direct naar inhoud van 6.1 Bestaand watersysteem
Plan: Amarant Mariahof, Bredaseweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0855.BSP2007007-e001

6.1 Bestaand watersysteem

6.1.1 Gebiedskenmerken

Het plangebied is gelegen in het stroomgebied van de Donge / Oude Leij en behoort zowel kwalitatief als kwantitatief tot het beheergebied van Waterschap de Brabantse Delta.

De hoogteligging van het plangebied varieert van circa 13,00 m + NAP in het centrale gedeelte van Amarant, tot ongeveer 12,50 m + NAP, langs de Bredaseweg, en 11,70 m + NAP, langs de Oude Rielsebaan. De bebouwing staat over het algemeen wat hoger dan het omliggende terrein.

In de bestaande situatie zijn twee zorginstellingen gevestigd in het plangebied, bestaande uit een aantal hoofd- en kleinere gebouwen, met een dakoppervlakte van ongeveer 44.100 m2, bij Amarant, en 5.200 m2, bij Mariahof. Totaal dakoppervlakte: 49.300 m2. Het complex is groen en open ingericht, met grote onverharde oppervlakten. Bij de inrichting horen ook toegangswegen en over het hele plangebied verspreid parkeergelegenheid.

6.1.2 Bodem en grondwater

De bodems in het plangebied en omgeving zijn gevormd in pleistocene dekzandgronden, die behoren tot het oorspronkelijke hoogterras van de Maas en Rijn. Deze dekzanden bestaan over het algemeen uit fijne tot matig fijne zanden, maar bevatten ook lagen met grof zand en grind. Met name de bovenste meters van het grondpakket bestaan overwegend uit leemhoudend matig fijn zand, diepere lagen bestaan veelal uit grover materiaal. Het leemgehalte van de bovengrond varieert sterk. Plaatselijk kunnen, op verschillende diepten, storende dikkere leemlagen voorkomen. In de oorspronkelijke beekdalen, zoals die van de Donge / Oude Leij, heeft in het verleden enige veenvorming plaatsgevonden. Op de hogere delen zijn veld- en laarpodzolgronden, gooreerdgronden en enkeerdgronden aanwezig.

De stad Tilburg, en dus ook het plangebied, is grotendeels gesitueerd in een infiltratiegebied, een hoger gelegen relatief droog gebied, waar hemelwater in een natuurlijke situatie in de bodem trekt (infiltreert) en in de ondergrond terechtkomt. Dit infiltratiegebied maakt deel uit van het grondwatersysteem "Drunense Duinen". In dit systeem bevindt zich een grondwaterscheiding die in noord-zuid richting dwars door de stad loopt. In het gebied ten westen van deze grondwaterscheiding, waarbinnen het plangebied is gesitueerd, stroomt het freatisch grondwater globaal in westelijke richting, naar het dal van de Donge / Oude Leij. Door deze grondwaterstroming en optredende kwel langs de beken aan de westkant van de stad, is in het beekdal van de Donge / Oude Leij sprake van vrij natte omstandigheden. Lokale stroming van het freatisch grondwater vindt eveneens plaats in de richting van de Drassige Driehoek, ten noorden van het plangebied, en naar lokale waterpartijen in de nabijheid van Amarant en Mariahof. Door een afname van de hoeveelheid infiltratiewater door verstedelijking is ook in natte gebieden in toenemende mate sprake van verdroging. De ontwateringsituatie is uit globaal onderzoek ruim dieper dan één meter onder het maaiveld.

Het plangebied ligt grotendeels binnen dit de boringsvrije zone van het zuidelijker gelegen waterwingebied Gilzerbaan, en net buiten de 25 jaarsbeschermingszone. Het waterwingebied is in beheer bij de voormalige Tilburgsche Waterleiding-Maatschappij, nu Brabant Water.

6.1.3 Oppervlaktewater

Het belangrijkste natuurlijke oppervlaktewater in de nabijheid van het plangebied is de beek Oude Leij (ten noorden van de Bredaseweg bekend als De Donge). Deze beek stroomt op ongeveer 350 m ten zuidwesten van het plangebied, richting noordwest. De Donge / Oude Leij heeft de functie viswater en de deelfunctie "ecologische verbindingszone" gekregen. Bij de functie 'viswater' is de toekenning gebaseerd op de Europese richtlijn viswater 78/659/EEG. Tevens de deelfunctie beekherstel. Het peil wordt kunstmatig beheerd door middel van verschillende stuwen langs het hele tracé.

Het overige oppervlaktewater in de nabijheid van het plangebied bestaat uit een aantal vijvers en poelen, zonder veel waterhuishoudkundige betekenis.

6.1.4 Riolering

Afstroming van hemelwater verloopt deels in de richting van het beekdal (via de natuurlijke weg), deels via het in het complex bestaande gescheiden rioolstelsel. Het afvalwater wordt via een gescheiden rioolstelsel verzameld. Het vuilwater wordt getransporteerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Het rioolstelsel en de zuiveringsinstallatie zijn beide in beheer van Amarant. De zuivering voldoet aan de gestelde emissie-eisen.