreatie - Recreatiewoning´, wordt in elk geval gerekend:

  • a. de uitoefening van enige tak van handel, nijverheid of dienstverlening daaronder begrepen een ambachtelijk of industrieel bedrijf;
  • b. het storten van puin en afvalstoffen, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • c. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij dit ter realisering en/of handhaving van de bestemming dient;
  • d. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor permanente bewoning.