direct naar inhoud van 8.1 Bestaand watersysteem
Plan: Centrum Zuid 2008
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008012-e001

8.1 Bestaand watersysteem

Gebiedskenmerken

Het plangebied is gesitueerd in het stroomgebied van de Beneden Dommel en Zandleij, en behoort kwalitatief en kwantitatief tot het beheergebied van het waterschap De Dommel.

Centrum Zuid 2008 is ongeveer 29 ha groot, en is overwegend woongebied met enkele utiliteitsgebouwen en een stadspark met een oppervlakte van ongeveer 3,8 ha..

Het maaiveld heeft een hoogte van ongeveer 13,40 รก 13,75 m + NAP waarbij het verloopt naar ongeveer 15,00 m + NAP aan de noordwestzijde van het plangebied.

Bodem en grondwater

Uit het globaal onderzoek Beheerbestemmingsplannen Gemeente Tilburg, GEOFOX, 23 oktober 2006, blijkt de bodemopbouw te bestaan uit sterk lemig matig fijn zand; op wisselende diepten worden leemlenzen aangetroffen.

De maatgevende grondwaterstand bedraagt ongeveer 12,20 m + NAP in het westelijke deel, en 12,00 m + NAP,in de oostelijke rand. De gemiddelde grondwaterstanden fluctueren rond de 11,50 m + NAP. Het freatisch grondwater stroomt globaal in oostelijke richting.

Met maatgevende grondwaterstanden ruim 1,0 m onder het maaiveld, is de ontwatering in de bestaande situatie voldoende.

Oppervlaktewater

In het stadspark ligt een neerslagafhankelijke vijver die in beheer en onderhoudis bij de gemeente. Deze vijver is waterdicht afgewerkt en staat niet in verbinding met het grondwater. Verder ligt er in het plangebied Centrum Zuid 2008 geen oppervlaktewater van betekenis. Op ongeveer 300 meter buiten het plangebied aan de oostzijde, ligt de Piushaven, welk in directe verbinding staat met het Wilhelminakanaal. Het waterpeil is gelijk aan het streefpeil van het kanaal: 12,55 m + NAP. De haven wordt voornamelijk gebruikt voor recreatie.

Riolering

In de bestaande situatie is een gemengd rioolstelsel aanwezig.

In het binnenterrein van de Faculteit Der Kunsten ligt een regenwaterstelsel waarop het dakvlak van de omringende gebouwen is aangesloten.

Het plangebied is in de bestaande situatie volledig gerioleerd.

Het afvalwater in het gemengde stelsel stroomt af naar de zuivering-installatie Tilburg. In eerste instantie richting het doorvoergemaal Moerenburg en van daaruit naar zuiveringsinstallatie Tilburg. Beide installaties zijn in beheer van waterschap De Dommel.

In de Nieuwstraat, aan de zuidelijk plangrens, is een deel van de secundaire afwateringsstructuur blauwe aders alvast aangelegd, aangezien op deze locatie groot onderhoud gepleegd zou worden. De aanleg van de regenwater-riolen zou niet haalbaar zijn in een later stadium. Deze riolen hebben als functie overslagriool, zolang de lozing op oppervlaktewater niet bereikbaar is. Bij de voltooiing van de blauwe ader tot het lozingspunt in de Leij, wordt dit stuk afgekoppeld van het gemengde rioolstelsel. De overstort van de infiltratievoorzieningen in de Zeeheldenbuurt is gekoppeld op deze leiding.

Functies

Waterschappen De Dommel alsook Brabantse Delta voeren een zodanig beleid dat oppervlaktewateren aan alle kwalitatieve en kwantitatieve eisen voldoen om zijn functies te vervullen. Deze eisen zijn gesteld aan het betreffende oppervlaktewater, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen.

In het Provinciaal Waterhuishoudingplan zijn daarop, na integrale belangenafwegingen, door de provincie waterhuishoudkundige functies toegekend. Dit vooruitlopend op de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) waarin wateren dienen te zijn onderverdeeld naar typologie. Hierbij zal aquatische ecologie een prominent item zijn.

Het beleid van beide waterschappen is in grote lijnen weergegeven in de Keur oppervlaktewateren Waterschap De Dommel 2005 (vastgesteld op 29 juni 2005 en in werking is sinds 17 september 2005), en Keur waterkeringen en oppervlaktewateren waterschap Brabantse Delta (d.d. 29 juni 2005).

Uit de Keurkaarten blijkt dat zich geen oppervlaktewateren met bijzondere waarden binnen of in de nabijheid van het plangebied bevinden.