direct naar inhoud van 4.10 Groen en speelruimte
Plan: Binnenstad 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008021-e001

4.10 Groen en speelruimte

4.10.1 Bomennota Tilburg boomT

Bomen staan steeds meer onder druk van de stad. De verwachting is dat in de loop van de tijd steeds meer bomen of zelfs complete bomenstructuren kunnen uitvallen als gevolg van deze stedelijke druk. Dit beeld is onwenselijk. Bomen dienen juist een toegevoegde waarde aan stedelijke ontwikkelingen te bieden. Om er niet te laat achter te komen dat er teveel bomen op cruciale plekken voor stedelijke ontwikkelingen zijn gesneuveld en om een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand te behouden is het noodzakelijk om belangrijke zaken rondom bomen goed te regelen en vast te leggen. Om deze reden is de Boomwaardezoneringskaart (Bwz-kaart) opgesteld. Deze kaart doet uitspraken over de huidige openbare bomen in het stedelijk gebied van de gemeente Tilburg. Op de Bwz-kaart worden de boomzones die belangrijk zijn voor de structuur van de stad weergegeven; zones met bomen met een hoofdwaarde, nevenwaarde, basiswaarde of stadsecologie. Voor deze zones zijn criteria opgesteld o.a. met betrekking tot kapvergunningen, onderhoud en beheer en straatbeeld. Door middel van de Bwz-kaart wordt duidelijk waar er kansen liggen voor openbare bomen; bomen die op de Bwz-kaart staan krijgen extra bescherming, intensiever onderhoud/beheer, bescherming tegen kap, herplantplicht e.d.

afbeelding "i_NL.IMRO.0855.BSP2008021-e001_0008.png"

Boomwaardezoneringskaart

Maatregelen in bestemmingsplannen

De Bwz-kaart dient gebruikt te worden als basis bij alle nieuwbouw-, herontwikkelings- of herstructureringsplannen in de bestaande stad waar huidige openbare bomen mee gemoeid zijn. Bomen met een hoofdwaarde, bomen van de 1e categorie en monumentale bomen zijn op een bijlagekaart bij de verschillende bestemmingsplannen opgenomen. In de regels wordt verwezen naar deze kaart. Bomen met een hoofdwaarde en bomen van de 1e categorie zijn daarop weergegeven als "beeldbepalende boom". Monumentale bomen staan als zodanig aangegeven. Voorzover er een inventarisatie heeft plaats gevonden van monumentale bomen op particuliere terreinen en in de Bomenverordening zijn opgenomen, zijn deze bomen eveneeens op de bijlagekaart weergegeven. De juridisch-planologische bescherming bestaat uit een bouwverbod en een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden binnen een straal van respectievelijk 15 en 8 m vanuit het hart van de desbetreffende boom.

4.10.2 Nota Groen

De Nota Groen, vastgesteld door de gemeenteraad op 19 april 2010, vormt de herziening van de Groenstructuurplannen uit 1992 en 1998. Tilburg wil zich in de toekomst blijven profileren als een groene stad waar het goed wonen en werken is. Tilburg moet in 2020 een stad zijn waar zowel haar inwoners, bezoekers als bedrijven een aantrekkelijk groene woon- en werkomgeving hebben en waar de recreatieve omgeving wordt ervaren als een kwaliteit van de gemeente. Tilburg streeft er dan ook naar een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur duurzaam te ontwikkelen en deze veilig te stellen binnen de stedelijke context. Om dit te bereiken wil het gemeentebestuur de Tilburgers letterlijk en figuurlijk dichter bij groen brengen. Op hoofdlijnen betekent dit:

  • 1. Inzet op buitenstedelijke groengebieden en het groene netwerk;
  • 2. Het tot zijn recht laten komen van de verschillende karakters van het groen (klassiek-, recreatief- en natuurlijk groen);
  • 3. Het versterken en behouden van het natuurlijk groen.

In 2010 wordt het bijbehorende uitvoeringsprogramma vastgesteld. Dit uitvoeringsprogramma wordt geïntegreerd met het uitvoeringsprogramma Biodiversiteit.

Ten aanzien van het plangebied is het vorenstaande als volgt uitgewerkt:

Het groen in de binnenstad is van cruciaal belang voor wonen, werken en verblijven. Een aantal groenplekken in het gebied hebben een specifieke positieve waarde voor de leefbaarheid. In het oog springende groene plekken zijn ondermeer: het Engelse tuintje op de Vijfsprong, het Harmoniepark en de Helga Deemtuin in de Willem II Straat (naast de synagoge).

Het overige groen in de binnenstad is als volgt onder te verdelen:

  • 1. Dwaalgebied

In het dwaalgebied liggen op een aantal plekken bijzondere groengebieden verscholen. Voor de diversiteit in het stadshart is het van belang om deze plekken te behouden. Het gaat hierbij om:

  • Bodehof;
  • doorsteek Antoniusstraat - Langestraat;
  • Allurapark;
  • Wingerdhoek;
  • Frater Romboutshof
  • 2. Dwaalstraten

In de bredere dwaalstraten, Stationsstraat, Willem II Straat en Noordstraat is groen in bakken aangebracht. Hiermee wordt getracht de straten een groener karakter mee te geven. Bij nieuwe ontwikkelingen in de straat moet nadrukkelijk ook het permanente groen in de straat worden meegenomen.

  • 3. Cityring en pleinen in de binnenstad

De afgelopen jaren is de Cityring aangelegd en zijn de pleinen getransformeerd naar aangename verblijfsplekken. Langs de Cityring is een forse groenstructuur door middel van bomenrijen aangebracht. Deze is van belang voor de groene omkadering van de binnenstad. Op de pleinen moeten de bomen uitgroeien tot monumentale bomen die mede de sfeer gaan bepalen.

  • 4. Grote bomen

Omdat de binnenstad een relatief 'versteend' gebied is, is al het huidige groen in het gebied waardevol. Gestreefd wordt naar zoveel mogelijk (grote) bomen die kunnen volgroeien (potentieel monumentale bomen). Ook dient er aandacht te zijn voor particuliere tuinen welke een belangrijke bijdrage leveren aan het groene karaker van de binnenstad.

4.10.3 Nota Ruimte voor Buitenspelen

Naar aanleiding van de ambities uit de Kadernota Jeugd en de behoefte aan algemene voorwaarden ten aanzien van richtlijnen voor de aanleg van speelplekken is de nota Ruimte voor Buitenspelen (2003) opgesteld. Doel van de nota is dat de jeugd als volwaardige medegebruikers van de openbare ruimte wordt geaccepteerd. Spelen is noodzakelijk voor de ontwikkeling van een kind. De nota geeft o.a. een analyse van de formele speelruimte in Tilburg weer. Algemene voorwaarden ten aanzien van speelruimte (veiligheid, bereikbaarheid, spreiding, ruimtegebruik, inrichting) en programmering van de spelenplannen en inrichtingseisen van speelruimte komen aan de orde. Een minimumnorm voor formele speelruimte wordt gesteld om voldoende speelruimte te kunnen garanderen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen transformatiegebieden (> 50 woningen), nieuwbouw en bestaande bouw.

Transformatiegebieden
Er worden twee stappen doorlopen:

  • a. per hectare uitgegeven gebied wordt 300 m2 van de ruimte gereserveerd voor formele speelruimte.
  • b. de huidige grondoppervlakte aan formele speelruimte per kind bedraagt voor Tilburg 7,2 m2. Naar aanleiding van het aantal kinderen woonachtig in het transformatiegebied wordt bepaald hoeveel formele speelruimte er in een wijk/buurt gerealiseerd dient te zijn.

Nieuwbouw
Bij nieuwbouwgebieden wordt uitgegaan van stap 1. De inrichting van de formele speelplekken wordt gedaan aan de hand van de actieradius voor speelplekken. In de toekomst zal dit wordt gedaan naar aanleiding van gegevens vanuit het woningbouwprogramma waarmee een schatting gemaakt zal kunnen worden van het aantal kinderen dat in de nieuwbouwwijk komt te wonen (dit wordt in het kader van de uitvoering van de nota Ruimte voor Buitenspelen uitgewerkt).

Bestaande stad
Voor de bestaande stad wordt uitgegaan van een standstill-situatie. Dit betekent dat het bestaande oppervlak voor buitenspelen niet (verder) mag afnemen.

Bij nieuwe stedenbouwkundige plannen dient reeds bij de nota van uitgangspunten (programma van eisen) de speelruimtenormering - zoals hierboven beschreven - te worden meegenomen. Dit geldt zowel voor gemeentelijke als particuliere plannen. Op deze manier worden formele speelplekken al vroegtijdig in het ontwerpproces meegenomen.

Ten aanzien van het plangebied is het vorenstaande als volgt uitgewerkt:

De binnenstad heeft de hoogste woningdichtheid van de stad. Het is een kinderarme buurt met weinig groen en weinig speelvoorzieningen. Er ontbreekt ruimte voor de jeugd om te spelen of elkaar te ontmoeten. Overdag is het er ook druk met auto's en fietsers en hierdoor relatief onveilig om te spelen. De formele speelruimte die de binnenstad rijk is, biedt weinig uitdaging en differentiatie in speelmogelijkheden. Ondanks dat is de binnenstad dé ontmoetingsplek voor jongeren (voornamelijk het winkelgebied en het buurthuis).

Het winkelgebied biedt weinig sociale tolerantie ten opzichte van de grote groepen bezoekende jongeren. Het ontbreekt aan voldoende ruimte voor jeugdigen om hun eigenheid te laten zien zonder dat de overige bezoekers zich daar aan ergeren. Dat heeft te maken met drukte in de binnenstad tijdens de piekuren, de ruimtelijke situatie, het gedrag van sommige groepen jongeren en de angst of intolerantie bij sommige winkeliers en bij het publiek.

Het Harmoniepark is opnieuw ingericht. In dit park is nieuwe formele en informele speelruimte gecreëerd.