direct naar inhoud van 4.1 Ruimtelijke structuur
Plan: Buitengebied Waterland 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0852.BPBGwaterland013-va03

4.1 Ruimtelijke structuur

Ten aanzien van de ruimtelijke structuur van het plangebied, worden in deze paragraaf de uitgangspunten op hoofdlijnen voor de hoofdfuncties samengevat. Deze uitgangspunten zijn verwerkt in de bestemmingen.

4.1.1 Landschap, cultuurhistorie en archeologie

Ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap

Het huidige veenweidelandschap dateert uit de vroege Middeleeuwen. Vanaf die tijd werd de ontginning van de veenmoerassen grootscheeps aangepakt. Vanaf de randen van het moeras (oevers van veenstroompjes, binnen duinrand) werd het land in cultuur gebracht door het graven van een fijnmazig netwerk van veelal evenwijdige sloten, loodrecht op de ontginningsbasis. De meeste veenbodems in het plangebied waren ongeschikt als brandstof. Hierdoor is er, in tegenstelling tot veenweidegebieden elders, maar weinig veen afgegraven ten behoeve van de turfwinning. Door de grillige bodemopbouw kent dit veenweidegebied vele richtingen in het kavel- en wegenpatroon en is ook het aandeel open water in de totale oppervlakte sterk wisselend.

Omstreeks het jaar 1000 begon de zeespiegel sterk te stijgen. Grote delen van het pas ontgonnen land werden weggeslagen. Dit leidde tot de vorming of vergroting van verscheidene meren. Omstreeks het jaar 1200 heeft men dijken gebouwd om de voormalige Zuiderzee in bedwang te kunnen houden. Verschillende inbraakgeulen werden afgedamd. Hieraan herinneren de namen Monnikendam en Uitdam. De meren, waaronder de Purmer, zijn vanaf de 17e eeuw drooggelegd en in cultuur gebracht. Op deze wijze investeerden rijke kooplieden in het creëren van waardevolle landbouwgronden. Uit deze periode dateren nog veel monumentale boerderijen en landhuizen.

Ordeningsprincipes van het landschap

Het grootste deel van het plangebied bestaat uit veenweidelandschap. Het veenweidelandschap wordt gekenmerkt door strokenverkaveling en door boerderijen in linten langs wegen en dijken. De strokenverkaveling is een opstrekkend verkavelingspatroon van lange smalle kavels. In het veenweidelandschap komen ook veel meren en plassen voor. Hierdoor is het veenweidelandschap een erg nat landschap. Met name het Varkensland en het gebied rondom Zuiderwoude is erg nat. Dit landschapstype heeft een open karakter.

In het plangebied komen ook enkele droogmakerijen voor. De droogmakerijen hebben een relatieve lage ligging (2 tot 3 meter lager dan de omgeving) en een rationeel kavel-, wegen- en slotenpatroon. Kenmerkend van een rationele verkaveling zijn lange rechte lijnen in het landschap. Ook de droogmakerijen hebben een open karakter.

De regelingen en afwegingskaders in dit nieuwe bestemmingsplan richten zich op de waardevolle openheid van het gehele gebied, de waarden van de gebieden voor weidevogels en ligging van de linten daarin.

Unieke landschapselementen zijn van een specifieke bestemming of aanduiding voorzien. Waardevolle, maar vervangbare elementen worden beschermd met een omgevingsvergunning, waarbij als criterium geldt dat de hoofdstructuur van het landschap niet mag worden aangetast.

Bebouwingskarakteristieken

De meeste gebouwen in het landelijke gebied maken deel uit van een lint. Karakteristiek zijn de stolpboerderijen op een erf, omgeven door bomen. Behalve de vele stolpboerderijen zijn ook vrijstaande woningen uit de jaren zestig veel voorkomend.

De oudere gebouwen zijn zorgvuldig en karakteristiek gedetailleerd (dorpels, lateien, vensterbanken, glasroeden). Het materiaalgebruik is voor de gevels overwegend steen en voor de kozijnen hout. Het kleurgebruik is traditioneel. De woningen uit de jaren zestig zijn doorgaans sober gedetailleerd.

In de gemeente Waterland komen veel stolpboerderijen voor. Dit piramidevormige boerderijtype is specifiek voor Noord-Holland en komt vanaf de 16e eeuw in dit deel van Nederland voor. Nu nog steeds worden er stolpboerderijen gebouwd. De stolp dankt zijn kenmerkende vorm aan het hooihuis (de 'tas') in het midden, met vier stijlen op de hoeken die het piramidevormige dak dragen. Om de tas heen liggen de stallen en de dars (de ruimte voor het binnenvoeren van wagens en het vee). Het woonhuis is vaak in het hoofdvolume geïntegreerd en in sommige gevallen als een apart volume tegen de stolp aangeschoven.

In de gemetselde buitenwanden van de stolp zitten ter plaatse van de dars en de stallen kleine(re) vensters. Het woondeel heeft soms een representatieve en rijkbewerkte topgevel van baksteen al dan niet in combinatie met hout. Ook de ingangspartij en de vensters van het woondeel zijn soms fraai bewerkt.

Het dak is bedekt met dakpannen, al dan niet in combinatie met riet. Soms heeft het dak een 'spiegel', wanneer ter plaatse van het naar de weg gekeerde dakvlak het riet als decoratieve uitsparing is weggelaten en is ingevuld met dakpannen. De stolp is visueel een zeer compact boerderijtype. Alle functies zitten in principe onder één dak. Uitbouwen komen regelmatig en gevarieerd voor. Ook de ornamentiek en de vorm van de ramen en topgevels variëren sterk.

Inpassing van nieuwe functies in de wijdere omgeving

Verwacht wordt dat op grond van ontwikkelingen in de agrarische sector een aantal bedrijven van hoofdberoeps- naar nevenberoepsbedrijf overgaat en dat een aantal bedrijven beëindigd wordt. Dit kan belangrijke gevolgen hebben voor het beeld van de bebouwingslinten en de doorzichten naar het achterliggende landschap.

Wanneer de agrarische bebouwing zijn functie verliest en anderszins gebruikt wordt (bijvoorbeeld voor wonen) kunnen cultuurhistorisch waardevolle kenmerken verloren gaan door onzorgvuldige uitbreiding of restauratie.

De toenemende vraag naar woningen is een bedreiging voor de openheid van het gebied. Het oprichten van sterk contrasterende bouwwerken kan de historische structuur van het gebied negatief beïnvloeden. Ook moet worden voorkomen dat voor het landelijk gebied kenmerkende gebouwen -ook stolpboerderijen- op verkeerde plekken en in niet-kenmerkende landschappelijke configuratie ten opzichte van elkaar worden gebouwd.