direct naar inhoud van Artikel 5 Gemengd-Buurt
Plan: Udenhout 2008
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008018-e001

Artikel 5 Gemengd-Buurt

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Functies

De voor ´Gemengd-Buurt´ weergegeven gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering van grootschalige en volumineuze detailhandel, tot een maximale 1000 m2 bruto vloeroppervlak per zelfstandige eenheid,
  • b. kantoren tot maximaal 250 m² bruto vloeroppervlak per zelfstandige eenheid met een maximum van 700 m² bruto vloeroppervlak per bestemmingsvlak;
  • c. maatschappelijke instellingen;
  • d. wonen (grondgebonden woningen en gestapelde woningen), met dien verstande dat bij gestapelde woonbebouwing op de begane grond tenminste 50% van de totale vloeroppervlakte met één of meerdere van de onder a t/m c bedoelde functies dient te worden gerealiseerd, dan wel met een menging hiervan;
  • e. bouwwerken van algemeen nut.
5.1.2 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Gemengd-Buurt´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. parkeer-, stallings- en verkeersvoorzieningen;
  • b. groen- en speelvoorzieningen;
  • c. kantines / restauratieve voorzieningen;
  • d. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • e. tuinen en erven;
  • f. objecten voor beeldende kunst;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

voor zover deze behoren bij, en ondergeschikt zijn aan de onder 5.1.1 genoemde functies.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Bestaande bebouwing welke krachtens een bouwvergunning is opgericht en in overeenstemming is met de bestemming volgens dit plan, maar afwijkend van één of meer bebouwingsregels, wordt geacht aan het plan te voldoen. Hieronder wordt tevens vergunde bebouwing verstaan, die nog moet worden opgericht.

5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen ondergeschikte delen van een bouwwerk, voor zover gelegen binnen het bestemmingsvlak, het bouwvlak overschrijden;
  • c. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het weergegeven maximum;
  • d. de goot- en bouwhoogte binnen het bouwvlak mag per bouwperceel niet meer bedragen dan het weergegeven maximum;
  • e. het bouwen van ondergrondse bouwwerken is toegestaan;
5.2.3 Bouwwerken van algemeen nut

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken van algemeen nut mogen binnen het gehele bestemmingsvlak worden opgericht met uitzondering van de gronden gelegen voor de (verlengde) voorgevelrooilijn;
  • b. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 m;
  • c. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 50 m².
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op het onbebouwd erf niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag in het bouwvlak en op het erf niet meer dan 3 m en in het onbebouwd erf niet meer dan 1 m bedragen.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van de procedureregels in 26nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van gebouwen, bouwwerken van algemeen nut en bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangende straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de brandveiligheid;
    • 5. de milieusituatie;
    • 6. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen (waaronder kabels en leidingen), verkeers- en vervoersvoorzieningen en groenvoorzieningen;
5.4 Ontheffing van de bouwregels
5.4.1 Ontheffing t.b.v. bouwen in het bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in artikel 26en de ontheffingsvoorwaarden in 5.4.3 ontheffing te verlenen van:

  • a. het bepaalde in 5.2.2 onder a voor bouwen buiten het bouwvlak ten behoeve van entrees, overstekende daken, draagconstructies van de gebouwen, luifels, bouwwerken geen gebouw zijnde, die naar hun aard en bestemming op een onbebouwd erf toelaatbaar zijn en hieraan gelijk te stellen voorzieningen;
  • b. het bepaalde in 5.2.2 onder c met betrekking tot het bebouwingspercentage tot een maximum van 100;
  • c. het bepaalde in 5.2.2 onder d met betrekking tot de maximale goot- en bouwhoogte tot een maximum van 15 m;
  • d. het bepaalde in 5.2.4 onder a voor de hoogte en situering van erfafscheidingen in het onbebouwd erf tot een hoogte van maximaal 2 m;
  • e. het bepaalde in 5.2.4 onder b voor de hoogte en situering van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot een hoogte van maximaal 10 m.
5.4.2 Ontheffing t.b.v. bouwen op het onbebouwd erf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van de procedureregels in artikel 26en met de ontheffingsvoorwaarden in 5.4.3 voor het bouwen op het onbebouwd erf ontheffing te verlenen van:

  • a. het bepaalde in 5.2.4 onder b, voor de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, die naar hun aard en bestemming op een onbebouwd erf toelaatbaar zijn, met een maximum van 10 m;
  • b. het bepaalde in 5.2.2 onder a voor balkons van maximaal 1,5 m diepte;
  • c. het bepaalde in 5.2.2 onder a voor trappenhuizen, buiten trappen en liftschachten en hijsinrichtingen;
  • d. het bepaalde in 5.2.2 onder a voor reclametoestellen en draagconstructies voor reclames;
  • e. het bepaalde in 5.2.2 onder a voor entrees, aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 40% van het onbebouwd erf doch niet meer dan 20 m2 per eenheid en een bouwhoogte van maximaal 4,5 m.
5.4.3 Ontheffingsvoorwaarden

ontheffingen als bedoeld in de artikelen 5.4.1 en 5.4.2 worden slechts verleend indien:

  • a. dit vanuit het oogpunt van de bedrijfsvoering, de constructie of evrschijning van het gebouw of de aard van het bedrijf noodzakelijk is;
  • b. de bebouwingskarakteristiek van de straat niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt;
  • d. de brandveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. de milieusituatie niet onevenredig wordt aangetast
  • f. de sociale veiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • g. de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast;
  • h. de ruimtelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • i. vanuit stedenbouwkundig oogpunt in beginsel rekening worden gehouden met eventuele zichthoeken vanuit belendende percelen.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming ´Gemengd-Buurt´, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • b. het storten van puin en afvalstoffen, tenzij deze ter realisering en/of handhaving van de bestemming is;
  • c. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij deze ter realisering en/of handhaving van de bestemming is.
5.5.2 Ontheffing voor meest doelmatig gebruik

Burgemeester en wethouders verlenen met inachtneming van de procedureregels in artikel 26ontheffing van het bepaalde in 5.5.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

5.5.3 Ontheffing ten behoeve van horeca 1

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van de procedureregels in artikel 26, ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.1.1 ten behoeve van het vestigen van een 'horeca van de categorie 1' onder voorwaarde dat het totaal aan horecavestigingen in de Kom van Udenhout (Kreitenmolenstraat, Slimstraat, Groenstraat, Schoorstraat, Van Heeswijkstraat, Tongerloplein) niet meer mag bedragen dan 12.

5.6 Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van horeca 1
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd-Buurt wijzigen, zodanig dat een aanduiding ´horeca van categorie 1´ wordt toegevoegd, indien zich binnen een straal van 500 m van het beoogde vestigingspunt geen horeca-inrichtingen van de categorie 1, 2 of 3 bevinden en mits geen sprake is van strijd met rijks-, provinciaal, dan wel gemeentelijk beleid;
  • b. Burgemeester en wethouders verklaren op de gewijzigde bestemming de regels van het plan van overeenkomstige toepassing.