direct naar inhoud van Artikel 4 Centrum-Uit te werken
Plan: Centrum Zuid 2008
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2008012-e001

Artikel 4 Centrum-Uit te werken

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Functie

De voor ´Centrum-Uit te werken´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. maatschappelijke instellingen;
  • c. dienstverlening (maatschappelijk en zakelijk);
  • d. wonen (grondgebonden woningen en gestapelde woningen), met dien verstande dat bij gestapelde woonbebouwing op de begane grond tenminste 50% van de totale vloeroppervlakte met één of meerdere van de onder a t/m c bedoelde functies dient te worden gerealiseerd, dan wel met een menging hiervan;
  • e. bouwwerken van algemeen nut.
4.1.2 Bijbehorende voorzieningen

De voor ´Centrum-Uit te werken´ aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:

  • a. parkeer-, stallings- en verkeersvoorzieningen;
  • b. groen- en speelvoorzieningen;;
  • c. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • d. tuinen en erven;
  • e. objecten voor beeldende kunst;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

voor zover deze behoren bij, en ondergeschikt zijn aan de onder 4.1.1 genoemde functies.

4.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en Wethouders werken, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6. lid 1 onder b, van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 4.1.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de woningen dienen in de vorm van gesloten bebouwing te worden geprojecteerd;
  • b. de bruto vloeroppervlakte en de breedte van een woning mogen niet minder bedragen dan respectievelijk 40 m² en 4 meter;
  • c. de bruto vloeroppervlakte van de gezamenlijke winkels mag niet meer bederagen dan 200 m²;
  • d. ten behoeve van parkeren dient een ruimte met een oppervlakte van tenminste 700 m² vrij te worden gehouden voor de bereikbaarheid van de parkeervoorzieningen en overige functies.
4.3 Bouwregels
4.3.1 Bouwverbod

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel: zolang en voor zover de in lid 4.2. bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd mits het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerp-uitwerkingsplan.

4.3.2 Bebouwing

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. ten minste 50% van de voorgevel van de hoofdgebouwen moet in de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan het weergegeven maximum;
  • c. al dan niet overbouwde doorgangen zijn toegestaan mits de breedte maximaal 3 meter bedraagt en, voorzover het overbouwde doorgangen betreft, de hoogte maximaal 4,50 meter bedraagt;
  • d. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak mag, met in acht neming van het bepaalde in lid 4.2 sub d, niet meer bedragen dan het weergegeven maximum;
  • e. het bouwen van ondergrondse bouwwerken is toegestaan.
4.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in de uitwerking vrijstellingsbevoegdheden op te nemen met betrekking tot:

  • a. de breedte van al dan niet overbouwde doorgangen tot maximaal 6 meter indien de belangen van de aanvrager zwaarder wegen dan de belangen van een gesloten straatwand;
  • b. de goot- en bouwhoogte binnen het bouwvlak tot een maximale hoogte in de voorgevelrooilijn van 20 meter bedragen.