direct naar inhoud van 2.1 Ruimtelijke structuur
Plan: Binnenstad 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008021-e001

2.1 Ruimtelijke structuur

De Binnenstad heeft min of meer een rechthoekige vorm en wordt begrensd door de Spoorlaan, de Heuvelring , de Paleisring/Schouwburgring en de Noordhoekring. Deze vormen samen het CityRing-stelsel, dat als hoofdontsluitingstructuur voor het verkeer van de binnenstad dient.

De interne ruimtelijke hoofdstructuur van de Binnenstad wordt grofweg bepaald door een netwerk van oost-west en noord-zuid lopende straten. Dit netwerk is een samenspel van middeleeuwse organisch gegroeide straten en relatief oude en relatief jonge ontworpen straten. Het planmatige netwerk wordt verstoord door de lijn Noordstraat - Nieuwlandstraat en door de Heuvelstraat, die een meer organische vorm hebben.

Een duidelijk netwerk vormt het stedenbouwkundige raamwerk van het gebied. Binnen deze structuur is een herkenbare ruimtelijk en functionele hiërarchie ontstaan:

  • 1. Straten - beschrijving

  • I. De City Ring - Primaire externe structuur voor de Binnenstad

De inrichting van de City Ring waarborgt de samenhang van verschillende straten als een geheel, maar ruimtelijk gezien hebben deze straten elk een ander karakter.

  • a. Spoorlaan:

De Spoorlaan vormt het noordelijke deel van de Cityring. De Spoorlaan maakt deel uit van de stedelijke oost-west as tussen het Universiteitsterrein en Ringbaan-Oost. In deze as komen hogere bebouwingsaccenten voor. Opvallende bebouwing is net buiten de Cityring aanwezig in de vorm van een tweetal hoge gebouwen clusters: van het Haastrechtkwartier(de Stadsheer) ten westen van het station en van Interpolis ten oosten daarvan.

Aan de zuidelijke wand van de Spoorlaan, vooral tussen het Noordbrabants Natuurmuseum en de Willem II straat, staan nog veel authentieke panden, die het beeld van de Binnenstad vanuit de trein en naar de Spoorzone toe bepalen . Grootschaliger kantoorpanden zijn hiertussen ook te vinden. De nieuwe bebouwing sluit niet altijd wvn goed aan op de aanwezige waardevolle panden.

Kenmerken Spoorlaan:

  • afwisseling van rechte rooilijn en verbijzondering met grote voortuin (Noordbrabants Natuurmuseum);
  • afwisseling grote statige huizen, oude wandbebouwing en nieuwere (kantoor)panden;
  • vaak één type functie per pand /functies dus naast elkaar
  • percelen: breedte van ca 8 m tot 20 m en een drietal panden tussen de 20 m tot 30 m breed
  • bouwhoogte tussen 11 en 15 meter.

  • b. Piusplein - Heuvelring

De Heuvelring, Piusplein ten zuiden van het plein en Paleisring-zuidzijde vormen de oostelijke en zuidoostelijke Cityring. Het gedeelte rondom de Heuvel is het meest authentieke gedeelte aan deze straat. De bebouwing dateert uit de 18e, 19e en vroeg 20e eeuw en vormt m.n. ten zuiden van de Heuvelse kerk een stedenbouwkundige eenheid (met de noordelijke zijde Korte Heuvel). Een aantal redelijk recentelijk ontwikkelingen heeft de herkenbaarheid van de historische structuur verminderd, m.n. tussen het Piusplein en de Heuvel.

Kenmerken Piusplein -Heuvelring:

  • Organisch verloop van rooilijnen, en vrijwel alle bebouwing in rooilijn;
  • afzonderlijke panden van uiteenlopende vorm en omvang, die samen een wand vormen:
  • herkenbaarheid afzonderlijke panden; - verticale geleding gevels;
  • afwisselende uitstraling en de meer uiteenlopende bouwhoogte dan in de eerder beschreven straten
  • Heuvelpoort als grootschalige wand naar de omliggende ruimtes en scharnier tussen Piusplein en de Heuvel
  • combinatie van functies naast elkaar en boven elkaar
  • percelen: ca 8 m-10 m met uitzondering van de zijgevel van Pieter Vredeplein ontwikkeling
  • bouwhoogte tussen 10 en 15 meter.

  • c. Schouwburgring - Stadhuisplein - Paleisring

Aan het oostelijke gedeelte, bij het Piusplein, zijn nog een aantal historische panden te vinden, snel daarna en tot de Noordhoekring verandert het karakter van deze straat tot een zone met daarin grote individuele gebouwen in de ruimte aan de zuidzijde tot grootschalige wandbebouwing richting de Noordhoekring. De grootschaligheid van de bebouwing is kenmerkend voor deze straat(ten), met uitzondering van de hoek met het Piusplein.

Dit onderdeel van de City Ring vormt de overgang van de Binnenstad naar aan de aan de Binnenstad gerelateerde gebieden, zoals Centrum-Zuid en het Stadspark Oude Dijk. De bestaande openingen tussen de gebouwen maken relaties met de zuidzijde gebieden zichtbaar.

Veel van de aanwezige individuele gebouwen zijn op zichzelf iconen van bijzondere cultuurhistorische of bouwkundige waarden. Zoals het paleis of het stadskantoor (Stadhuisplein 130). Anderen vormen onderdeel van een stedenbouwkundig ensemble representatief voor Stedenbouw van de jaren 60 en 70, zoals de Katterug of de flats aan de Schouwburgring. `De Katterug is een segment uit een megalomaan stadsplan dat het bureau Van den Broek en Bakema voor het hart van Tilburg ontwierp in de vroege jaren zestig. Een ander onderdeel uit het stedenbouwkundig plan is de Ring een brede autoweg die het hart van de stad omknelt. Daarom liggen de belangrijke voorzieningen: Schouwburg, Stadshuis, Station en winkelcentra´ .

Kenmerken Schowburgring- Stadshuisplein-Paleisring:

  • combinatie van kleinschalige, grootschalige wandvorming en individuele grootschalige bebouwing,
  • van west naar oost afwisseling oudere lintbebouwing, recente en minder recentelijk grootschalige ingrepen
  • hoogte, gevellengte en rooilijn zijn sterk gevarieerd;
  • gedeeltelijk van de straat af gekeerde ontwikkeling (Schouwburgpromenade).
  • functies naast elkaar, voorzieningen zoals schouwburg, concertzaal, stadskantoor, bibliotheek en in mindere mate functies boven elkaar bij de flat aan de Schouwburgring en onder de Katterug
  • percelering is echt alleen in het oostelijke gedeelte aanwezig aan het Paleisring. De rest van het gebied wordt gekenmerkt door grootschalige complexen en grote zelfstandige gebouwen
  • bouwhoogte tussen 13 en 20 meter (bouwaccent op de hoek met de Schoolstraat van ca. 50 meter).

  • d. Noordhoekring

Aan de binnenstadszijde wordt het beeld door redelijk grootschalige bebouwing bepaald. Vanaf de hoek met de Schouwburgring tot de Korte schijfstraat zijn hier grootschalige (blokbebouwing)appartementen complexen te vinden. Vanaf hier tot de Fabriekstraat staan een aantal uitzonderlijke(zelfstandige) gebouwen zoals brandweer(adres), de nieuwe school(adres). In contrast met de appartementen complexen, hebben deze gebouwen een meer individueel karakter en een schaal, die beter past bij de Noordhoekring (en de binnenstad).

Oudere lintbebouwing is hier nog beperkt aanwezig tussen de Elzenstraat en de Boomstraat. Dit geldt niet voor de binnenstadszijde maar heeft wel effect op het karakter van de straat.

Tot aan de Spoorlaan een enkel grootschalig appartementencomplex te vinden aan allebei kanten van de weg.

Kenmerken noordhoekring:

  • door veel grootschalige, solitaire bebouwing geen continue rooilijn,
  • combinatie sterke wandvorming, met minder sterke wanden
  • hoogte, breedte en diepte van de bebouwing sterk gevarieerd.
  • functies naast elkaar
  • aan de kant van de binnenstad is alleen sprake van percelen tussen de Korteschijfstraat en de Fabriekstraat de rest van de blokken zijn ingevuld met blokbebouwing
  • bouwhoogte tussen 10 en 15 meter (appartementencomplex Schoolstraat 22 meter).

  • 2. Primaire interne structuur van de Binnenstad

Binnen de City Ring vormen de doorlopende straten een helder netwerk. Een aantal van deze straten zijn representatief en dynamisch van karakter.

  • II. Noord-zuid lopende straten:

  • e. Willem II straat

Een groot aantal Monumentale panden is aan deze straat te vinden. De Willem II straat is een fraai voorbeeld van een onder regie van de gemeente ontworpen structuur.

  • f. Stationstraat:

Zoals aan de Willen II straat is veel van de bebouwing aan de Stationsstraat van monumentale waarde, vooral in het gedeelte ten zuiden van de Poststraat.

Hoofdkenmerken Willem II straat en Stationstraat:

  • planmatige rechte rooilijn;
  • vrijwel alle bebouwing in rooilijn;
  • herkenbaarheid afzonderlijke panden;
  • (verticale geleding gevels; veel gepleisterde, gedecoreerde gevels (soms met daklijsten.), hoge onderbouw architectonisch vaak nog in tact;
  • functies voornamelijk naast elkaar, maar ook boven elkaa
  • perceelbreedte ca.10m tot 15 m
  • bouwhoogte tussen de 10 en de 14 m met een hoge begane grond

  • g. Oude Markt - Nieuwlandstraat - Noordstraat

De architectuur aan deze straten wordt gekenmerkt door een groot aantal panden uit de periode 1860-1910. De gevels zijn veelal verticaal geleed en hebben een hoge begane grond. In het noordelijke gedeelte van de Noordstraat, het zuidelijke gedeelte van de Nieuwlandstraat en het westelijke gedeelte van de Oude Markt komen recentere panden voor.

Hoofdkenmerken Oude Markt- Nieuwlandstraat - Noordstraat:

  • afwisseling rechte planmatige en vloeiende organische rooilijnen;
  • vrijwel alle bebouwing in rooilijn;
  • herkenbaarheid afzonderlijke panden; verticale geleding gevels;
  • hoge onderbouw architectonisch vaak nog intact.
  • functies naast elkaar en boven elkaar
  • perceelbreedte < 10 m
  • algemene Bouwhoogte aan de gevel tussen de 8 en 12 m hoog

  • h. Stadhuisplein (in het verlengde van Willem II straat):

Er is een groot contrast tussen de Willem II straat en het Stadhuisplein. De hier aanwezige gebouwen zoals de Katterug en het Stadskantoor zijn representatief voor de na-oorlogse periode, die een breuk met de traditionele stedenbouwkundige en bouwkundige referenties met zich mee bracht. De relatie van het gebied Binnenstad met de gebieden ten zuiden van de Paleisring wordt nu geaccentueerd door de Katterug als sterke verbinding over de Paleisring.

Hoofdkenmerken Stadhuisplein (in het verlengde van Willem II straat):

  • duidelijk gesloten wand aan de oostzijde, gedeeltelijk open wand aan de westzijde.
  • horizontale geleding gevels
  • functies naast elkaar en boven elkaar
  • perceelbreedte < 10 m
  • bouwhoogte 15 m (tot 35 m)
  • hoogte
  • platte daken

  • III. Oost-West lopende straten:

  • i. Heuvelstraat:

De oudste oost-west structuur is de Heuvelstraat, die samen met de Korte Heuvel - Tivolistraat en de Bredaseweg de oude verbinding tussen 's-Hertogenbosch en Breda vormt. Hier is de vrijwel aaneengesloten lintbebouwing nog herkenbaar . Kenmerkend voor deze straat is dat de breedte, hoogte en gevelindeling van de panden willekeuriger is dan in de ontworpen structuren, zoals de WillemII straat en de Stationsstraat.

Kenmerken Heuvelstraat:

  • vloeiend verloop rooilijn; met vrijwel alle bebouwing in rooilijn; dus gesloten wanden
  • herkenbaarheid afzonderlijke panden;
  • functies naast elkaar, en boven elkaar, maar bovenverdiepingen niet altijd goed benut, (begane grond vaak losgekoppeld van totaal gevelbeeld; wat storend is voor de herkenbaarheid van afzonderlijke panden) en directe bereikbaarheid van de bovenverdiepingen vanaf de straat beperkt.
  • percelen van 6 tot 12 m, met uitzondering van panden zoals enkele grootschaliger ingrepen met grovere gevelindelingen (zoals V&D, Hema, H&M) tot de 20 m breed niet altijd aansluitend bij de typerende kleinschalige gevels. Bestaande perceel indeling is soms onherkenbaar vanwege samenvoeging en herinrichting van meerdere gevels op begane grond.
  • bouwhoogte tussen 10 en 15 meter
  • gesloten zichtperspectief

  • j. Tuinstraat

Het huidige beeld van de Tuinstraat tussen de Stationsstraat en de Langestraat sluit aan bij het beeld van de Stationsstraat. De bebouwing wijkt qua materiaal en schaal iets af van de hiervoor beschreven straten.

Kenmerken Tuinstraat:

  • rechte rooilijn; met vrijwel alle bebouwing in rooilijn; dus ook gesloten wanden
  • herkenbaarheid afzonderlijke panden;
  • verticale geleding gevels;
  • functies naast elkaar en een aantal functies op begane grond, dus ook boven elkaar
  • percelen van 6 m tot 12 m breed
  • bouwhoogte 8 m tot 12 m

  • k. Korte Schijfstraat

Dit is een redelijke korte straat, die in de verlenging van de Tuinstraat ligt. Er kan hier over een straat met twee verschillende wanden gesprokken worden. Dit leidt tot een asymmetrisch profiel waarvan de zuidelijke wand een grootschaliger karaker heeft dan de noordelijke wand. Aan de noordelijke wand zijn verschillende type gebouwen te vinden, die kleiner zijn dan de appartementen complexen uit de jaren 80´s -90´s aan de zuidelijke kant.

Kenmerken Korte Schijfstraat:

  • geen continue rooilijn, door verschillen in grootschalige complexen en veel solitaire bebouwing
  • combinatie wandvorming aan zuidelijke kant, met minder sterke wanden aan de noordelijke kant
  • hoogte, breedte en diepte van de bebouwing sterk gevarieerd.
  • functies naast elkaar
  • aan de noordelijke kant zijn percelen herkenbaar (<10 m aan de oostelijke kant en percelen van 30 m tot 50 m aan de westelijke kant), aan de zuidelijke kant is blok bebouwing prominent aanwezig
  • bouwhoogte tussen 8 m tot 15 m

  • l. Pieter Vreedeplein

Dit grootschalige project voorziet in de realisering van een compleet nieuw plein. Het nieuwe Pieter Vreedeplein, dat een voormalig parkeerterrein heeft vervangen, wordt gekenmerkt door diverse markeringspunten die samen een intiem plein omsluiten. De westzijde wordt gedomineerd door winkels, aan de oostzijde bebouwing zorgt ook daar voor markering ter hoogte van de Heuvel Boven de winkels komen ook woningen. Een ondergrondse parkeergarage zorgt voor een autovrij plein.

De zuidelijke wand in de verlenging van de Tuinstraat is een contrast met de grootstedelijke ontwikkeling van het Pieter Vreede plein. Hier zijn nog veel historische panden aanwezig en als zodanig herkenbaar.

Kenmerken Pieter Vreedeplein:

  • functies voornamelijk naast elkaar aan de zuidelijke wand en boven elkaar aan de noordelijke wand.
  • percelen tussen de 4 en de 10 m, met uitzondering van V&D aan de zuidelijke wand, noordelijke wand gedefinieerd door grootschalige bouwontwikkeling.
  • bouwhoogte tussen 8 en 15 meter

  • m. Fabriekstraat

Een combinatie van zeer kleinschalig en grotere panden is hier aanwezig zonder storend te zijn. De zuidelijke wand is bijna volledig bebouwd.

  • n. Poststraat

Deze straat zich uitstrekt tussen de Stationsstraat en Willen II straat. Hier zijn veel historische panden aanwezig, vooral eengezinswoningen (arbeiderswoningen en herenhuizen) waardoor de straat een historisch kleinschalig karakter.

  • o. Telegraafstraat

Noordelijke wand valt buiten bestemmingsplan grens, voor zuidelijke kant zie Pieter Vreedeplein

  • IV. Overige gebieden: straten en andere type ruimtes

  • a. Traditionele straten, kleinschalige bebouwing

Naast het hierboven beschreven primaire en meer zichtbare netwerk is er een ander ondergeschikt stelsel van straten en ruimtes, die de gebieden tussen de al boven genoemde straten structureren. Een aantal voorbeelden hiervan zijn de Langestraat, de Telefoonstraat, de Telexstraat, enz.

In het algemeen is de bebouwing aan deze straten minder representatief, dan in de hierboven al genoemde straten. Deze bebouwing is ook kleinschaliger van karakter. Aspecten zoals bebouwing direct aan de rooilijn en herkenbaarheid van individuele panden komen echter hier ook in beeld. Dit met uitzondering van de redelijk grootschalige ingrepen uit de jaren ´70, ´80´s en ´90´s.

  • b. Grootschalige transformaties,
  • Woonhoven

De grootschaligere transformatie van voormalige industrieterreinen tot woongebieden bracht niet alleen nieuwe bebouwingsvormen, maar ook nieuwe types ruimtes, met zich mee. Een aantal woonhoven is in deze periode gerealiseerd. De hoogte van deze bebouwing past zich aan die van de directe omgeving aan. De bouwkundige typologieën en architectonische uitwerking sluiten niet altijd aan bij de toen al aanwezige bebouwing. Voorbeelden hiervan zijn de Bodehof en de Wingerdhoek.

  • Winkel passages

Naast de woonhoven, zijn er een aantal winkelpassages in deze periode tot stand gekomen. De Emmapassage en de Heuvelpoort zijn voorbeelden hiervan.` De Heuvelpoort is het type winkelgalerij dat kan wedijveren met menige Amerikaanse Mall´

  • Structurele ingrepen van eind jaren ´60

Voorbeelden hiervan zijn de stedenbouwkundige ingrepen de Katterug, en de Schouwburg en op meer bouwkundig niveau het Stadskantoor

  • Appartementen complexen

De schoolstraat: De gehele ontwikkeling rondom de Schoolstraat en de Vicensiusstraat is een voorbeeld van de grootschalige ingrepen van de jaren 80´s en 90´s in de Binnenstad. Het laatste gedeelte van de ontwikkeling tussen de Vicensiuspad, Schoolstraat, Nordhoek en de Korte Schijfstraat is ruimte gereserveerd voor een openbare binnentuin, die lucht creëert voor openbare ruimte in de compacte binnenstad

  • Multifunctionele ingrepen (zie Pieten Vreedeplein)

  • Overblijvende ruimtes/ restruimtes

De confrontatie van nieuwe grootschalige ingrepen in de meer traditionele stad is niet altijd zorgvuldig gerealiseerd, daarom zijn er naast de herkenbare duidelijk gedefinieerde ruimtes een aantal plekken overgebleven, die minder fraai zijn. Dit zijn in het algemeen ruimtes die door achterkanten en gesloten gevels worden omgrensd, waardoor een niet altijd aangename sfeer is ontstaan. De Hendrikhof, de Kapelhof en de Kerkpad zijn voorbeelden hiervan.

  • 3. Ruimtelijke structuur


Morfologie van het plangebied: stedenbouwkundige structuur en bebouwingtypologieën


In de binnenstad zijn verschillende types gebouwen aanwezig, die ook in schaal variëren. Met een beperkt aantal uitzonderingen is er een relatie te leggen tussen het type bebouwingsstructuur en de bebouwingschaal.

  • I. Gesloten bouwblok als kenmerkend voor het plangebied:


De binnenstad kent hoofdzakelijk een structuur van gesloten bouwblokken. De randen van deze bouwblokken zijn sterk gedefinieerd, door een duidelijke rooilijn. Die is ontstaan door de positionering van de bebouwing direct aan de straat en in bijna alle gevallen een volledige invulling van het perceel aan de straatzijde waardoor een continue gevel is ontstaan.

Het grote aantal individuele percelen en de individualiteit van de bebouwing heeft gezorgd voor een divers straatbeeld, terwijl toch een sterke samenhang aanwezig is, die onder andere ook te danken is aan een ontstane algemene/gemeenschappelijke hoogte. De schaal van deze bebouwing aan de straatzijde varieert van klein tot middelgroot. Verschillen in de bebouwingschaal ontstaan afhankelijk van de positie van de blokranden ten opzichte van de hiërarchie van de straatstructuur.

  • II. Verbijzonderingen in de blokstructuur.
  • Aan de straatzijde

In een beperkt aantal gevallen waar bebouwing een terugliggende positie ten opzichte van de rooilijn heeft, ontstaat een verbijzondering in het straatbeeld en van het gebouw. Voorbeelden hiervan zijn:

    • 1. Villa Vierjaargetijden (Noordstraat 36)
    • 2. Natuurmuseum (Noordlaan 434)
    • 3. Langestraat 13
  • Binnen het blokIn sommige gevallen vooral binnen grotere bouwblokken of diepe percelen zijn er ook gebouwen te vinden in de diepte van het blok. Dit soort bebouwing is grotendeel te danken aan de industriële ontwikkeling van de stad, waardoor fabrieksgebouwen diep in/achter op de percelen gerealiseerd werden. Tot in de jaren 70´s (zie luchtfoto Cultuurhistorie 1972) was dit verschijnsel sterk aanwezig, op dit moment is dit verschijnsel zeer beperkt aanwezig.Dit bijzonder gebruik van de binnengebieden of achterterreinen wordt gewaardeerd als een bijzondere bouwtypologie die is ontstaan door het industriële verleden van Tilburg. Het biedt nog steeds veel mogelijkheden voor de intensivering van de binnenstad. Een voorbeeld hiervan is de recentelijk ontwikkeling op het Harmonieterrein.
  • Grootschalig bouwblok - als afzonderlijke ontwikkeling in de binnenstadOp de Zuidwestelijke gebieden van de binnenstad tussen de Schoolstraat en de Noordhoekring staan een tweetal blokken, die in schaal en bouwtypologie van de hierboven beschreven bouwblokken en gebouwen afwijken. Ten westen van de schoolstraat staan ook een aantal appartementen complexen, die onderdeel uitmaken van de totale ontwikkelingsopgave voor de Schoolstraat en de begrenzing van blokken, die tot de Nieuwlandstraat rekken, vormgeven. Daardoor ontstaat binnen het blok zelf een contrast tussen de oostelijke wand met individuele perceelsontwikkeling en de westelijke wand met appartementen.De ruimte tussen de nieuwe en de traditionele bebouwing wordt in het algemeen met parkeerterreinen ingevuld.
  • Afwijking van de blokstructuur ook aanwezig:Voornamelijk buiten de grenzen van het beschermd stadsgezicht zijn er gebieden in de binnenstad, die van de bouwblok typologie afwijken. Het gaat hier om een aantal gebouwen en complexen, die vooral door hun schaal en positie van de typerende blokstructuur van de binnenstad afwijken. Dit zijn aan de Schouwburgring en het Paleisring:
    • 1. het appartementencomplex cq winkelpassage bekend als de Katterug (Stadhuisplein 165 t/m 322)
    • 2. het oude paleis samen met het moderne stadskantoor aan de Paleisring (Stadshuisplein 130)
    • 3. de kerk (Stadhuisstraat 6)
    • 4. het appartementencomplex cq winkelpassage Schouwburgpromenade (Schouwburgring 1 t/m 236)