Plan: | Amarant Mariahof, Bredaseweg |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0855.BSP2007007-e001 |
Binnen het plangebied spelen twee geluidsbronnen een rol waarmee bij nieuwe ontwikkelingen rekening moet worden gehouden. Deze geluidsbronnen zijn het wegverkeerslawaai in verband met ligging nabij de Bredaseweg (N262) en de luchtvaartverkeerslawaai in verband met de ligging nabij militaire vliegbasis Gilze-Rijen.
Middels een geluidsonderzoek (Geluid- en luchtonderzoek Amarant en Mariahof d.d. 18 november 2008) is geconstateerd dat niet voldaan kan worden aan de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder. Voor woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de bestemming ´Maatschappelijk I´ geldt namelijk een maximaal toelaatbare geluidsbelasting voor nieuwe situaties van 48 dB (Lden). Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan kan het college van burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde verlenen. Er kan een ontheffing verleend worden tot maximaal 53 dB in een buitenstedelijk gebied.
De conclusie van het geluidsonderzoek is dat de geluidbelasting op de bestemming ´Maatschappelijk I´ ten hoogste 53 dB bedraagt. Dit is hoger dan de voorkeursgrenswaarde, maar valt binnen de maximale ontheffingswaarde van 53 dB. Het Geluid- en luchtonderzoek Bouwontwikkeling Amarant en Mariahof is als bijlage bij deze toelichting gevoegd. Het college van burgemeester en wethouders kan een hogere waarde overeenkomstig het gestelde in de Wet geluidhinder verlenen. Daarvoor moet een hogere waarde procedure worden gevolgd.
Maatregelen aan de bron worden op termijn getroffen (project verbreding Bredaseweg N262). Het is financieel niet haalbaar om op dit moment vervanging van het asfalst naar voren te halen. Het plaatsen van een geluidsscherm is stedenbouwkundig/landschappelijk niet verantwoord. Daarbij komt dat de nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen niet hoger belast worden dan de huidige (geluidsgevoelige) bebouwing.
De geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructies dient aan het bouwbesluit te voldoen. De benodigde geluidwering is minimaal gelijk aan het verschil tussen het optredende geluidsniveau en 33 dB.
Een deel van het plangebied is gelegen binnen de 35 Ke-contour, maar buiten de 40 Ke-contour van de militaire vliegbasis Gilze-Rijen. Voor luchtverkeerslawaai en de daarbij behorende bebouwingsmogelijkheden dient er op dit moment nog getoetst te worden aan het Besluit geluidhinder grote luchtvaart (Bggl).
Het Bggl kent een getrapt systeem van eisen waar aan voldaan moet worden in het geval van bouwplannen voor geluidsgevoelige bestemmingen. Een geluidsbelasting van 35 Ke geldt als maximaal toelaatbare geluidsbelasting (voorkeursgrenswaarde) voor geluidsgevoelige bestemmingen. Hogere geluidsbelastingen zijn onder voorwaarden mogelijk, waarbij de eisen strenger zijn naarmate de geluidsbelasting hoger is. In artikel 5 van het Bggl worden de voorwaarden aangegeven die gelden bij een geluidsbelasting tot 40 Ke (artikel 5 onder a Bggl) en bij een geluidsbelasting tot 45 Ke (artikel 5 onder b Bggl).
Volgens artikel 5 onder a (2°) van het Bggl is een geluidsbelasting mogelijk tot 40 Ke voor woningen of andere geluidsgevoelige bebouwing “die zullen dienen ter vervanging van op die plaats reeds aanwezige bebouwing, niet zijnde woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen of woonwagenstandplaatsen” . Cruciaal aan deze zinsnede is dat de wetgever aangeeft dat je niet geluidgevoelige bebouwing mag vervangen door geluidgevoelige bebouwing .
Het moet de intentie van de wetgever zijn geweest dat als niet geluidsgevoelig bebouwing vervangen mag worden door geluidsgevoelige bebouwing en er daardoor een nadeligere situatie ontstaat, de wetgever het logischerwijs ook toestaat dat geluidsgevoelige bebouwing mag worden vervangen door geluidsgevoelige bebouwing,want daarbij blijft de situatie gelijk.
Woningen met een geluidsbelasting tot 45 Ke behoren ook tot de mogelijkheden. Daarvoor gelden, naast de voorwaarden die gelden bij een geluidsbelasting tot 40 Ke, nog een aantal strengere voorwaarden. Artikel 5 onder b (2°, onder 1) Bggl geeft als aanvullende voorwaarde, dat er sprake moet zijn van "geprojecteerde woningen of geprojecteerde andere geluidsgevoelige gebouwen” . Met andere woorden aanwezige bebouwing mag vervangen worden door woningen of andere geluidsgevoelige bebouwing, mits de ´geluidsgevoelige bebouwing´ in het geldende bestemmingsplan is voorzien.
Bij de hiervoor genoemde mogelijkheden tot een hogere geluidsbelasting (artikel 5 onder a (2°) en onder b (2°, onder 1) zijn in het Bggl geen eisen gesteld wat betreft het aantal geluidgehinderden of de eventuele wijziging van de bestaande stedenbouwkundige functie of structuur.
Het plangebied Amarant-Mariahof ligt (gedeeltelijk) in de contour waarbij de geluidsbelasting niet hoger is dan 40 Ke. Bij het nu voorliggende bestemmingsplan wordt bestaande al dan niet geluidsgevoelige bebouwing gesloopt en komt daarvoor in de plaats geluidsgevoelige bebouwing. Het hele plangebied, voor zover gelegen binnen de 40 Ke-contour, moet gezien worden als één lokatie waar de bestaande bebouwing vervangen wordt door nieuwe bebouwing. Daarmee voldoet het plan naar onze mening aan de criteria van artikel 5 onder a (2°) en staat het Bggl de ontwikkeling van het plan niet in de weg.
Op zowel Amarant als Mariahof is het volgens het vigerende bestemmingsplan “Buitengebied Zuid-West” mogelijk geluidsgevoelige bestemmingen te realiseren tot maximaal 75.000 vierkante meter. Er is dus sprake van al geprojecteerde geluidsgevoelige bestemmingen. Volgens het Bggl is in dat geval zelfs woningbouw mogelijk tot 45 Ke, waarbij geen aanvullende voorwaarden gelden. Daarmee voldoet het plan “Amarant-Mariahof, Bredaseweg” ook aan de criteria genoemd in artikel 5 onder b (2°, onder 1) Bggl.
Gezien het feit dat in de nieuwe situatie het potentieel aantal blootgestelden afneemt ten opzichte van de bestaande situatie en de gewenstheid van de ontwikkelingen vanuit andere perspectieven stemt het college in met bouwen van geluidsgevoelige bestemmingen binnen de 35 Ke-contour. Er hoeft geen hogere waarde verleend te worden.