Plan: | Binnenstad 2010 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2008021-e001 |
Ook op provinciaal niveau moest door de inwerkingtreding van de Wro gezorgd worden voor een structuurvisie. Naar aanleiding hiervan heeft de provincie Noord-Brabant in 2008 de Interimstructuurvisie 'Brabant in ontwikkeling' opgesteld. Hierin zijn de (ruimtelijke) belangen en doelen van de provincie Noord-Brabant benoemd en op hoofdlijnen in beleid uitgewerkt. De Interimstructuurvisie bevat in hoofdzaak bestaand ruimtelijk beleid, zoals opgenomen in het streekplan 'Brabant in Balans' van 2002. In de Interimstructuurvisie is één overkoepelend hoofdbelang genoemd en dat is thematisch uitgewerkt in deelbelangen en doelen. Het hoofdbelang is zorgvuldig ruimtegebruik. Om dit te bereiken wordt in het ruimtelijk beleid de nadruk gelegd op de volgende vijf aspecten:
1. Lagenbenadering: het afstemmen van ruimtelijke ontwikkelingen op de draagkracht van het watersysteem en de bodem, op de waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie, in aansluiting op de kwaliteiten van de infrastructuur;
2. Zuinig ruimtegebruik: afremmen van de groei en spreiding van het stedelijk ruimtebeslag;
3. Concentratie van verstedelijking: het leeuwendeel van de woningenbouw en de aanleg van bedrijventerreinen en infrastructuur moet plaatsvinden in de vijf stedelijke regio's (waaronder de stedelijke regio Breda-Tilburg) om zo het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan;
4. Zonering van het buitengebied: het buitengebied moet in hoofdzaak bestemd blijven voor landbouw, natuur en recreatie;
5. Grensoverschrijdend denken en handelen: regionale, intergemeentelijke afstemming van ruimtelijke vraagstukken.
De Interimstructuurvisie wordt in 2010 vervangen door een nieuwe, integrale provinciale Structuurvisie. De nieuwe structuurvisie is opgetrokken rondom drie onderwerpen. Dat zijn:
De belangen en doelen zoals verwoord in de Interimstructuurvisie zijn verder geconcretiseerd in de Paraplunota ruimtelijke ordening. Deze komt grotendeels overeen met hoofdstuk 3 (Beleidslijnen) van het Streekplan 2002, zoals herzien in 2004. Daarnaast wordt verwezen naar de bestaande plannen, beleidsnota's en beleidsbrieven die ook onder vigeur van de Wro uitgangspunt van het provinciaal beleid en handelen blijven. Deze bestaande beleidsnota’s betreffen onder meer de uitwerkingsplannen voor de stedelijke en landelijke regio’s (2004), de gebieds- en reconstructieplannen (2005) en diverse thematische beleidsnota’s. Deze maken deel uit van de Paraplunota, die de status van beleidsregel als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft.
Het Uitwerkingsplan Breda-Tilburg geeft de kaders voor ruimtelijke ontwikkelingen op het gebied van wonen en werken. Op de bijbehorende plankaart en het daarin opgenomen duurzame ruimtelijk structuurbeeld is een globale visie op de kwaliteiten en ontwikkelingskansen van de regio opgenomen. Deze dient als basis voor verdere planvorming. Het Uitwerkingsplan bevat vooral een uitwerking van het verstedelijkingsbeleid. Van belang voor het buitengebied zijn aanduidingen als 'landschappelijke zone', 'transformatiegebied' en 'integratie stad-land'.